U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 22-02-2013.]Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2003. Geldend van 02-06-2002 t/m 31-12-2004
Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding
De Minister van Justitie,
Gehoord de gemeenschappelijke ondernemingsraad van de directie Rechtspleging;
Gehoord het sectoroverleg Rechterlijke Macht;
Besluit:
[Regeling vervallen per 22-02-2013]
In dit besluit wordt verstaan onder:
de Minister van Justitie
de Raad voor de rechtspraak, bedoeld in artikel 84, eerste lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie;
het College van procureurs-generaal, bedoeld in artikel 130 van de Wet op de rechterlijke organisatie;
een gemeenschappelijke landelijke dienst als bedoeld in artikel 3 van dit besluit;
elke dienst heeft een Raad van Opdrachtgevers bestaande uit een lid van de Raad en een lid van het College;
de directie of het college van bestuur van een dienst;
het bestuur bedoeld in artikel 10 van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.
De bevoegdheden toegedeeld krachtens dit besluit kunnen uitsluitend worden aangewend ter uitvoering van het Convenant gemeenschappelijke landelijke diensten rechterlijke organisatie van 13 maart 2002, dan wel in het kader van het aanstellen en opleiden van rechterlijke ambtenaren in opleiding.
1 De Raad en namens de Minister het College gezamenlijk zijn bevoegd tot het instellen van de dienst Huisvestingsexpertisecentrum Rechterlijke Organisatie (HEXRO).
2 De Raad en namens de Minister het College gezamenlijk zijn bevoegd tot het instandhouden van de volgende diensten:
a) het Studiecentrum Rechtspleging (SR), gevestigd te Zutphen;
b) de ICT Rechterlijke Organisatie (ICTRO), gevestigd te Zeist;
c) het Huisvestingsexpertisecentrum Rechterlijke Organisatie (HEXRO), gevestigd te Den Haag;
d) d) de dienst Prisma, gevestigd te Amersfoort.
3 In afwijking van het eerste en tweede lid zijn de Raad en het College niet bevoegd indien bij wettelijke voorschrift anders is bepaald, de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet of in het Convenant gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. anders is overeengekomen.
De Raad en het College gezamenlijk zijn bevoegd de bij of krachtens de Ambtenarenwet aan het bevoegde gezag toegekende bevoegdheden uit te oefenen ten aanzien van de bij artikel 3, tweede lid genoemde diensten werkzame ambtenaren.
De Raad en namens de Minister het College gezamenlijk zijn bevoegd om namens de Staat privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten voor zover die voortvloeien uit het beheer van het deel van de Justitiebegroting dat betrekking heeft op de in artikel 3 genoemde diensten, tenzij bij of krachtens de wet is bepaald dat een andere minister dan onze minister de rechtshandeling verricht.
De Voorzitter van de Raad en de Voorzitter van het College gezamenlijk zijn bevoegd de Staat in rechte te vertegenwoordigen ten aanzien van besluiten, genomen op grond van de bevoegdheden die ingevolge dit besluit zijn gemandateerd.
1 De Raad en het College gezamenlijk kunnen ondermandaat of een nadere volmacht verlenen aan de Raad van opdrachtgevers voor wat betreft de in artikel 3 t/m 6 van dit besluit genoemde bevoegdheden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet.
2 De Raad van opdrachtgevers kan de leiding van de dienst ondermandaat of een nadere volmacht verlenen.
3 Het ondermandaat, bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt schriftelijk verleend en aan de Minister ter kennis gebracht.
De Raad en het College gezamenlijk zijn bevoegd om namens de Minister de bevoegdheden uit te oefenen die hem met betrekking tot de rechterlijke ambtenaren in opleiding zijn toegekend in de Wet op de rechterlijke organisatie, de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren, tenzij bij wettelijke voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet.
1 De Raad en het College gezamenlijk kunnen ondermandaat of een nadere volmacht en machtiging verlenen aan de Raad van opdrachtgevers van het Studiecentrum Rechtspleging, voor wat betreft de in artikel 8 van dit besluit genoemde bevoegdheden, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de aard van de bevoegdheden zich daartegen verzet.
2 Voor zover het een rechterlijk ambtenaar in opleiding betreft, kan de Raad van Opdrachtgevers van het Studiecentrum Rechtspleging, ondermandaat verlenen aan de leiding van het Studiecentrum Rechtspleging met betrekking tot de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 16, 18, 27a, derde lid en 37, zesde lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren.
3 De Raad van opdrachtgevers, kan ondermandaat verlenen aan de leiding van het Studiecentrum Rechtspleging voor wat betreft de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 3, tweede en vierde lid, 4, tweede lid, 7, eerste, tweede en derde lid, 21, tweede en derde lid, 25, tweede lid, 28 en 28a van het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren.
4 Het ondermandaat, bedoeld in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel, wordt schriftelijk verleend en aan de Minister van Justitie ter kennis gebracht.
Het Mandaatbesluit opleiding rechterlijke ambtenaren van 2 juni 1998 wordt ingetrokken.
1 Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit, genomen door de Raad en het College gezamenlijk, dan wel genomen door de Raad van Opdrachtgevers beslist de Minister op het bezwaarschrift.
2 Indien bezwaar wordt gemaakt tegen een besluit, genomen door de leiding, is de Raad van Opdrachtgevers bevoegd te beslissen op het bezwaarschrift.
Deze regeling laat onverlet de rechten als bedoeld in hoofdstuk 8 van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en de rechten van de ondernemingsraden als bedoeld in de Wet op de ondernemingsraden.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2002.
Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding.
Den Haag, 28 mei 2002
Minister
A.H. Korthals
voorzitter
A.H. van Delden
J.L. de Wijkerslooth
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Mandaatbesluit gemeenschappelijke landelijke diensten R.O. en rechterlijke ambtenaren in opleiding", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.