Besluit vergunning levering gas aan kleinverbruikers

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2005.
Geldend van 01-07-2004 t/m 30-06-2005

Besluit van 2 juni 2003, houdende regels voor de vergunning voor levering van gas aan kleinverbruikers (Besluit vergunning levering gas aan kleinverbruikers)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 februari 2003, nr. WJZ 03007148;

Gelet op de artikelen 45, tweede lid, en 46, van de Gaswet;

De Raad van State gehoord (advies van 10 april 2003, no. W10.03.0073/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 22 mei 2003, nr. WJZ 3011123;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2

  • 1 Een aanvraag voor een vergunning wordt bij de directeur van de Dienst uitvoering en toezicht energie ingediend.

  • 2 De aanvraag voor een vergunning bevat in aanvulling op artikel 4:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht:

    • a. een schatting van de verwachte afzet aan kleinverbruikers gedurende tenminste de eerste 12 maanden na het verlenen van de vergunning,

    • b. één of meer overeenkomsten ten behoeve van de inkoop van gas en voor het daarvoor benodigde transport,

    • c. een recente jaarrekening of een openingsbalans, welke is voorzien van een verklaring omtrent de getrouwheid, ondertekend door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek,

    • d. een recente verklaring van de rechtbank op basis van de registers, bedoeld in de artikelen 19 en 222a van de Faillissementswet, waaruit blijkt dat de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert en dat de aanvrager geen surseance van betaling is verleend,

    • e. een beschrijving van de organisatie van de aanvrager, waarin in ieder geval is opgenomen de voorziene administratieve organisatie, met inbegrip van de financiële administratie, en de interne of externe controle hierop,

    • f. voorbeelden van alle door de aanvrager gehanteerde offertes en overeenkomsten voor kleinverbruikers met de hierbij behorende algemene voorwaarden en

    • g. de door de aanvrager gehanteerde klachten- en geschillenregeling voor kleinverbruikers.

Artikel 3

  • 1 De aanvrager kan redelijkerwijs in staat worden geacht de verplichtingen als opgenomen in hoofdstuk 5 van de Gaswet na te komen indien hij over zodanige inkoop- en transportcontracten beschikt dat hij, gelet op de te verwachten afzet, in staat zal zijn om op een betrouwbare wijze zorg te dragen voor de levering van gas aan iedere kleinverbruiker die daarom verzoekt.

  • 2 De aanvrager beschikt over de benodigde organisatorische, financiële en technische kwaliteiten indien:

    • a. de aanvrager financieel in staat is de termijn tussen uitgaven voor inkoop van gas en transportcapaciteit en inkomsten van kleinverbruikers te overbruggen,

    • b. de aanvrager over een goede administratieve organisatie, met inbegrip van de financiële administratie, en over een goede interne of externe controle hierop beschikt,

    • c. de aanvrager niet in staat van faillissement verkeert en

    • d. de aanvrager geen surseance van betaling is verleend.

  • 3 De aanvrager hanteert redelijke voorwaarden indien hij:

    • a. duidelijke offertes en overeenkomsten hanteert, waarin de hoogte van de tarieven en de opbouw hiervan is aangegeven,

    • b. een transparante en redelijke betalingsregeling hanteert,

    • c. een transparante en redelijke regeling voor het opzeggen of ontbinden van overeenkomsten hanteert,

    • d. in staat is klachten en geschillen op een adequate wijze te behandelen, en

    • e. voorwaarden hanteert die in overeenstemming zijn met hetgeen bij of krachtens de wet is bepaald met betrekking tot de intrekking van de vergunning.

  • 4 De inkoopcontracten, bedoeld in het eerste lid, bevatten geen beding tot ontbinding van rechtswege van die overeenkomst ingeval aan de aanvrager surseance van betaling is verleend of deze failliet is verklaard, dan wel ingeval diens surseance of faillissement is aangevraagd, dan wel ingeval diens vergunning zal worden ingetrokken, noch bedingen, die het de toeleverancier mogelijk maken in die gevallen de nakoming van de verbintenis op te schorten of te ontbinden of onder gewijzigde voorwaarden voort te zetten, een en ander voorzover betrekking hebbend op de levering van gas ten behoeve van kleinverbruikers.

Artikel 5

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vergunning levering gas aan kleinverbruikers.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 juni 2003

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

L. J. Brinkhorst

Uitgegeven de zeventiende juni 2003

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner