III. Facultatieve voorzieningen
[Regeling vervallen per 01-01-2008]
-
1) Indien de reistijd woon-werkverkeer na (her)plaatsing in totaliteit met meer dan een
half uur per enkele reis wordt verlengd, kan die extra reistijd gedurende een periode
van 3 jaar door het bevoegd gezag als werktijd worden aangemerkt.
-
2) In overleg tussen het bevoegd gezag en de ambtenaar kan een passende werktijdregeling
worden overeengekomen (inclusief de mogelijkheid om in deeltijd te werken).
-
3) Indien de reistijd woon-werkverkeer door herplaatsing zodanig lang wordt dat daardoor
een normale uitoefening van de functie wordt belemmerd, kan het bevoegd gezag in overleg
met de betrokken ambtenaar telewerken toestaan. Daarbij is de Raamregeling telewerken van toepassing.
-
4). Het bevoegd gezag kan een af te bouwen tegemoetkoming in de ORT toekennen, die uitgaat
boven artikel 18 BBRA.
-
5) Het bevoegd gezag kan een af te bouwen tegemoetkoming in de verhoogde kosten woon-werkverkeer
toekennen, die uitgaat boven het Verplaatsingskostenbesluit 1989.
-
6) Indien de ambtenaar als gevolg van zijn/haar (her)plaatsing moet verhuizen en de meeverhuizende
partner om die reden de eigen baan moet opzeggen, kan het bevoegd gezag toestaan dat
die partner gebruik maakt van de ondersteuningsfaciliteiten van het mobiliteitscentrum
(of een soortgelijke voorziening) bij het zoeken naar een nieuwe baan.
-
7) Het bevoegd gezag kan besluiten tot het aanbieden van interim-functievervulling, detachering
en stages. Deze moeten wel bijdragen aan een vergroting van de (her)plaatsingsmogelijkheden.
-
8) De ambtenaar kan op diens verzoek aanvullende kortdurende begeleiding door een onafhankelijk
psycholoog of arbeidsdeskundige t.b.v. de emotionele verwerking van de reorganisatie
worden aangeboden. Dit met een maximum van € 3.000,= (incl. btw).
-
9) Aan de ambtenaar kunnen de kosten van outplacement, met inbegrip van de noodzakelijke
opleidingskosten, worden vergoed.
-
10) Het bevoegd gezag kan de ambtenaar andere werkzaamheden, bijvoorbeeld als coach of
mentor, laten verrichten. Dit kan in de vorm van een tijdelijke plaatsing, al dan
niet bovenformatief.
-
11) Bij ontslag van een herplaatsingkandidaat of remplaçant op eigen verzoek wegens het
aanvaarden van een baan buiten de sector Rijk op een lager salarisniveau, kan het
bevoegd gezag besluiten om gedurende maximaal 5 jaar een aanvulling op het salaris
te verlenen tot maximaal 100% van het oude salarisniveau. Deze aanvulling kan op verzoek
van de betrokkene worden afgekocht; de hoogte van de afkoopsom stelt het bevoegd gezag
in overleg met de betrokkene vast.
-
12) Door het bevoegd gezag kan bij ontslag op eigen verzoek binnen de herplaatsingstermijn
van 18 maanden een stimuleringspremie worden toegekend van maximaal 9 maandsalarissen.
-
13) Het bevoegd gezag kan de ambtenaar die op eigen verzoek ontslag neemt om een baan
buiten de sector Rijk te gaan vervullen gedurende maximaal 3 jaar gehele of gedeeltelijke
voortzetting van vergoeding van de kosten van kinderopvang en buitenschoolse opvang
toekennen, indien de nieuwe werkgever of de werkgever van de partner daartoe geen
regeling kent.
-
14) Bij ontslag op eigen verzoek voor het aanvangen van eigen bedrijfsactiviteiten, kan
het bevoegd gezag, op verzoek van de ambtenaar, besluiten het dienstverband maximaal
3 maanden langer in stand te laten, gedurende welke periode betrokkene de werktijd
geheel of gedeeltelijk aan de feitelijke start van bedrijfsactiviteiten mag besteden.
Deze periode van drie maanden kan op verzoek van de ambtenaar worden gekapitaliseerd.
Voorwaarde is indiening van een degelijk uitgewerkt businessplan en een bewijs van
inschrijving bij de Kamer van Koophandel. In plaats van deze voorziening kan het bevoegd
gezag, op verzoek van de ambtenaar, toestaan dat deze voor een periode van maximaal
6 maanden gebruik mag maken van een speciaal daartoe bestemde werkruimte, inclusief
nader te bepalen faciliteiten.
-
15) Het bevoegd gezag kan de ambtenaar ontheffing verlenen van de terugbetalingsverplichting
m.b.t. ouderschapsverlof en verhuis- en studiekostenvergoeding.
-
16) Indien binnen een jaar na herplaatsing blijkt dat de nieuwe functie toch niet passend
is, kan de ambtenaar één keer opnieuw door het bevoegd gezag worden aangewezen als
herplaatsingskandidaat. De periode die de ambtenaar vóór herplaatsing al herplaatsingskandidaat
is geweest, wordt dan in mindering gebracht op de nieuwe 18-maanden herplaatsingstermijn.
-
17) Het bevoegd gezag kan ambtenaren met een aanstelling voor bepaalde tijd anders dan
voor een proeftijd, gebruik laten maken van de ondersteuningsfaciliteiten van het
mobiliteitscentrum bij het zoeken naar een nieuwe baan onder de voorwaarde dat dit
niet leidt tot verdringing van herplaatsingskandidaten
-
18) Indien een medewerker buiten zijn schuld tijdens de proeftijd van 2 maanden (conform
het BW) wordt ontslagen, dan kan deze medewerker terugkeren naar het departement waaruit
hij is vertrokken en verkrijgt hij opnieuw de status van herplaatsingskandidaat. De
periode die de betrokkene vóór herplaatsing al herplaatsingskandidaat is geweest,
wordt dan in mindering gebracht op de nieuwe 18-maanden herplaatsingstermijn.
-
19) In de periode tot 1 januari 2005 kan de secretaris-generaal op individueel niveau
een zogeheten Fpu-arrangement aanbieden aan een Fpu-gerechtigde ambtenaar, mits daardoor
het gedwongen reorganisatieontslag van een niet Fpu-gerechtigde ambtenaar wordt voorkomen.
Dit arrangement dient in te gaan uiterlijk 1 december 2005.
De looptijd van het Fpu-arrangement bedraagt maximaal 8 jaar. Voor 55- en 56-jarigen
betekent dit dat de aanvulling op de Fpu stopt voor de pensioengerechtigde leeftijd
(65 jaar).
Bij een ontslag onder toekenning van een Fpu-arrangement kan tevens een proportionele
(naar rato van de diensttijd) ambtsjubileumgratificatie worden toegekend conform artikel 79 ARAR. Dit geldt ook voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten.