Regeling tarieven Kadaster

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2007.
Geldend van 01-07-2007 t/m 31-12-2007

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 december 2003, nr. MJZ2003124448, houdende vaststelling van de kadastrale tarieven (Regeling tarieven Kadaster)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op de artikelen 108, eerste lid, en 109 van de Kadasterwet,

Besluit:

Hoofdstuk 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. wet: Kadasterwet;

  • b. Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers, bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

  • c. perceel: deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, de bestemming en het gebruik en dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt;

  • d. object: in de kadastrale registratie vermeld perceel, appartementsrecht of netwerk;

  • e. netwerk: net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond is of wordt aangelegd.

Hoofdstuk 2. Tarieven

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de inschrijving van een stuk dat aanleiding is tot het vormen van percelen is, behoudens het tweede lid, per onroerende zaak verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren of elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie niet mogelijk maakt: € 500,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die gedeeltelijk geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 475,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die volledig geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 450,–.

  • 2 Indien een stuk als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft op onroerende zaken die blijkens dat stuk elk een oppervlakte hebben van ten hoogste 100 centiare en ten aanzien van elk van die onroerende zaken sprake is van een koopsom van ten hoogste € 2.500,– of een andere tegenprestatie met een waarde van ten hoogste € 2.500,–, is in afwijking van het eerste lid voor de inschrijving van dat stuk per onroerende zaak verschuldigd € 90,–.

  • 3 Het aantal onroerende zaken waarop een stuk als bedoeld in het eerste lid betrekking heeft, wordt gelijk gesteld met het aantal in dat stuk genoemde kadastrale perceelnummers waarop het betrokken in te schrijven feit betrekking heeft, tenzij uit het stuk blijkt dat van een ander aantal onroerende zaken sprake is.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de inschrijving van een stuk dat aanleiding is om in de door de Dienst gehouden registraties een rechthebbende te wijzigen, in papieren of elektronische vorm, is, behoudens het tweede lid, per nieuwe rechthebbende of per gezamenlijke nieuwe rechthebbenden verschuldigd € 62,–, vermeerderd met € 8,– per tiental in het stuk vermelde objecten, schepen of luchtvaartuigen.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is voor de inschrijving van een stuk als bedoeld in het eerste lid dat ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die:

    • a. gedeeltelijk geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt, per nieuwe rechthebbende of per gezamenlijke nieuwe rechthebbende verschuldigd € 43,–, vermeerderd met € 6,– per tiental in het stuk vermelde objecten, schepen of luchtvaartuigen;

    • b. volledig geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt, per nieuwe rechthebbende of per gezamenlijke nieuwe rechthebbenden verschuldigd € 24,–, vermeerderd met € 4,– per tiental in het stuk vermelde objecten, schepen of luchtvaartuigen.

  • 3 Indien een stuk als bedoeld in het eerste of tweede lid eveneens aanleiding is tot het vormen van percelen is het bedrag van € 62,– respectievelijk € 43,– of € 24,– niet verschuldigd.

  • 4 Het eerste tot en met derde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de inschrijving in papieren of elektronische vorm van een stuk, inhoudende vestiging van het recht van hypotheek, en een verzoek tot teboekstelling van een schip of een luchtvaartuig.

  • 5 Voor de inschrijving van een stuk betreffende de koop van een registergoed en een proces-verbaal van inbeslagneming is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren of elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie niet mogelijk maakt: € 38,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die gedeeltelijk geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 28,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm wordt aangeboden op een wijze die volledig geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 19,–.

  • 6 Voor de inschrijving van een stuk betreffende doorhaling van een proces-verbaal van inbeslagneming is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren of elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie niet mogelijk maakt: € 8,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die gedeeltelijk geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 5,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm wordt aangeboden op een wijze die volledig geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 2,–.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor de inschrijving van een ander stuk dan bedoeld in de artikelen 2 en 4, alsmede voor de boeking van een stuk in een register van voorlopige aantekeningen, is verschuldigd:

    • a. indien het stuk in papieren of elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie niet mogelijk maakt: € 24,–;

    • b. indien het stuk in elektronische vorm ter inschrijving wordt aangeboden op een wijze die geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 19,–;

    • c. indien het stuk in elektronische vorm wordt aangeboden op een wijze die volledig geautomatiseerde bijhouding van de kadastrale registratie mogelijk maakt: € 14,–.

