Wijzigingsbesluit Besluit trekkende bevolking WPO, enz. (bekostigingssysteem school voor varende kinderen)

Geraadpleegd op 20-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-08-2006.
Geldend van 29-12-2004 t/m heden

Besluit van 27 september 2004, houdende wijziging van het Besluit trekkende bevolking WPO in verband met vernieuwing van het bekostigingssysteem voor de school voor varende kinderen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 29 juni 2004, nr. WJZ/2004/30636 (2613), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 185 van de Wet op het primair onderwijs;

De Raad van State gehoord (advies van 2 september 2004, nr. W05.04.0346/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 21 september 2004, nr. WJZ/2004/43171 (2613), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel II. Overgangsrecht overdracht gebouwen, terreinen en roerende zaken scholen gehuisvest in een gebouw

  • 1 Met betrekking tot de huisvestingsvoorzieningen die voor 1 januari 1997 zijn gerealiseerd, blijft ten aanzien van de school die is gehuisvest in een gebouw als bedoeld in artikel C 21 van het Besluit trekkende bevolking WPO, genoemd artikel zoals dat luidde voor die datum, van toepassing. Daarbij wordt in voorkomende gevallen in overleg tussen de gemeente en het bevoegd gezag rekening gehouden met de na 1 januari 1997 gerealiseerde huisvestingsvoorzieningen.

  • 2 Op huisvestingsvoorzieningen die op of na 1 januari 1997 zijn gerealiseerd met betrekking tot een gebouw of terrein als bedoeld in het eerste lid, doch vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit, is artikel C 21 van het Besluit trekkende bevolking WPO zoals dat artikel luidde met ingang van 1 januari 1997, tot de datum van inwerkingtreding van dit besluit van toepassing. Daarbij wordt in voorkomende gevallen in het overleg tussen het Rijk en het bevoegd gezag rekening gehouden met de voor 1 januari 1997 gerealiseerde huisvestingsvoorzieningen.

Artikel III. Overgangsbepaling huisvestingskosten en vergoeding materiële instandhouding scholen gehuisvest in een gebouw

  • 1 [Red: Wijzigt het Wijzigingsbesluit Besluit trekkende bevolking WPO, enz. (decentralisatie van huisvestingsvoorzieningen).]

  • 2 Artikel VII, eerste lid, van het Besluit, bedoeld in het eerste lid, blijft van toepassing op de tijdvakken waarvoor het gelding had. Op geschillen die met betrekking tot dit artikel VII, eerste lid, zoals het luidde op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, op die datum in bezwaar of beroep aanhangig zijn of na die datum binnen de bezwaar- of beroepstermijn aanhangig zijn gemaakt, blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing. De tweede volzin is van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de aldaar bedoelde geschillen hebben geleid.

  • 3 Met betrekking tot huisvestingsvoorzieningen verstrekt het bevoegd gezag van de school voor varende kinderen met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, ten aanzien van scholen, gehuisvest in een gebouw zoals bedoeld in titel C van het Besluit trekkende bevolking WPO, aan de desbetreffende gemeente de vergoeding voor de kosten van de huisvesting die gold op grond van artikel VII, eerste lid, van het Besluit, bedoeld in het eerste lid, zoals dat artikel VII, eerste lid, luidde voor de datum van inwerkingtreding van dit besluit.

Artikel IV. Vervreemding, bezwaring en overdracht

  • 1 Indien gebouwen, terreinen, vaartuigen of andere roerende zaken, ten behoeve waarvan bekostiging wordt genoten, geheel of gedeeltelijk aan hun bestemming worden onttrokken, of met toestemming van Onze Minister worden vervreemd, anders dan bedoeld in artikel 56 van de wet, dan wel indien de bekostiging wordt beëindigd, is het bevoegd gezag aan het Rijk een bedrag verschuldigd. Het bevoegd gezag kan, buiten het geval van vervreemding, in plaats van betaling van dit bedrag de eigendom van die gebouwen, terreinen of roerende zaken anders dan vaartuigen, binnen 4 maanden aan het Rijk overdragen.

  • 2 Onze Minister stelt na overleg met het bevoegd gezag het bedrag, bedoeld in het eerste lid, vast op de grondslag van de waarde van de gebouwen, terreinen, vaartuigen of andere roerende zaken, de door het bevoegd gezag daarvoor ontvangen bekostiging en de uit eigen middelen bestede gelden.

Artikel V. Afkoop van restschulden

Het Rijk kan met het bestuur van de gemeenten Dordrecht, Terneuzen en Zwolle een regeling treffen tot betaling van het bedrag dat door elk van deze gemeenten is gedaan in verband met investeringen ten behoeve van huisvesting van de school voor varende kinderen. Het bedrag, bedoeld in de eerste volzin, is het bedrag dat resteert op het tijdstip waarop in een van deze gemeenten de desbetreffende huisvesting door deze school wordt verlaten.

Artikel VI. Afhandeling lopende bezwaren en beroepen

De ingevolge dit besluit gewijzigde artikelen van het Besluit trekkende bevolking WPO, zoals die artikelen luidden op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijven van toepassing op de tijdvakken waarvoor zij gelding hadden. Op geschillen die met betrekking tot de ingevolge dit besluit gewijzigde artikelen van het Besluit trekkende bevolking WPO, zoals die artikelen luidden op de dag voor de inwerkingtreding van dit besluit, op die datum in bezwaar of beroep aanhangig zijn of na die datum binnen de bezwaar- of beroepstermijn aanhangig zijn gemaakt, blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing. De tweede volzin is van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de aldaar bedoelde geschillen hebben geleid.

Artikel VII. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 september 2004

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de zesentwintigste oktober 2004

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner