Wet tot samenvoeging van de gemeenten Oss en Ravenstein

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006.
Geldend van 01-07-2002 t/m heden

Wet van 18 april 2002 tot samenvoeging van de gemeenten Oss en Ravenstein

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Oss en Ravenstein samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 2. Overige bepalingen

Artikel 4

Voor de nieuwe gemeente Oss wordt de op te heffen gemeente Oss aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 5

Voor de op te heffen gemeenten Oss en Ravenstein wordt de nieuwe gemeente Oss aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:

Artikel 6

  • 2 Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing wordt de op te heffen gemeente Oss belast.

  • 3 Indien de datum van herindeling valt binnen twee jaar voor de datum waarop de reguliere verkiezingen voor de leden van de gemeenteraden ingevolge de Kieswet moeten worden gehouden, vinden deze verkiezingen niet plaats in de gemeente die bij deze wet is ingesteld.

  • 4 De zittingsperiode van de leden van de raad van de nieuwe gemeente eindigt in de in het derde lid bedoelde situatie gelijk met de zittingsperiode van de leden van de raden van de overige gemeenten die volgt op de eerste verkiezingen voor de gemeenteraden na de datum van herindeling.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 april 2002

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K. G. de Vries

Uitgegeven de dertiende juni 2002

De Minister van Justitie,

A. H. Korthals