  • 2 Kosteloos is de inschrijving van:

    • a. een aangifte of verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een schip of luchtvaartuig;

    • b. een aangifte tot wijziging van de beschrijving van een te boek staand schip;

    • c. een mededeling omtrent de gekozen woonplaats inzake een schip;

    • d. een akte van vernieuwing als bedoeld in artikel 77, vijfde lid, van de wet,

    • e. een stuk dat overeenkomstig artikel 20, vierde lid, tweede volzin, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bij de Dienst is aangeboden door middel van een hernieuwd verzoek tot inschrijving, en

    • f. een stuk dat uitsluitend op verzoek van de Dienst ter inschrijving wordt aangeboden, ten einde de registratie te verbeteren.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Indien een stuk als bedoeld in de artikelen 2, 4 en 5 in papieren vorm ter inschrijving wordt aangeboden, is naast de in die artikelen genoemde tarieven per in te schrijven stuk verschuldigd € 10,–.

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het digitaal raadplegen van gegevens uit de kadastrale registratie is verschuldigd:

    • a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object € 1,40;

    • b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: per object € 1,40, en

    • c. per abonnementsperiode van een maand, als vergoeding voor de vaste kosten, behoudens in geval van raadpleging door middel van het openbare internet, € 4,50.

  • 2 Kosteloos is de digitale raadpleging van de objectlijst.

  • 3 Voor het raadplegen van de kadastrale registratie op een kantoor van de Dienst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet of de toezending van een afschrift of een uittreksel van de kadastrale registratie als bedoeld in artikel 100 van de wet in papieren vorm, is verschuldigd:

    • a. indien het een negatieve mededeling betreft: € 10,–;

    • b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per object € 10,–, en

    • c. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a en b: per object € 10,–.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het in artikel 104, eerste lid, van de wet bedoelde verstrekken van een afschrift op een elektronische gegevensdrager van de gegevens die zijn opgenomen in de kadastrale registratie, uitgezonderd gegevens inzake hypotheken en beslagen, aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen is, behoudens het tweede lid, per object dat in het afschrift wordt betrokken, verschuldigd € 0,70.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is verschuldigd voor het verstrekken van een afschrift op een elektronische gegevensdrager van:

    • a. de totale kadastrale registratie, uitgezonderd gegevens inzake hypotheken en beslagen: € 1.004.000,–, en

    • b. alle gegevens in de kadastrale registratie, uitgezonderd gegevens inzake hypotheken en beslagen, betreffende de provincie:

      • 1°. Drenthe: € 56.000,–;

      • 2°. Flevoland: € 23.000,–;

      • 3°. Friesland: € 81.000,–;

      • 4°. Gelderland: € 180.000,–;

      • 5°. Groningen: € 59.000,–;

      • 6°. Limburg: € 120.000,–;

      • 7°. Noord-Brabant: € 214.000,–;

      • 8°. Noord-Holland: € 185.000,–;

      • 9°. Overijssel: € 104.000,–;

      • 10°. Utrecht: € 89.000,–;

      • 11°. Zeeland: € 47.000,–, en

      • 12°. Zuid-Holland: € 257.000,–.

  • 3 Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, per 1000 objecten verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 200,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 125,–.

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een afschrift van een in de openbare registers ingeschreven of geboekt stuk of van een in een logische databank voor archiefbestanden opgeslagen stuk in elektronische vorm is per te verstrekken afschrift verschuldigd € 1,40.

  • 2 Voor het raadplegen van de openbare registers of een archief op een kantoor van de Dienst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet dan wel het verstrekken van een afschrift van een in de openbare registers ingeschreven of geboekt stuk of van een in het archief opgeborgen stuk in papieren vorm is per te raadplegen stuk of te verstrekken afschrift verschuldigd € 10,–.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het digitaal raadplegen van de registratie voor schepen of de registratie voor luchtvaartuigen is verschuldigd:

    • a. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per schip of luchtvaartuig € 1,40, en

    • b. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a: per schip of luchtvaartuig € 1,40.

