Wet van 3 april 2003 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op
de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs
en de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs, in hoofdzaak
in verband met uitzendkrachten in het onderwijs (regeling uitzendkrachten in het onderwijs)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is, expliciet te regelen dat
aan de benoemingsvereisten ook moet worden voldaan ten aanzien van personeel dat zonder
benoeming is tewerkgesteld bij een school voor basisonderwijs, voor (voortgezet) speciaal
onderwijs of voor voortgezet onderwijs, of bij een instelling als bedoeld in de Wet educatie en beroepsonderwijs;
dat het in verband daarmee noodzakelijk is de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Interimwet zij-instroom leraren primair en voortgezet onderwijs te wijzigen;
dat het tevens wenselijk is, bepaalde beslissingen over aanvang van de bekostiging
in de Wet op het voortgezet onderwijs te harmoniseren met beslissingen waarbij beroep in één instantie is geregeld;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: