Bijlage III. : Werkvoorschrift voor het nemen van monsters op de kuikenbroederij
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Doel
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Dit werkvoorschrift beschrijft de donsmonstername, meconiumrnonstername en monstername
van liggenblijvers in kuikenbroederijen, voor de verplichte monitoring, zoals voorgeschreven
in het 'Hygiënebesluit Kuikenbroederijen 2003' en anderzijds voor monitoring van vermeerderingskoppels
door middel van donsonderzoek, meconiumondertoek of onderzoek bij liggenblijvers uit
de broederij. De monsters worden genomen door een medewerker van de broederij.
Toelichting
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
De kuikenbroederijen dienen altijd donsmonsters, meconiummonsters of monsters van
liggenblijvers te nemen.
De frequentie van de monstername wordt weergegeven in de tabel:
Type kuikenbroederij
|
Frequentie onderzoek
|
broederijen voor de productie van eendagskuikens van moederdieren vleesrassen en broederijen
voor de productie van eendagskuikens voor de productie van vlees
|
iedere uitkomstkast en iedere uitkomst
|
Naast de reguliere door de broederijen uit te voeren bemonstering van dons, meconium
of liggenblijvers dient, tenminste eens in de acht weken, de monstername van dons,
van meconium of van liggenblijvers ook door het Controle Bureau Dierlijke Sector (hierna
te noemen CBD), of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon of door een
bevoegd dierenarts te geschieden. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan
met de GD.
De ondernemer is zelf verantwoordelijk voor het tijdig laten nemen van monsters. Het
nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de GD. Monsters dienen te worden
genomen uit alle uitkomstkasten waar op dat moment redelijkerwijs kan worden bemonsterd
op dons, meconium dan wel liggenblijvers. Voor uitkomstkasten, waarin slechts broedeieren
aanwezig zijn van fok- of verrneerderingsdieren waarop periodiek bloed- of mestonderzoek
wordt uitgevoerd, is dit niet verplicht.
In de broederij worden donsmonsters, meconiummonsters of monsters van liggenblijvers
genomen door de broederij. De respectievelijke donsmonsters, meconiummonsters of monsters
van liggenblijvers worden genomen onder verantwoordelijkheid van de ondernemer die
de broederij uitoefent, volgens het Werkvoorschrift voor het nemen van monsters op
de kuikenbroederij, zoals opgenomen in Bijlage III van het Hygiënebesluit kuikenbroederijen
2003. De monsters worden geanalyseerd door een door de Voorzitter van het Productschap
erkend laboratorium.
Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naar de vier hoofdgroepen en S.e./S.t..
Indien er twijfel bestaat ten aanzien van de oorzaak van de besmetting moet een nadere
serotypering gedaan worden. Het betrokken serotype moet te allen tijde bekend zijn.
Wanneer gekozen wordt voor het bemonsteringsschema van tabel 2, moet tevens worden
voldaan aan de voorwaarden van onderdeel C.
Actie bij positieve bevindingen
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Wanneer de respectievelijke donsuitslag, meconiumuitslag of uitslag van het onderzoek
op liggenblijvers van de voorgaande uitkomst van het betreffende koppel vermeerderingsdieren
S.e. of S.t. positief was, dienen bij de volgende uitkomst (na bekend worden van de
positieve uitsIag) van dit koppel pluimvee naast het verrichte onderzoek, 60 liggenblijvers
te worden bemonsterd. Deze monsters worden genomen onder verantwoordelijkheid van
de ondernemer die de broederij uitoefent, volgens het Werkvoorschrift voor het nemen
van monsters op de kuikenbroederij, zoals opgenomen in Bijlage III van het Hygiënebesluit
kuikenbroederijen 2003. De monsters worden geanalyseerd door een door de Voorzitter
van het Productschap erkend laboratorium.
Laboratorium
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Laboratoria die monsters analyseren t. b.v. het monitoringsprogramrna Salmonella
dienen erkend te zijn door de Voorzitter van het Productschap.
- -
Monsters dienen te worden geanalyseerd op alle typen Salmonella. Wanneer de monsters
Salmonella-positief zijn, dienen ze te worden getypeerd naar de vier hoofdgroepen
en S.e. en S.t.. Indien er twijfel bestaat ten aanzien van de oorzaak van de besmetting
moet een nadere serotypering worden gedaan. Het betrokken serotype moet te allen tijde
bekend zijn.
- -
Alle bevindingen van Salmonella dienen direct (dag van bekend worden) naar de broederij
te worden teruggekoppeld.
Eisen aan de monstername door de broederij
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
De broederij neemt per vermeerderaar ten minste iedere uitkomst monsters om te onderzoeken
op Salmonella. De monstername dient gebaseerd te zijn op minimaal één dagproductie.
- -
Wanneer eieren uit verschillende stallen van dezelfde vermeerderaar in meerdere broedkasten
worden ingelegd, dient de broederij er zorg voor te dragen dat broedeieren afkomstig
uit alle stallen worden bemonsterd.
- -
De monsters worden genomen volgens de werkvoorschriften van bijlage III van het Hygiënebesluit
kuikenbroederijen 2003. De monsters worden op Salmonella onderzocht door een laboratorium
dat voldoet aan de eisen uit het Besluit Protocollen Hygiënevoorschriften Pluimveehouderij
1999.
- -
Wanneer van een vermeerderaar tweemaal binnen 4 weken in een monster van de broederij
Salmonella wordt aangetroffen, wordt logistiek gebroed. Indien S.e./S.t. wordt aangetroffen
wordt onmiddeilijk logistiek gebroed. Wanneer bij een koppel verrneerderingsdieren
bij de monitoring op het vermeerderingsbedrijf Salmonella wordt aangetroffen, aangetoond
middels het verificatieonderzoek op het tweewekelijkse mestonderzoek, wordt tevens
onmiddellijk logistiek gebroed.
- -
Indien een Salmonella paratyphi B var. Java wordt gevonden bij de dons-, meconium-
of liggenblijversonderzoeken moet dit binnen 48 uur aan het Productschap worden gemeld.
- -
De broederij beschikt over een bijgehouden administratie, die twee jaar wordt bewaard.
Deze administratie dient onderdeel te vormen van de PPE/IKB- administratie. De administratie
dient inzichtelijk te zijn. Per vermeerderaar dienen alle resultaten van Salmonella-onderzoek
te worden bewaard. Wanneer Salmonella bij een stal wordt aangetoond dienen alle relevante
gegevens van deze stal aan de administratie te worden toegevoegd, te weten:
- -
uitslag bemonstering;
- -
datum van bemonstering;
- -
datum melding aan de GD (S.e./S.t.) of aan het door de voorzitter van het Productschap
erkende laboratorium (overige Salmonellae);
- -
datum en beschrijving genomen acties in de broederij en evt. bij de vermeerderaar
(ruimen/behandelen).
- -
Maandelijks wordt aan de GD een rapportage gezonden met daarin o.a.:
- -
aantal vermeerderaars dat via de broederij is gescreend;
- -
overzicht van VB-nummers dat via de broederij is gescreend;
- -
aantal koppels per vermeerderaar en het nummer van de koppels dat via de broederij
is gescreend;
- -
alle uitslagen (positief en negatief) van de door de broederij gescreende koppels
en vermeerderaars, voorzien van koppel en VB-nummer;
- -
aantal koppels waarbij Salmonella is aangetoond; gegevens van de koppels waarbij
Salmonella is aangetoond;
- -
De broederij geeft maandelijks een overzicht van alle Salmonella uitslagen behorende
bij het vermeerderingskoppel door aan de betreffende vermeerderaar.
- -
Wanneer in een mestmonster bij het vermeerderingsbedrijf Salmonella wordt aangetroffen
en er niet wordt geruimd dienen, indien de eieren afkomstig zijn van met Salmonella
besmette koppels, de besmette eieren behandeld te worden (hetzij in ovo, hetzij bij
de uitkomst). Indien alle monitoringsresultaten van een koppel vleeskuikens na de
broederij negatieve uitslagen geven hoeven de vleeskuikens niet logistiek geslacht
te worden. De pluimveehouder/broederij kan bij een Salmonellabesmetting te allen tijde
er voor kiezen om de eieren te ruimen.
