U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 31-10-2008.]Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 26-04-2006. Geldend van 26-02-2004 t/m 31-07-2007
Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,
Gelet op:
de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCenW-subsidies;
Besluit
[Regeling vervallen per 31-10-2008]
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. minister:
de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap
b. bevoegd gezag:
het bevoegd gezag van een school of instelling waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is.
c. netwerk:
een netwerk van culturele instellingen en scholen in de in de bijlage genoemde gemeenten of de provincies.
De minister verstrekt aan het bevoegd gezag een subsidie voor drie achtereenvolgende schooljaren: 2004 - 2005, 2005 - 2006 en 2006 - 2007, waarmee de desbetreffende school gedurende deze drie schooljaren een visie ontwikkelt op de functie van cultuureducatie in haar onderwijsprogramma en deze visie in samenwerking met haar culturele omgeving vertaalt in een samenhangend geheel van cultuureducatieve activiteiten.
1 Een subsidie wordt op aanvraag verleend aan het bevoegd gezag ten behoeve van de in de aanvraag genoemde school.
2 Met inachtneming van artikel 4 wordt de subsidie per schooljaar verstrekt in twee termijnen.
De subsidie bestaat voor de in artikel 2 genoemde drie schooljaren telkens uit een bedrag van € 10,90 per leerling van de school. Het aantal leerlingen per schooljaar wordt vastgesteld op basis van de teldatum 1 oktober van het voorafgaande schooljaar.
1 Voor subsidieverlening is ten behoeve van elk van de schooljaren 2004 - 2005, 2005 - 2006 en 2006 - 2007 een bedrag van € 1.800.000 beschikbaar.
2 De minister kent het voor subsidie beschikbare bedrag aan schoolbesturen toe in volgorde van ontvangst van de aanvragen.
3 Bij de toekenning wordt, met inachtneming van het tweede lid, een evenredige toekenning aangehouden over de in de bijlage genoemde regio’s. Ten behoeve van aanvragende schoolbesturen die binnen deze regio’s vallen, is voor elke regio allereerst een bedrag beschikbaar dat overeenkomt met 10% van het aantal leerlingen dat onder de desbetreffende partij ressorteert op de teldatum 1 oktober 2003 in het basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs.
4 Indien met toekenning op grond van het derde lid, het subsidieplafond wordt bereikt, worden de resterende aanvragen afgewezen.
5 Indien na toekenning op grond van het derde lid, het voor subsidie beschikbare bedrag niet is uitgeput, is het resterende bedrag voor gelijke bedragen beschikbaar voor de in de bijlage genoemde partijen ten behoeve van de schoolbesturen waarvan de aanvraag nog niet werd toegekend. Bij de toekenning wordt het tweede lid in acht genomen.
6 De in het vijfde lid bedoelde verdeling wordt herhaald totdat het voor subsidie beschikbare bedrag is uitgeput dan wel totdat alle aanvragen zijn toegewezen.
1 Een aanvraag wordt ingediend bij:
CfI
t.a.v. BPO/PPA
postbus 606
2700 ML Zoetermeer
2 Een aanvraag vindt plaats door het inzenden van het volledig ingevulde en door het bevoegd gezag ondertekende aanvraag- en vragenformulier met het kenmerk CFI-64013. Dit formulier is te downloaden via www.cfi.nl. Het aanvraagformulier is eventueel ook te bestellen met het plaketiket CFI 84887.
1 Aanvragen voor deze regeling kunnen worden ingediend tot 1 mei 2004.
2 Aanvragen ingediend op of na 1 mei 2004 worden afgewezen.
3 Aanvragers ontvangen in juni 2004 een beschikking.
1 Voor een subsidie kan een bevoegd gezag in aanmerking komen indien het voldoet aan de volgende voorwaarden:
de school ontwikkelt een meerjarige visie op de functie van cultuureducatie in zijn onderwijsprogramma; uiterlijk op het eind van het eerste subsidiejaar neemt de school zijn cultuureducatiebeleid op in het schoolplan;
de school gaat structureel deelnemen aan een netwerk van scholen en culturele instellingen, waarbij in ieder geval de afstemming tussen vraag en aanbod en kennisoverdracht naar andere scholen een rol spelen;
de school organiseert activiteiten op het gebied van cultuureducatie die samenhangen met de meerjarige visie op cultuureducatie;
de school besteedt aandacht aan nascholing en opleiding van haar leraren;
de school werkt mee aan nulmeting en (tussentijdse) evaluatie;
na de verplichtstelling van het jaarverslag wordt de besteding hierin herkenbaar opgenomen.
2 Het bevoegd gezag is verplicht de minister en de door haar aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven die deze in verband met de ontvangen subsidie verlangen. Het bevoegd gezag geeft desgewenst aan voornoemde ambtenaren de boeken en bescheiden ter inzage.
3 Indien het bevoegd gezag in enig jaar niet voldoet aan de subsidievoorwaarden kan de minister besluiten de subsidie voor de daarop volgende schooljaren niet toe te kennen.
Subsidie ten laste van een begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die nog niet is vastge-steld, wordt verleend onder de voorwaarde dat door de wetgever voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
1 De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de kosten die zijn verbonden aan het in artikel 2 van deze regeling omschreven doel. Eventuele niet bestede middelen of overschotten per 1 januari 2008 of middelen die in strijd met de voorwaarden van deze regeling zijn besteed, kunnen worden teruggevorderd.
2 De verklaring van de accountant bij de aanvraag vaststelling rijksvergoeding (AVR) over het jaar waarin deze subsidie is besteed bevat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie.
Deze regeling wordt met toelichting in het Gele katern geplaatst. Van deze plaatsing wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van publicatie in het Gele katern waarin het wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs.
minister
M.J.A. van der Hoeven
De evenredige verdeling die in artikel 5 wordt genoemd zal plaatsvinden over de convenantpartners van het Actieplan Cultuurbereik. Dit zijn de twaalf provincies en de volgende gemeenten:
1. Alkmaar
2. Almere
3. Amersfoort
4. Amsterdam
5. Apeldoorn
6. Arnhem
7. Breda
8. Delft
9. Dordrecht
10. Drenthe (zonder Emmen)
11. Ede
12. Eindhoven
13. Emmen
14. Enschede
15. Flevoland (zonder Almere)
16. Friesland (zonder Leeuwarden)
17. Gelderland (zonder Arnhem, Apeldoorn, Ede en Nijmegen)
18. Groningen
19. Groningen (zonder de stad Groningen)
20. Haarlem
21. Haarlemmermeer
22. Heerlen
23. Hengelo Overijssel
24. Leeuwarden
25. Leiden
26. Limburg (zonder Heerlen en Maastricht)
27. Maastricht
28. Nijmegen
29. Noord-Brabant (zonder Breda, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg)
30. Noord-Holland (zonder Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Zaanstad en Haarlemmermeer)
31. Overijssel (zonder Enschede, Hengelo en Zwolle)
32. Rotterdam
33. ’s-Gravenhage
34. ’s-Hertogenbosch
35. Tilburg
36. Utrecht
37. Utrecht (zonder Utrecht en Amersfoort)
38. Zaanstad
39. Zeeland
40. Zoetermeer
41. Zuid-Holland (zonder Delft, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Zoetermeer)
42. Zwolle
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.