c. Politiebevoegdheden en geweldsmiddelen
[Regeling vervallen per 01-04-2011]
Bij een aantal functies kunnen optioneel politiebevoegdheden en/of geweldsmiddelen
worden toegekend. Onder politiebevoegdheden worden verstaan de bevoegdheid om geweld
te gebruiken alsmede de bevoegdheid om een veiligheidsfouillering uit te voeren (resp.
artikel 8, eerste en derde lid van de Politiewet 1993). Onder geweldsmiddelen worden in deze circulaire verstaan de handboeien, de wapenstok,
de pepperspray, het vuurwapen en de surveillancehond.
De politiebevoegdheden en/of geweldsmiddelen worden bij de aanvraag of verlenging
van de akte van opsporingsbevoegdheid niet automatisch aan de buitengewoon opsporingsambtenaar
toegekend. Per geval dient de werkgever van de buitengewoon opsporingsambtenaar aan
te tonen dat de politiebevoegdheden/geweldsmiddelen noodzakelijk zijn voor de uitoefening
van de functie. De criteria waaraan moet worden voldaan voor de toekenning van politiebevoegdheden/geweldsmiddelen
worden vermeld in mijn circulaire Toekenning politiebevoegdheden en geweldsmiddelen
aan buitengewoon opsporingsambtenaren.
Het toekennen van politiebevoegdheden en/of geweldsmiddelen vindt in beginsel slechts
plaats aan overheidsfunctionarissen die, net als bij de toekenning van de opsporingsbevoegdheid
zelf, in bezoldigde dienst zijn bij ofwel een publieke rechtspersoon, ofwel een private
rechtspersoon die voor 100% in overheidshanden is en blijft. Op dit uitgangspunt wordt
een uitzondering gemaakt voor flora- en faunabeheerders die in dienst zijn van particulieren
of een particuliere organisatie en personen die werkzaam zijn bij de diverse afdelingen
van de Dierenbescherming. Van oudsher zijn aan deze groep buitengewoon opsporingsambtenaren
politiebevoegdheden en geweldsmiddelen toegekend, wegens de specifieke taak die zij
uitvoeren.
De pepperspray neemt een nieuwe plaats in bij de toekenning van geweldsmiddelen. Voorheen
was het immers niet mogelijk om buitengewoon opsporingsambtenaren uit te rusten met
pepperspray. Inmiddels is besloten om vooralsnog buitengewoon opsporingsambtenaren
die vuurwapendragend zijn uit te rusten met pepperspray, onder de voorwaarden zoals
vermeld in de Circulaire politiebevoegdheden en geweldsmiddelen. Buitengewoon opsporingsambtenaren
kunnen overigens eerst worden uitgerust met pepperspray als de Ambtsinstructie voor
de politie, de Koninklijke marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar is
gewijzigd. Dit zal in de loop van 2005 geschieden.
Toekenning van de wapenstok, de pepperspray en het vuurwapen aan buitengewoon opsporingsambtenaren
in dienst van de politie (de politieboa) geschiedt, op grond van de Bewapeningsregeling politie, door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en mij gezamenlijk.
Combinaties van functies met geweldsmiddelen
[Regeling vervallen per 01-04-2011]
In gevallen waarbij sprake is van de combinatie van twee functies bij één werkgever,
kan slechts het lichtst mogelijke geweldsmiddel dat kan worden toegekend bij één van
de functies, aan de buitengewoon opsporingsambtenaar worden toegekend. Indien bijvoorbeeld
sprake is van een functie waarbij handboeien en wapenstok kunnen worden toegekend
in combinatie met een functie waarbij slechts toekenning van handboeien mogelijk is,
kunnen alleen de handboeien worden toegekend. De reden hiervoor is dat voor diverse
boa-functies de noodzaak van geweldsmiddelen niet aanwezig is. Voorkomen moet worden
dat, bij een combinatie van functies, waarbij bijvoorbeeld in de ene functie geen
geweldsmiddelen zijn toegestaan (zoals controleur openbare ruimte) en in de andere
functie de handboeien en de wapenstok (zoals parkeercontroleur), de boa in een situatie
komt waarbij hij bij de geweldsmiddelen gebruikt terwijl hij daartoe, gelet op de
functie die hij uitoefent, niet bevoegd is.
In gevallen waarbij sprake is van de combinatie van twee functies bij verschillende
werkgevers, is bovengenoemde regel niet van toepassing. In dergelijke gevallen zullen
de geweldsmiddelen, indien wordt voldaan aan de toekenningscriteria, afzonderlijk
voor de betreffende functies kunnen worden toegekend. In de praktijk kan dit betekenen
dat in de ene functie (meer) politiebevoegdheden en/of geweldsmiddelen zijn toegekend
dan bij de andere functie.
Gezien het feit dat de toekenning van politiebevoegdheden en geweldsmiddelen functiegerelateerd
is, mogen deze niet worden gebruikt bij een andere functie waarbij de politiebevoegdheden/geweldsmiddelen
niet zijn toegekend.