-
a. de netto contante waarde van het genoten of nog te genieten voordeel van de willekeurige
afschrijving milieubedrijfsmiddelen op grond van artikel 3.31 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedraagt NCW Y,1 (0,9*Z*X) - ∑NCW Y,2 tm 10 (0,1*Z*X), waarbij:
NCW Y,1 = de disconteringsfactor bij disconteringspercentage Y in jaar 1;
NCW Y,2 tm 10 = de som van de disconteringsfactoren bij disconteringspercentage Y in de jaren 2
tot en met 10;
Z = het meldingsbedrag VAMIL dat in aanmerking komt voor aftrek;
Y = het disconteringspercentage bedoeld in het zevende lid;
X = het maximale belastingpercentage Inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting
dat van toepassing is in het jaar na het jaar van ingebruikname van de productieinstallatie-
waarbij tot en met 2004 voor de Inkomstenbelasting wordt uitgegaan van 52% en voor
de vennootschapsbelasting van 34,5%;
-
b. de netto contante waarde van het genoten of nog te genieten voordeel krachtens de
Uitvoeringsregeling energie-investeringsaftrek 2001 bedraagt NCW Y,1 (X*W*V), waarbij:
NCW Y,1 = de disconteringsfactor bij disconteringspercentage Y in jaar 1;
Y = het disconteringspercentage bedoeld in het zevende lid;
X = het maximale belastingpercentage Inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting
dat van toepassing is in het jaar na het jaar van ingebruikname van de productieinstallatie,
waarbij tot en met 2004 voor de Inkomstenbelasting wordt uitgegaan van 52% en voor
de vennootschapsbelasting van 34,5%;
W = het meldingsbedrag EIA dat in aanmerking komt voor aftrek;
V = het EIA aftrekpercentage dat van toepassing is op het moment van melding van de
investering in het kader van de EIA.
-
c. de netto contante waarde van het genoten of nog te genieten voordeel van de milieu-investeringsaftrek
op grond van artikel 3.42a van de Wet inkomstenbelasting 2001 bedraagt NCW Y,1 (X*U*T), waarbij:
NCW Y,1 = de disconteringsfactor bij disconteringspercentage Y in jaar 1;
Y = het disconteringspercentage bedoeld in het zevende lid;
X = het maximale belastingpercentage Inkomstenbelasting of Vennootschapsbelasting
dat van toepassing is in het jaar na het jaar van ingebruikname van de productieinstallatie,
waarbij tot en met 2004 voor de Inkomstenbelasting wordt uitgegaan van 52% en voor
de vennootschapsbelasting van 34,5%;
U = het meldingsbedrag MIA dat in aanmerking komt voor aftrek;
T = het MIA aftrekpercentage dat van toepassing is op het moment van melding van de
investering in het kader van de MIA.
-
d. De netto contante waarde van het genoten of nog te genieten voordeel uit een financiering
op grond van de Regeling groenprojecten wordt forfaitair vastgesteld op 1% van het
jaarlijkse leningsbedrag waarbij wordt uitgegaan van een over een periode van 10 jaar
lineair aflopend leningsbedrag.