Stcrt. 2008, 130, datum inwerkingtreding 11-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Met betrekking tot de heffing en invordering van de grondwaterbelasting, de belasting
op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de kolenbelasting, de verpakkingenbelasting,
de vliegbelasting alsmede de energiebelasting, voor zover deze niet wordt geheven
van producten die worden aangemerkt als minerale oliën in de zin van artikel 25 van
de Wet op de accijns, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit
onder de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Rivierenland.
2 Met betrekking tot de behandeling van een verzoek of een geschil als bedoeld in artikel
36p, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, zoals dit luidde op 31
december 2002, ressorteert de natuurlijk persoon, het lichaam of de entiteit onder
de voorzitter van het managementteam van de Belastingdienst/Noord.
3 Met betrekking tot de behandeling van een verzoek als bedoeld in artikel 20, 30, 45,
66, 67, 68, 69, 70 en 92 van de Wet belastingen op milieugrondslag ressorteert de
natuurlijke persoon, het lichaam of de entiteit onder de voorzitter van het managementteam
van de Belastingdienst/Noord.