Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand

Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-02-2003 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 09-01-2003 t/m 30-06-2010

Besluit van 4 december 2002 tot vaststelling van de Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand (Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van Onze Minister van Justitie, van 25 november 2002, nr. 5196780/802;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 (Stb. 1988, 205);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 2

De voorzitter van de Raad ontvangt voor zijn werkzaamheden en onkosten een vaste maandelijkse vergoeding van € 1090.

Artikel 3

De overige leden van de Raad ontvangen per vergadering van de Raad een vergoeding van € 185. Met een vergadering van de Raad wordt gelijkgesteld een bijeenkomst waaraan een lid van de Raad uit hoofde van dit lidmaatschap deelneemt.

Artikel 4

De Raad kan op grond van artikel 8 van de Wet op de rechtsbijstand voor de voorbereiding of uitvoering van bepaalde werkzaamheden commissies instellen. De leden van deze onder de Raad ressorterende commissies ontvangen per dagdeel dat wordt deelgenomen aan een vergadering een vergoeding van € 140.

Artikel 5

De voorzitter en de leden van de Raad en de onder de Raad ressorterende commissies hebben overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten.

Artikel 6

De vacatiegeldenregeling Raden voor Rechtsbijstand van 27 januari 1994, kenmerk 423317/894, wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking op de datum van plaatsing in het Staatsblad en werkt terug tot 1 januari 2002.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Vergoedingenregeling Raad voor Rechtsbijstand.

Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 december 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de negende januari 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner