Wet eigenrisicodragen Ziektewet

[Regeling vervallen per 10-05-2006.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 30-10-2004 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 01-03-2003 t/m 09-05-2006

Wet van 14 november 2002 tot wijziging van de Ziektewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van eigenrisicodragen door de werkgever (Wet eigenrisicodragen Ziektewet)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is werkgevers de mogelijkheid te geven zelf het risico te dragen van de wettelijke ziekengeldverzekering voor zover het betreft uitkeringen aan personen als bedoeld in artikel 29, tweede lid, onderdelen a, b en c, van de Ziektewet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel VI. Evaluatie

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt na twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.

Artikel VII. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel VIII. Citeertitel

[Regeling vervallen per 10-05-2006]

Deze wet wordt aangehaald als: Wet eigenrisicodragen Ziektewet.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 14 november 2002

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

M. Rutte

Uitgegeven de tiende december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner