Vergoedingenbesluit Regieraad voor de Bouw

[Regeling vervallen per 01-01-2010.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-12-2005 en zichtdatum 11-11-2024.
Geldend van 01-11-2004 t/m 31-12-2006

Besluit van 27 augustus 2004, houdende vaststelling van de vergoedingen voor de voorzitter en de leden van de Regieraad voor de Bouw

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 19 augustus 2004, nr. WJZ 4042615;

In overeenstemming met Onze Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit 1988;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De voorzitter van de Regieraad voor de Bouw ontvangt over de periode waarvoor de Regieraad is ingesteld een vaste vergoeding. De salarisschaal van de voorzitter wordt vastgesteld op het eerste niveau na schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,5.

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

De overige leden van de Regieraad voor de Bouw ontvangen over de periode waarvoor de Regieraad is ingesteld een vaste vergoeding. De salarisschaal van deze leden wordt vastgesteld op het eerste niveau na schaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. De deeltijdfactor wordt vastgesteld op 0,332.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

  • 1 Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 november 2004 en werkt terug tot en met 5 februari 2004.

  • 2 Dit besluit vervalt met ingang van 1 mei 2008.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2010]

Dit besluit wordt aangehaald als: Vergoedingenbesluit Regieraad voor de Bouw.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 27 augustus 2004

Beatrix

De

Minister

van Economische Zaken,

L.J. Brinkhorst