  • 2 Voor het raadplegen van de registratie voor schepen of de registratie voor luchtvaartuigen op een kantoor van de Dienst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet of de toezending van een afschrift of een uittreksel van de registratie voor schepen of de registratie voor luchtvaartuigen of een verklaring als bedoeld in de artikelen 101, tweede lid, en 102, tweede lid, van de wet in papieren vorm, is verschuldigd:

    • a. indien het een negatieve mededeling betreft: € 10,–;

    • b. indien het gegevens inzake hypotheken en beslagen betreft: per schip of luchtvaartuig € 10,–, en

    • c. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder a en b: per schip of luchtvaartuig € 10,–.

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verrichten van onderzoeken in de openbare registers is per perceel verschuldigd:

    • a. indien het een onderzoek betreft naar de laatste akte waarbij het perceel is verkregen: € 27,–;

    • b. indien het een onderzoek naar erfdienstbaarheden of andere gegevens betreft, teruggaand tot maximaal:

      • 1°. het jaar 1929: € 68,–;

      • 2°. het jaar 1838: € 122,–.

  • 2 Voor het verrichten van overige werkzaamheden is per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed verschuldigd € 15,–.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het raadplegen van de door de Dienst gehouden kadastrale kaarten of daaraan ten grondslag liggende bescheiden is verschuldigd:

    • a. in geval van digitale raadpleging: per raadpleging € 1,40.

    • b. in geval van raadpleging op een kantoor van de Dienst als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet: per raadpleging € 10,–

  • 2 Voor de verstrekking van afschriften of uittreksels van de kadastrale kaarten of van de daaraan ten grondslag liggende bescheiden in papieren vorm is verschuldigd:

    • 1°. in geval van verstrekking op maximaal formaat A0: € 27,40;

    • 2°. in geval van verstrekking op maximaal formaat A3 of A4: € 10,–.

  • 3 Voor het raadplegen van een hulpkaart of de verstrekking van afschriften of uittreksels van een hulpkaart in papieren vorm zijn het eerste en tweede lid van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het in artikel 104, eerste lid, van de wet bedoelde verstrekken van een afschrift op een elektronische gegevensdrager van de door de Dienst gehouden kadastrale kaarten aan gemeenten en andere publiekrechtelijke lichamen is, behoudens het tweede lid, per perceel dat in het afschrift wordt betrokken, verschuldigd € 0,45.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is verschuldigd voor het verstrekken van een afschrift op een elektronische gegevensdrager van:

    • a. de totale kadastrale kaart: € 585.000,–, en

    • b. de kadastrale kaart betreffende de provincie:

      • 1°. Drenthe: € 34.000,–;

      • 2°. Flevoland: € 15.000,–;

      • 3°. Friesland: € 50.000,–;

      • 4°. Gelderland: € 108.000,–;

      • 5°. Groningen: € 34.000,–;

      • 6°. Limburg: € 69.000,–;

      • 7°. Noord-Brabant: € 130.000,–;

      • 8°. Noord-Holland: € 101.000,–;

      • 9°. Overijssel: € 65.000,–;

      • 10°. Utrecht: € 50.000,–;

      • 11°. Zeeland: € 29.000,–, en

      • 12°. Zuid-Holland: € 123.000,–.

  • 3 Per jaar is voor een abonnement op de wijzigingen in de gegevens, bedoeld in het eerste en tweede lid, per 1000 percelen verschuldigd:

    • a. indien de wijzigingen worden verstrekt op een elektronische gegevensdrager: € 140,–, en

    • b. indien de wijzigingen worden verstrekt door middel van het openbare internet: € 90,–.

Artikel 15

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het te velde verstrekken van inlichtingen over de ligging van de kadastrale grenzen van een perceel is per grens tussen twee percelen verschuldigd € 250,–.

  • 2 Ingeval inlichtingen over de ligging van kadastrale grenzen op andere wijze dan te velde worden verstrekt is per grens tussen twee percelen verschuldigd € 23,40.

Artikel 16

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het op verzoek vormen van percelen is per nieuw te vormen perceel verschuldigd:

  • a. indien percelen moeten worden gesplitst: € 175,–;

  • b. indien uitsluitend percelen moeten worden samengevoegd: € 95,–.

Artikel 17

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor de afgifte van een verklaring in papieren of elektronische vorm inhoudende de complexaanduiding ter zake van appartementsrechten is verschuldigd € 140,–.

