Circulaire Beleidsregels voor Vacaturevervulling door Herplaatsingskandidaten in de sector Rijk

Geraadpleegd op 18-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2010.
Geldend van 01-03-2003 t/m heden

Circulaire Beleidsregels voor Vacaturevervulling door Herplaatsingskandidaten in de sector Rijk

Ten aanzien van herplaatsingskandidaten in de sector Rijk is in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Sector Rijk 2000 - 2001 het volgende opgenomen:

'Partijen achten het gewenst dat herplaatsingskandidaten bij voorrang worden geplaatst op vacatures bij de eigen werkgever of elders in de rijksdienst. Een actieve inzet van zowel werkgevers die vacatures hebben, als van herplaatsingskandidaten is hiervoor vereist. De mobiliteitsbank en het instrumentarium van het sectorale contract voor de reïntegratie van werkloze personen kunnen hierbij onder andere behulpzaam zijn.'

Ter uitwerking van deze afspraak zijn nieuwe beleidsregels opgesteld in de vorm van een procedure voor vacaturevervulling door herplaatsingskandidaten waarin de voorrangspositie van herplaatsingskandidaten tot uiting komt. Deze procedure begint met een fase waarin eerst uitsluitend ten behoeve van herplaatsingskandidaten stappen zijn voorgeschreven die zich richten op vacaturevervulling door herplaatsingskandidaten. Pas na het doorlopen van deze fase kan de vacature door anderen worden vervuld.

Een belangrijk instrument in de nieuwe procedure is de Mobiliteitsbank het Rijk die via het internet te raadplegen is en deze procedure instrumenteel ondersteunt. Alle departementen nemen deel aan de Mobiliteitsbank en plaatsen daarop hun vacatures zodat deze nagenoeg alle vacatures bevat die er zijn binnen de rijksdienst. De Mobiliteitsbank staat open voor alle rijksambtenaren en voor burgerambtenaren werkzaam bij het ministerie van Defensie.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
voor deze,
de

directeur-generaal Management en Personeelsbeleid

M.J. van Rijn

Beleidsregels voor Vacaturevervulling door Herplaatsingskandidaten in de sector Rijk

Doel beleidsregels

Ten aanzien van herplaatsingskandidaten in de sector Rijk is in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Sector Rijk 2000 - 2001 het volgende opgenomen:

'Partijen achten het gewenst dat herplaatsingskandidaten bij voorrang worden geplaatst op vacatures bij de eigen werkgever of elders in de rijksdienst. Een actieve inzet van zowel werkgevers die vacatures hebben, als van herplaatsingskandidaten is hiervoor vereist. De mobiliteitsbank en het instrumentarium van het sectorale contract voor de reïntegratie van werkloze personen kunnen hierbij onder andere behulpzaam zijn.'

De herplaatsing van aangestelden in algemene dienst binnen de sector Rijk is thans neergelegd in:

De afspraak in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Sector Rijk 2000 - 2001 geeft aanleiding het hierin bepaalde te herzien. Hierbij is uitgangspunt het feit dat herplaatsingskandidaten een voorrangspositie hebben. Ter uitwerking daarvan zijn nieuwe beleidsregels opgesteld in de vorm van een procedure voor vacaturevervulling door herplaatsingskandidaten. Deze beleidsregels dienen ter nadere uitvoering van de artikelen 49d t/m 49k ARAR inzake rechten en verplichtingen bij reorganisaties.

Oude procedure

De herplaatsing van aangestelden in algemene dienst is thans neergelegd in de circulaire AD94/U436 van 12 april 1994. Hierin wordt 'herplaatsingskandidaat' gedefinieerd als 'diegene wiens functie blijkens een departementaal personeelspan is of wordt opgeheven als bedoeld in het Sociaal Beleidskader Rijksoverheid 1991'. Op hen is de volgende procedure bij openstelling van vacatures van toepassing:

  • 1. Er is een vacature

  • 2. De vacature wordt opengesteld voor het bestand van herplaatsingskandidaten van het departement en het bestand van herplaatsingskandidaten in algemene dienst van andere departementen.

  • 3. Indien op deze wijze de vacature niet vervuld kan worden, dan kan zij worden opengesteld voor overige interne kandidaten van het departement en overige herplaatsingskandidaten van andere departementen.

  • 4. Indien ook op deze wijze de vacature niet kan worden vervuld, volgt algemene openstelling van de vacature.

Voorrangspositie herplaatsingskandidaten

Ter uitwerking van de afspraak uit de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Sector Rijk

2000 - 2001 is een nieuwe procedure opgesteld. Deze procedure begint met een fase waarin eerst uitsluitend ten behoeve van herplaatsingskandidaten stappen zijn voorgeschreven die zich richten op vacaturevervulling door herplaatsingskandidaten. Pas na het doorlopen van deze fase kan de vacature door anderen worden vervuld. Een belangrijk instrument in de nieuwe procedure is de Mobiliteitsbank het Rijk die via het internet te raadplegen is en deze procedure instrumenteel ondersteunt.

Mobiliteitsbank het Rijk

De Mobiliteitsbank het Rijk, te vinden onder www.mobiliteitsbank.nl is voor alle rijksmedewerkers toegankelijk via het internet, al dan niet vanaf de werkplek, en biedt verschillende mogelijkheden voor het zoeken naar vacatures en het plaatsen van gegevens. Deze voorziening staat eveneens open voor burgerambtenaren werkzaam bij het ministerie van Defensie. De Mobiliteitsbank het Rijk bevat nagenoeg alle vacatures die er zijn binnen de rijksdienst. Met betrekking tot het plaatsen van gegevens is vooral van belang de zogenaamde CV-bank waar medewerkers hun CV kunnen achterlaten. Voorts kunnen daarin herplaatsings-, reïntegratie- en mobiliteitskandidaten extra onder de aandacht gebracht worden. De personeelsfunctionarissen en managers van het Rijk kunnen zo beter inspelen op vraag en aanbod van deze specifieke groepen. Daarnaast kan een zoekprofiel worden aangemaakt dat zorgt voor automatische toezending aan de herplaatsingskandidaat van eventueel geschikte vacatures.

Nieuwe procedure

De procedure bevat zowel voor de herplaatsingskandidaat als het bevoegd gezag verplichtingen en bestaat uit een aantal opeenvolgende stappen. Deze stappen zijn hieronder vet gedrukt met daaronder zonodig een toelichting.

Fase I: Vacaturevervulling door een herplaatsingskandidaat

  • 1. Het bevoegd gezag wijst de betreffende medewerker aan als herplaatsingskandidaat (art. 49d ARAR).

    Met 'bevoegd gezag' wordt bedoeld 'De Minister' onder wiens gezag de herplaatsingskandidaat valt. Dit houdt in dat binnen het betreffende ministerie sprake kan zijn van een passende functie, ongeacht het dienstonderdeel. Dit laat onverlet dat in dit verband genomen rechtspositionele besluiten, zoals de aanbieding van en de plaatsing in een functie, in mandaat namens de minister genomen kunnen worden door een leidinggevende of directeur P&O.

  • 2. De herplaatsingskandidaat dient, al dan niet met assistentie van een personeelsfunctionaris, zijn CV op de Mobiliteitsbank het Rijk te plaatsen. In de instellingen van het Carrièredossier kan betrokkene daarbij aangeven dat men de status heeft van herplaatsingskandidaat, eventueel met invulling van een dossiernummer.

  • 3. Al dan niet met assistentie van een personeelsfunctionaris maakt de herplaatsingskandidaat een zoekprofiel aan teneinde eventueel geschikte vacatures toegezonden te krijgen. Deze geschikte vacatures kunnen in overleg met de herplaatsingskandidaat ook, door de Mobiliteitsbank, aan de personeelsfunctionaris gezonden worden. Anderzijds heeft het bevoegd gezag ook inzage in de geplaatste CV's en de status als herplaatsingskandidaat van betrokkene, waardoor gericht op zoek kan worden gegaan naar een passende functie voor de herplaatsingskandidaat. Indien sprake is van een passende functie binnen het bereik van het bevoegd gezag, dan wordt deze door het bevoegd gezag aangeboden aan de herplaatsingskandidaat.

    Bij het zoeken en vinden van een passende functie worden zowel van de herplaatsingskandidaat als van het bevoegd gezag inspanningen gevraagd. Zowel de organisatie als de herplaatsingskandidaat zijn erbij gebaat dat onvrijwillige werkeloosheid zoveel mogelijk wordt voorkomen.

    Het bevoegd gezag is verplicht de herplaatsingskandidaat binnen 18 maanden tenminste één passende functie aan te bieden, met de mogelijkheid deze termijn te verkorten, te verlengen of op te schorten (art. 49g ARAR). Van een 'passende functie' is sprake indien de herplaatsingskandidaat gelet op zijn kennis en kunde in staat wordt geacht de functie naar behoren te kunnen uitoefenen. De functie moet hem in redelijkheid kunnen worden opgedragen. Dit wordt onder andere bepaald door de zwaarte van de functie, de bestaande vooruitzichten en de persoonlijke omstandigheden van de medewerker. Het bevoegd gezag moet nagaan of een gemis aan kennis en ervaring bij de herplaatsingskandidaat kan worden gecompenseerd door het aanbieden van om-, her- of bijscholing. Ook een tijdelijke functie (bijvoorbeeld in het kader van een project) of een tijdelijke plaatsing op een functie (die bijvoorbeeld tijdelijk vacant is) of een lager bezoldigde functie kan passend zijn. Bij dit laatste geldt overigens de beperking dat uitsluitend sprake kan zijn van een passende functie indien de voor de functie geldende salarisschaal niet meer dan twee schalen lager is dan de salarisschaal die geldt voor de herplaatsingskandidaat.

