Tijdelijk Organisatiebesluit BZK

[Regeling vervallen per 01-07-2003.]
[Regeling treedt (deels) in werking per 28-06-2003 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2003.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 06-04-2003.
Geldend van 01-01-2003 t/m 27-06-2003

Tijdelijk Organisatiebesluit BZK

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

In overeenstemming met de Minister van Justitie,

Gelet op het besluit van de Ministerraad van 17 december 2002 (NCC 2002/101479);

Gelet op artikel 2, eerste lid, van het Coördinatiebesluit inrichting organisatie en formatie rijksdienst;

Gehoord de Ondernemingsraad Openbare Orde en Veiligheid;

Besluit:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2003, 120, datum inwerkingtreding 28-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze aanhef. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

Artikel I

[Regeling vervallen per 01-07-2003]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder Evaluatie Driehoek: de Evaluatie Driehoek als genoemd in de tweede appendix op de Bewakings- en beveiligingscirculaire 1999 c.a., juni 2003.

Artikel 2

Er is een tijdelijk projectdirectoraat-generaal Beveiliging en Crisisbeheersing.

Artikel 3

  • 1 Het projectdirectoraat-generaal Beveiliging en Crisisbeheersing staat onder leiding van een directeur-generaal tevens Nationaal Coördinator Bewaking en Beveiliging (NCB).

  • 2 Bij tijdelijke afwezigheid of verhindering van de directeur-generaal treedt de directeur-generaal Openbare Orde en Veiligheid op als diens plaatsvervanger.

  • 3 Het projectdirectoraat-generaal heeft de volgende taken:

    • a. het ontwikkelen van een integraal bewakings- en beveiligingsbeleid, de landelijke implementatie en invoering daarvan alsmede het beheer van het integrale beleid

    • b. het initiëren van de inventarisatie van risicogroepen, het analyseren van risiconiveaus en het begeleiden van de activiteiten van de regio's in dit kader;

    • c. het inzamelen van bij de diensten aanwezige informatie ten behoeve van het uitvoeren van risico- en dreigingsevaluaties;

    • d. het vaststellen van adviezen betreffende beveiliging en bewaking alsmede het geven van beveiligings- en bewakingsopdrachten;

    • e. het aansturen van de betrokken uitvoeringsdiensten ten aanzien van de gegeven bewakings- en beveiligingsopdrachten;

    • f. het adviseren van lokale autoriteiten en regionale politiekorpsen over de uitvoering van te treffen voorzieningen en te nemen maatregelen;

    • g. het onderhouden van contacten met de betrokken personen;

    • h. het begeleiden van implementatie door de lokale autoriteiten en regionale politiekorpsen van de landelijke kaders;

    • i. de uitvoering van de overige taken van het Nationaal Coördinatiecentrum als Departementaal Coördinatiecentrum van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zoals neergelegd in en voortvloeiend uit het Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming;

    • j. het formuleren van het voorstel voor een permanente organisatiestructuur Beveiliging en Crisisbeheersing waaronder de definitieve positionering van de NCB;

    • k. het rapporteren over de uitvoering van zijn taken als NCB aan de Minister van Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties door tussenkomst van de betrokken secretarissen-generaal.

  • 4 a. De uitoefening van de taak genoemd het derde lid, onder d. vindt plaats in overeenstemming met de directeur-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (DGOOV) en de directeur-generaal Rechtshandhaving van het ministerie van Justitie (DGRH). Deze overeenstemming is tevens vereist van de directeur Juridische Zaken van het ministerie van Defensie indien er defensiebelangen in het geding zijn.

    b. In gevallen waarin vanwege tijdsdruk bewakings- en beveiligingsadviezen onderscheidenlijk bewakings- en beveiligingsopdrachten snel moeten worden gegeven, zullen deze door de NCB worden verstrekt, vooruitlopend op besluitvorming in de Evaluatie Driehoek.

    c. In geval van routinematige aangelegenheden worden bewakings- en beveiligingsadviezen onderscheidenlijk bewakings- en beveiligings opdrachten door de Nationaal Coördinator Bewaking en Beveiliging verstrekt zonder consultatie van de Evaluatie Driehoek. De Evaluatie Driehoek stelt vast welke aangelegenheden dit betreft.

Artikel 4

Het projectdirectoraat-generaal bestaat uit de volgende dienstonderdelen:

  • 1. het programmabureau Beveiliging en Crisisbeheersing;

  • 2. het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC).

Artikel 5

  • 1 Het programmabureau Beveiliging en Crisisbeheersing staat onder leiding van een programmamanager.

  • 2 Het programmabureau heeft tot taak het ondersteunen van de projectdirecteur-generaal bij de uitvoering van zijn taken.

Artikel 6

  • 1 Het Nationaal Coördinatiecentrum staat onder leiding van een hoofd en een plaatsvervangend hoofd.

  • 2 Het Nationaal Coördinatiecentrum heeft de volgende taken:

    • a. het bijstaan van de minister in de uitoefening van diens bevoegdheden en verantwoordelijkheden met betrekking tot openbare orde en veiligheid;

    • b. het coördineren van het overheidsoptreden onder crisisomstandigheden of de dreiging daarvan;

    • c. het mede-ontwikkelen en uitvoeren van een crisisbeheersingsbeleid ter voorbereiding van de Rijksoverheid op crisisomstandigheden en van het algemene openbare orde- en veiligheidsbeleid;

    • d. het adviseren over en het coördineren van bewakings- en beveiligingsmaatregelen met betrekking tot staatsbezoeken, andere bezoeken van buitenlandse hoge gasten, alsmede in overige gevallen;

    • e. het inzamelen van bij de diensten aanwezige informatie ten behoeve van het uitvoeren van risico- en dreigingsevaluaties; het aansturen van de betrokken uitvoeringsdiensten ten aanzien van de gegeven bewakings- en beveiligingsopdrachten; het adviseren van de lokale autoriteiten en regionale politiekorpsen over de uitvoering van de te treffen voorzieningen en te nemen maatregelen en het onderhouden van contacten met de betrokken personen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2003, 120, datum inwerkingtreding 28-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

Artikel II

[Regeling vervallen per 01-07-2003]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

[Red: Wijzigt het Organisatiebesluit BZK.]

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2003, 120, datum inwerkingtreding 28-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

Artikel III

[Regeling vervallen per 01-07-2003]

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2003.

  • 2 Dit besluit vervalt op 1 juli 2003.

  • 3 Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2003, 120, datum inwerkingtreding 28-06-2003, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2003.

De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J.W. Remkes