Artikel 18

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Voor het in depot nemen van tekeningen en andere stukken in papieren vorm die deel uitmaken van een stuk dat in elektronische vorm ter inschrijving zal worden aangeboden als bedoeld in artikel 11b, vijfde lid, van de wet is verschuldigd € 55,–.

Artikel 19

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave in papieren of elektronische vorm betreffende punten uit het net van coördinaatpunten, bedoeld in artikel 100, eerste en derde lid, van de wet, is verschuldigd:

    • a. In geval van eenmalige verstrekking:

      • 1°. per kernnetpunt op analoge wijze of op een gegevensdrager € 25,–;

      • 2°. per ander punt op analoge wijze of op een gegevensdrager € 9,–;

      • 3°. per lijst van coördinaten van kernnetpunten € 50,–;

    • b. door abonnees, per jaar:

      • 1°. voor digitale raadpleging per kernnetpunt € 9,–, met dien verstande dat bij een abonnement op verschillende kernnetpunten ten hoogste € 2700,– per jaar is verschuldigd;

      • 2°. per kernnetpunt dat op analoge wijze of op een gegevensdrager wordt verstrekt € 18,–, met dien verstande dat bij een abonnement op verschillende kernnetpunten ten hoogste € 5400,– per jaar is verschuldigd .

  • 2 Voor het verstrekken van een opgave in papieren of elektronische vorm betreffende de overige tot de meetkundige grondslag behorende vaste punten is verschuldigd: per coördinatenpaar € 25,70.

Artikel 20

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het aanbrengen van een brandmerk op een schip of het opnieuw aanbrengen daarvan, is per brandmerk verschuldigd € 150,–.

  • 2 Indien de werkzaamheden buiten Nederland moeten worden verricht, zijn eveneens de reis- en verblijfkosten van de desbetreffende medewerker verschuldigd, zoals die van tevoren door de Dienst kenbaar worden gemaakt.

Artikel 21

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave op een elektronische gegevensdrager, bestaande uit gegevens die zijn samengesteld uit de gegevens welke door de Dienst bij het vervullen van de door hem opgedragen taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, zijn verkregen, is verschuldigd:

    • a. voor een opgave inzake vastgoedtransacties:

      • 1°. per akte die in de opgave is betrokken:

        • indien het de gegevens per gemeente betreft: € 0,04;

        • indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 0,05;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op alle door de Dienst gehouden gegevens betreffende vastgoedtransacties:

        • indien het de gegevens per gemeente betreft: € 13.500,–;

        • indien het de gegevens per 6-positie postcodegebied betreft: € 21.600,–;

      • 3°. indien het andere gegevens betreft dan bedoeld onder 1°: per akte: € 1,27;

    • b. voor een opgave inzake hypotheken: de tarieven, bedoeld onder a;

    • c. voor een opgave inzake gemiddelde koopsommen:

      • 1°. indien het een standaard koopsomrapport betreft:

        • per stuk: € 10,80;

        • per jaar voor een abonnement op het koopsomrapport: € 45,–;

      • 2°. indien het individuele koopsommen betreft, per stuk: € 0,85;

      • 3°. indien het een bestand met koopsommen betreft: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van onderdeel a;

    • d. voor een opgave inzake gemiddelde vastgoedtransacties, hypotheken of koopsommen:

      • 1°. indien de gegevens ouder zijn dan twee jaar en niet ouder dan drie jaar: 75%;

      • 2°. indien de gegevens ouder zijn dan drie jaar en niet ouder dan vier jaar: 50%;

      • 3°. indien de gegevens ouder zijn dan vier jaar: 25%;

      van de tarieven, bedoeld in de onderdelen a, b of c, onder 3°;

    • e. voor een opgave inzake het aantal akten of rechtsfeiten, een gemiddelde koopsom, een woningindex of andere getallen of bedragen:

      • 1°. per aantal of getal: € 10,80;

      • 2°. indien het aantallen openstaande hypotheken betreft, per verstrekt aantal per postcodegebied: € 0,05;

    • f. voor een opgave inzake de relatie tussen een perceel en een ander gegeven:

      • 1°. per relatie tussen perceel en rechthebbende: € 0,90;

      • 2°. bij meer dan 50.000 relaties tussen perceel en rechthebbende, per relatie: € 0,68;

      • 3°. bij meer dan 100.000 relaties tussen perceel en rechthebbende, per relatie: € 0,45;

      • 4°. bij andere relaties dan de relatie tussen perceel en rechthebbende, per relatie: € 0,45.

