Besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming

Geraadpleegd op 02-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2009.
Geldend van 01-08-2009 t/m 14-09-2012

Besluit van 4 april 2003, houdende de vaststelling van de vergoedingen van de leden van de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (Tijdelijk besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 27 november 2002, directie Wetgeving, nr. 5198842/02/6;

Gelet op artikel 7 van de Tijdelijke instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

De Raad van State gehoord (advies van 20 december 2002, no. W03.02.0542/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 14 maart 2003, directie Wetgeving, nr. 5210116/03/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. Raad: de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

  • b. wet: de Instellingswet Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming;

  • c. sectievoorzitter: de voorzitter van een sectie, als bedoeld in artikel 11 van de wet;

  • d. bestuur: het bestuur van de Raad, bestaande uit de voorzitter, de sectievoorzitters en de voorzitter van de rechtspraakkamer van de Raad;

  • e. preadviescommissie: commissie belast met de voorbereiding van de adviezen van de Raad;

  • f. beroepscommissie: commissie aan wie de rechtsprekende taak van de Raad is opgedragen;

  • g. vergadering: plenaire vergadering van de Raad, vergadering van het bestuur, vergadering van een sectie, de vergadering van een preadviescommissie, de vergadering van de rechtspraakkamer en de vergadering van een beroepscommissie.

Artikel 2

  • 1 De algemeen voorzitter van de Raad ontvangt een vaste vergoeding van € 5000 per jaar.

  • 2 De sectievoorzitters en de voorzitter van de rechtspraakkamer ontvangen een vaste vergoeding van € 2500 per jaar.

Artikel 3

  • 2 De algemeen voorzitter, de sectievoorzitter, de voorzitter van een beroepscommissie en de voorzitter van een rechtspraakkamer, ontvangen een vergoeding per vergadering van 130% van de hoogte van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 4

  • 2 De voorzitter van de preadviescommissie ontvangt een vergoeding per vergadering van 130% van de hoogte van de vergoeding bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De voorzitter en de leden van de preadviescommissie die een bezoek afleggen aan een plaats waar een vrijheidsstraf, vrijheidsbeperkende straf, vrijheidsbenemende maatregel of vrijheidsbeperkende maatregel ten wordt uitvoer gelegd, ontvangt per bezoek een vergoeding van gelijke hoogte als in artikel 3.

Artikel 5

De leden ontvangen een vergoeding per bijeenkomst van 2% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 voor het deelnemen aan overige bijeenkomsten die verband houden met de uitoefening van de taken van de Raad.

Artikel 6

  • 2 Bij de afdoening van beroepszaken in een uitsluitend schriftelijke procedure wordt voor de afdoening van 15 beroepszaken een vergoeding toegekend van gelijke hoogte als de vergoeding voor één zitting als bedoeld in het eerste lid.

  • 3 Bij de behandeling van verzoeken tot schorsing wordt voor de behandeling van 20 schorsingsverzoeken een vergoeding toegekend van gelijke hoogte, als de vergoeding voor één zitting als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 7

De leden en de plaatsvervangende leden van de Raad hebben overeenkomstig het Reisbesluit binnenland en het Reisbesluit buitenland recht op vergoeding wegens reis- en verblijfkosten.

Artikel 9

De in dit besluit genoemde bedragen kunnen worden gewijzigd bij ministeriële regeling.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergoedingen Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 4 april 2003

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de vijftiende april 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner