Mandaatbesluit Uitkeringsinstituut werknemersverzekeringen voor uitvoering diverse werkloosheidsregelingen

Geraadpleegd op 21-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 21-04-2004.
Geldend van 01-04-2004 t/m heden

Besluit van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap tot het verlenen van mandaat aan het Uitkeringsinstituut werknemersverzekeringen voor de uitvoering van diverse werkloosheidsregelingen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Mandaat

Opdrachtgever verleent aan UWV het volgende mandaat:

  • 1. UWV is bevoegd om namens Opdrachtgever al die besluiten te nemen die Opdrachtgever bij of krachtens de regelingen bevoegd is te nemen.

  • 2. UWV is bevoegd om verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur, dan wel in het kader van de Wet nationale ombudsman, dan wel verzoeken van een gelijksoortig karakter voor zover die verband houden met de uitvoering van de regelingen, namens Opdrachtgever af te handelen.

  • 3. UWV is bevoegd om in het kader van de uitvoering van de regelingen namens Opdrachtgever te beslissen op bezwaarschriften, met dien verstande dat degene die betrokken is bij het besluitvormingsproces ten aanzien van het bezwaarschrift niet ook betrokken is geweest bij het besluitvormingsproces in eerste aanleg.

  • 4. UWV is bevoegd om inzake de uitvoering van de regelingen namens Opdrachtgever in rechte op te treden en om namens Opdrachtgever tegen rechterlijke uitspraken ter zake al dan niet hoger beroep of cassatie in te stellen. Indien het een zaak betreft met een kennelijk aanzienlijk financieel of rechtspositioneel belang, oefent UWV deze bevoegdheid niet uit dan na verkregen instemming van Opdrachtgever en in voorkomend geval van de ex-werkgever van de wederpartij in de desbetreffende zaak. UWV is in dat geval wel bevoegd om vooruitlopend hierop zo nodig voorlopig hoger beroep of cassatie in te stellen.

  • 5. UWV is bevoegd tot het verlenen van ondermandaat aan bij UWV in dienst zijnde functionarissen.

Den Haag, 31 maart 2004

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M.J.A. van der Hoeven