    • g. voor een opgave inzake de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een plaatscoördinaat:

      • 1°. per koppeling: € 0,03;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op alle door de Dienst gehouden gegevens betreffende de koppeling tussen een adres en een adrescoördinaat, dan wel tussen een perceel, een adres en een plaatscoördinaat: 20% van het tarief, bedoeld onder 1°, met dien verstande dat per jaar ten hoogste € 36.000,– verschuldigd is;

    • h. voor een opgave inzake de centroïden of de vlakken van de postcodegebieden:

      • 1°. indien het betreft het gehele 6-positie postcode bestand: € 9.000,–;

      • 2°. indien het betreft het gehele 5-positie postcode bestand: € 900,–;

      • 3°. indien het betreft het gehele 4-positie postcode bestand: € 120,–;

      • 4°. per jaar voor een abonnement op de onder 1° en 2° bedoelde gegevens, een bedrag gelijk aan 20% van de aldaar genoemde tarieven;

      • 5°. indien tevens de opgave, bedoeld onder g, wordt verstrekt: € 180–;

    • i. voor een opgave inzake cartografische gegevens zonder de kadastrale grenzen:

      • 1°. indien het een kaart met gebouwen betreft, per bebouwd perceel: € 0,13;

      • 2°. indien het een bestand met gebiedsgrenzen betreft: € 675,–;

    • j. voor een opgave inzake de postcodes per bedrijfsterrein:

      • 1°. indien het betreft het gehele bestand: € 1.800,–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 360,–;

    • k. voor een opgave inzake de postcodes per bestaande wijk:

      • 1°. indien het betreft het gehele bestand: € 1.350–;

      • 2°. per jaar voor een abonnement op het gehele bestand: € 270,–, en

    • l. voor een opgave inzake andere gegevens dan de gegevens, bedoeld onder a tot en met k: per minuut die aan het opmaken van die opgave is besteed door middel van een computer: € 25,20.

  • 2 Indien de opgave, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met k, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die onderdelen, verschuldigd:

    • a. per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer: € 25,20, en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: € 15,–.

  • 3 Indien de opgave, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met k, met een beperktere inhoud dan de standaardopgave wordt verstrekt, is verschuldigd een tarief dat gelijk is aan de tarieven, bedoeld in die onderdelen, waarbij per minuut minder bestede tijd een vermindering met € 25,20 wordt toegepast.

  • 4 Voor het digitaal raadplegen van bestanden bestaande uit gegevens die zijn samengesteld uit de gegevens welke door de Dienst bij het vervullen van de door hem opgedragen taken, bedoeld in artikel 3 van de wet, zijn verkregen is verschuldigd:

    • a. indien het bestanden inzake de gemiddelde koopsom per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 0,45;

    • b. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties per 6-positie postcodegebied betreft, per raadpleging: € 1,40;

    • c. indien het bestanden inzake vastgoedtransacties agrarische gronden betreft, per transactie: € 0,45;

    • d. indien het bestanden betreft met foto’s of andere feitelijke gegevens van een pand of gebied, per raadpleging: € 4,50.

Artikel 22

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Voor het verstrekken van een opgave op een elektronische gegevensdrager of in papieren vorm bestaande uit gegevens, die de Dienst heeft verkregen in het kader van de uitvoering van de taken, genoemd in artikel 3, eerste lid, onder f en g, van de wet, dan wel gegevens die daaruit zijn samengesteld, is verschuldigd:

    • a. voor een opgave inzake gegevens uit het geografisch basisbestand TOP10NL per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 9,–;

    • b. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP25raster per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 0,07;

    • c. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50vector per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 1,75;

    • d. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50raster per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 0,03;

    • e. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP100vector per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 0,65;

    • f. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP250vector per jaar voor een abonnement: € 3.330,–;

    • g. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP250raster per jaar voor een abonnement: € 125,–;

    • h. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP500vector per jaar voor een abonnement: € 1.530,–;

    • i. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOPmap per jaar voor een abonnement per afgebeelde km2: € 0,02;

    • j. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP25tomove: € 99,95;

    • k. voor een opgave inzake een regionaal bestand TOP25tomove: € 29,95;

    • l. voor een opgave inzake het landelijk bestand TOP250namen: € 315,–;

