Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waterschappen 2004

[Regeling vervallen per 23-06-2009.]
Geraadpleegd op 25-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 17-08-2007 en zichtdatum 22-11-2024.
Geldend van 23-06-2004 t/m 22-06-2009

Besluit van de Minister van Justitie d.d. 15 juni 2004, nr. 5291919/504, houdende de aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Waterschappen

De Minister van Justitie,

Handelend in overeenstemming met de Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit;

Gelezen de verzoeken van de Unie van Waterschappen 19 april, kenmerk 12261 WB/SW, en van 18 mei 2004, kenmerk 13038 WB/SW;

Gelet op artikel 142, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede van de Wet op de economische delicten en op het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

Besluit:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

De ambtenaren, werkzaam bij een waterschap en belast met de daadwerkelijke handhaving van de waterstaats- en milieuwetgeving, zijn aangewezen tot buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

  • 2 De opsporingsbevoegdheid strekt zich uit tot het grondgebied van het waterschap waarbij de desbetreffende buitengewoon opsporingsambtenaar werkzaam is.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

Op grond van deze aanwijzing kunnen maximaal 220 personen tot buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

  • 1 Als toezichthouder voor de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissement waarbinnen de standplaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar is gelegen.

  • 2 Als direct toezichthouder is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps waarbinnen de standplaats van de buitengewoon opsporingsambtenaar is gelegen.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

De directeur van de Unie van Waterschappen brengt jaarlijks vóór 1 april, over het voorafgaande jaar, met betrekking tot bij de waterschappen werkzame buitengewoon opsporingsambtenaren, aan de Minister van Justitie verslag uit over:

  • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam op 31 december van het voorafgaande jaar bij de waterschappen;

  • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

  • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurd examen en hoeveel personen in dat jaar daarvoor zijn geslaagd.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 7 genoemde besluit, alsmede de individuele akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging en de overige benoemingsbescheiden van de buitengewoon opsporingsambtenaren die in dienst zijn van een waterschap, worden voor de duur van hun geldigheid of tot daarover nader zal zijn beslist, geacht te zijn akten en overige benoemingsbescheiden afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na inwerkingtreding.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 23-06-2009]

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Waterschappen 2004.

Dit besluit zal worden gepubliceerd in de Staatscourant en het Algemeen Politieblad.

Den Haag, 15 juni 2004

De

Minister

van Justitie,
namens deze:

Hoofd Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden

,

H.Ph. Mayer