- -
Naast de reguliere door de broederijen uit te voeren bemonstering van dons, meconium
of liggenblijvers dient, tenminste eens in de acht weken, de monstername van dons,
van meconium of van liggenblijvers ook door het Controle Bureau Dierlijke Sector (hierna
te noemen CBD), of een andere door het PPE aangewezen instantie/persoon of door een
bevoegd dierenarts te geschieden. Terzake moet(en) deze(n) een overeenkomst zijn aangegaan
met de GD. Het nemen van de monsters wordt verder aangestuurd door de GD. Monsters
dienen te worden genomen uit alle uitkomstkasten waar op dat moment redelijkerwijs
kan worden bemonsterd op dons, meconium dan wel liggenblijvers.
C. Voor het nemen van monsters van liggenblijvers geldt:
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Benodigdheden
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Werkwijze
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Aantal locatie te nemen monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Uitvoering monstername
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
De monsters dienen op verschillende plaatsen in de uitkomstkasten genomen te worden.
- -
Monstername dient te geschieden zonder de eieren te beschadigen of anderszins risico
van kruisbesmetting te lopen.
- -
De monsters kunnen in één plastic pot of zak worden verzameld.
- -
Doe dit zo dat de monsters niet met iets anders in aanraking komen, om evt. besmetting
van/vanuit de omgeving te voorkomen.
- -
De verantwoordelijkheid om de uitslagen van de monsters te traceren op stalniveau
ligt bij de broederij. Deze moet via een protocol aantonen hoe dit wordt beheerst.
- -
Sluit iedere pot of plastic zak direct na het vullen zorgvuldig.
- -
Voorzie elke pot of plastic zak van een etiket met de volgende gegevens:
- -
De broederij dient te beschikken over een protocol waarin is vermeld:
-
wie verantwoordelijk is voor de monstername
-
hoe, waar en wanneer de monstername wordt uitgevoerd
-
hoe de monsters kunnen worden getraceerd naar het bedrijf/de stal(len) van herkomst.
Inzendformulier
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Elke inzending moet vergezeld gaan van minimaal de volgende gegevens: de monsterdatum,
het stalnummer en de afzender (KIP-nummeren naam pluimveehouder).
- -
Een document met daarop deze gegevens dient aanwezig te blijven op de broederij ten
behoeve van controle door derden
Verzenden monsters
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
De monsters moeten binnen 48 uur aanwezig zijn bij een door de voorzitter van het
Productschap erkend laboratorium.
- -
De monsters moeten zo zijn verpakt dat onderweg geen lekkage kan optreden en zo zijn
geadresseerd dat voor de transporteur en de ontvanger geen verwarring ontstaat.
Resultaten onderzoek
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
- -
Er dient een deugdelijke registratie bijgehouden te worden per vermeerderaar, per
fokbedrijf en per stal, waarin alle resultaten van het Salmonella-onderzoek (ook wanneer
deze negatief uitwijst) worden vastgelegd. Deze dient minimaal twee jaar na ruimen
van het desbetreffende koppel te worden bewaard (in verband met traceringsonderzoeken
en systeemcontrole).
- -
De monsters worden door het door de voorzitter van het Productschap erkende laboratorium
geanalyseerd op aan- of afwezigheid van Salmonella.
Wanneer Salmonella aanwezig is, wordt getypeerd naarde vier hoofdgroepen en S.e. en
S.t. Indien er twijfel bestaat ten aanzien van de oorzaak van de besmetting moet een
nadere serotypering gedaan worden. Het betrokken serotype moet te allen bekend zijn.
Voorbewerking monstermateriaal liggenblijvers
[Regeling vervallen per 26-08-2007]
Het monster liggenblijvers van 60 stuks wordt in zijn geheel gehomogeniseerd in een
steriele mixer, dan wel worden er enkele deelmonsters elk bestaande uit 10 a 15 eieren
van gemaakt, die afzonderlijk worden gehomogeniseerd. Uit elk homogenisaat wordt vervolgens
een monster genomen van circa 25 g, dat wordt verdund met 1:10 BPW voor Salmonella
analyse.