    • m. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP25namen per kaartblad 1:25.000: € 22,50;

    • n. voor een opgave inzake gegevens uit het bestand TOP50namen per kaartblad 1:50.000: € 7,65;

    • o. voor een opgave inzake topografische hoogtegegevens:

      • 1°. uit het bestand TOPstakels:

        • per punt: € 0,68;

        • het landelijk bestand: € 10.800,–;

      • 2°. uit het terreinhoogtebestand:

        • het landelijk bestand, level 1: € 9.000,–;

        • het landelijk bestand, level 2: € 11.700–;

    • p. voor een digitale luchtfoto: € 45,–;

    • q. voor een orthofoto mozaïek: € 203,–;

    • r. voor analoge topografische kaarten:

      • 1°. per kaartblad op schaal 1:10.000: € 8,90;

      • 2°. per kaartblad op schaal 1:25.000: € 6,25;

      • 3°. per kaartblad op schaal 1:50.000: € 5,10;

      • 4°. per dubbelzijdige wegenkaart: € 4,40;

      • 5°. per wandkaart: € 8,90;

      • 6°. per gemeentekaart: € 8,10;

      • 7°. per kopie van een historische kaart, formaat A0: € 6,85;

      • 8°. per kleurenkopie van een historische kaart, formaat A1: € 30,–;

      • 9°. indien het lamineren van een kaartblad betreft: per stuk € 3,50;

    • s. voor analoge luchtfoto’s:

      • 1°. per negatief of diapositief: € 45,–;

      • 2°. per contactafdruk op schaal 1:18.000: € 18,–;

      • 3°. per vergroting op schaal 1:10.000: € 45,–;

      • 4°. per vergroting op schaal 1:5.000: € 116,90;

      • 5°. per vergroting op schaal 1:2.500: € 351,60;

    • t. voor een opgave inzake andere gegevens dan de gegevens, bedoeld onder a tot en met i en l tot en met o: per minuut die aan het opmaken van die opgave is besteed door middel van een computer: € 24,65;

    • u. voor de publicatie van een opgave als bedoeld onder a tot en met t:

      • 1°. in analoge vorm, per 1.000 stuks per dm2: € 2,50;

      • 2°. in digitale vorm op een gegevensdrager, per 1.000 stuks per dm2: € 2,50;

      • 3°. in digitale vorm op een publieksnetwerk, per 1.000 maphits per fragment van 20 × 20 cm: € 4,50.

  • 2 Voor de verstrekking van een opgave als bedoeld in het eerste lid, onder b tot en met i en q, aan abonnees op de opgave, bedoeld in het eerste lid, onder a, is een tarief verschuldigd dat gelijk is aan 20% van de aldaar genoemde tarieven.

  • 3 Indien de opgaven, bedoeld in het eerste lid, onder a tot en met k:

    • a. een beperkte inhoud hebben, is een tarief verschuldigd dat gelijk is aan 60% van de aldaar genoemde tarieven;

    • b. opnieuw worden verstrekt, is een tarief verschuldigd dat gelijk is aan 50% van de aldaar genoemde tarieven.

  • 4 Indien de opgave, de luchtfoto, de orthofoto mozaïek of de topografische kaart, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a tot en met i en l tot en met s, in een andere vorm of met een uitgebreidere inhoud dan de standaardopgave, luchtfoto, orthofoto mozaïek of topografische kaart wordt verstrekt, is naast het tarief, bedoeld in die onderdelen, verschuldigd:

    • a. per minuut die daaraan is besteed door middel van een computer: € 24,65 en

    • b. per kwartier dat een medewerker van de Dienst daaraan heeft besteed: € 15,–.

  • 5 Voor het verrichten van werkzaamheden met behulp van een topografisch werkstation, is per kwartier per persoon verschuldigd:

    • a. indien het een cartograaf betreft: € 27,–;

    • b. indien het een digitaliseerder betreft: € 16,–.

Hoofdstuk 3. Overgangs- en slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 23

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 2 Voor de toepassing van de artikelen 8, derde lid, en 14, derde lid, wordt uitgegaan van het aantal objecten dan wel percelen waaruit het desbetreffende gebied bestaat op 1 januari van het jaar waarin de gegevensverstrekking plaatsvindt.

Artikel 25

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 26

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarieven Kadaster.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2003

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

S.M. Dekker