    De herplaatsingskandidaat is verplicht al het mogelijke te doen om een passende functie te vinden. Indien hem een passende functie wordt aangeboden, is de herplaatsingskandidaat verplicht deze te aanvaarden. Indien plaatsing in een passende functie pas kan plaatsvinden na om-, her- of bijscholing, kan hem hiertoe de verplichting worden opgelegd. Een afhoudende houding van de herplaatsingskandidaat, bijvoorbeeld omdat hij een andere dan de aangeboden functie ambieert, kan op zichzelf nooit een reden zijn een functie niet als passend te beschouwen. Indien een herplaatsingskandidaat weigert uitvoering te geven aan deze verplichtingen, kan hem de sanctie van ontslag worden opgelegd (art. 49l ARAR). Aan dit ontslag is geen recht op wachtgeld of uitkering verbonden.

    Zoals gezegd hebben zowel het bevoegd gezag als de herplaatsingskandidaat de verplichting zich tot het uiterste in te spannen om onvrijwillige werkloosheid te voorkomen. Dit betekent dat een herplaatsingskandidaat slechts om een zeer beperkt aantal redenen kan worden afgewezen. Een afwijzend oordeel moet altijd schriftelijk en gemotiveerd worden medegedeeld aan betrokkene. Budgettaire argumenten kunnen nooit de reden zijn om een functie als niet passend aan te merken.

  • 4. Indien naar het oordeel van de herplaatsingskandidaat sprake is van een passende functie elders in de rijksdienst, moet de herplaatsingskandidaat zich bij het betreffende ministerie als zodanig kenbaar maken. Ook is denkbaar dat het bevoegd gezag de herplaatsingskandidaat onder de aandacht brengt van een ander ministerie dat daarop verplicht is om de herplaatsingskandidaat uit te nodigen voor een gesprek, tenzij op voorhand duidelijk is dat deze op grond van diens kennis en ervaring niet in aanmerking zal komen voor de betreffende functie. Dit zal dan schriftelijk en gemotiveerd moeten worden medegedeeld aan de kandidaat.

De nieuwe procedure voor herplaatsing gaat er nadrukkelijk van uit dat de mogelijkheden tot herplaatsing bezien moeten worden binnen het bereik van de gehele rijksdienst. Met andere woorden deze dienen niet beperkt te blijven tot het ministerie waar betrokkene werkzaam is. In alle gevallen is de Mobiliteitsbank daarbij een belangrijk hulpmiddel voor zowel het bevoegd gezag (managers en personeelsfunctionarissen) als de herplaatsingskandidaat. Ervan uitgaand dat men zich als herplaatsingskandidaat op de Mobiliteitsbank bekend heeft gemaakt (zie onder 2.) is dit bekend bij alle ministeries. Bij het vervullen van vacatures dient eerst naar hen gekeken te worden. Dit veronderstelt een actieve opstelling van het bevoegd gezag bij het onder de aandacht brengen van vacatures; het zonodig introduceren van de herplaatsingskandidaat bij andere ministeries; het bezien van mogelijkheden van interim-functievervulling, detachering enzovoorts. Anderzijds heeft de herplaatsingskandidaat via de Mobiliteitsbank in principe inzicht in alle vacatures die er zijn binnen de rijksdienst en wordt ook van hem/haar een actieve opstelling vereist.

Fase II: Indien geen herplaatsingskandidaat beschikbaar is.

Indien het niet mogelijk blijkt om de functie te laten vervullen door een herplaatsingskandidaat kan de vacature worden opengesteld voor andere kandidaten.

Het is aan het bevoegd gezag om te besluiten of de vacature eerst intern wordt opengesteld en daarna extern of dat dit gelijktijdig gebeurt. In de praktijk hanteren sommige ministeries eigen voorkeursgroepen voor vacaturevervulling dan wel kan sprake zijn van andere gerede kandidaten. In zo'n geval is het toegestaan om eerst een beroep te doen op kandidaten uit deze categorieën. Ten aanzien van de rijksbrede voorkeursgroepen (arbeidsgehandicapten, allochtonen) blijft in deze fase het uitgangspunt dat bij gebleken geschiktheid van kandidaten aan hen de voorkeur zal worden gegeven.