Wijzigingswet Mediawet (noodzakelijke verbeteringen van de wet en de uitvoering daarvan)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2003. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 22-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-03-2004.
Geldend van 31-12-2003 t/m heden

Wet van 30 oktober 2003 tot wijziging van de Mediawet met het oog op noodzakelijke verbeteringen van de wet en de uitvoering daarvan

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is de Mediawet op een aantal onderdelen aan te passen met het oog op technische verbetering van de wet en de uitvoering daarvan;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en in gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel II

In afwijking van artikel 15, vierde lid, tweede volzin, van de Mediawet, kunnen leden van het bestuur van de Nederlandse Programma Stichting, die voor de eerste keer zijn benoemd in de loop van de op 1 januari 2000 geëindigde vijfjarige termijn, bedoeld in artikel 15, vierde lid, van de Mediawet, zoals dat artikellid luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet, en die met ingang van 1 januari 2000 zijn herbenoemd, een tweede maal worden herbenoemd voor een termijn van vier jaar.

Artikel IV

Ten aanzien van overtredingen van het bij of krachtens de Mediawet bepaalde die begaan zijn voor het tijdstip van inwerkingtreding, alsmede ten aanzien van voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet aangevangen bezwaar- en beroepsprocedures , blijft het recht zoals dat gold op de dag voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet van toepassing.

Artikel V

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Mediawet inzake invoering van een vernieuwd concessiestelsel voor de landelijke publieke omroep.]

Artikel VI

De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

's-Gravenhage, 30 oktober 2003

Beatrix

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. C. van der Laan

Uitgegeven de eerste december 2003

Minister

J. P. H. Donner