Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 20-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-03-2005 en zichtdatum 09-03-2005.
Geldend van 01-01-2005 t/m 31-12-2005

Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 17 december 2004, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/URP/04/84801, houdende vaststelling van de Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK

§ 1. Definities

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 1. Definitiebepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

  • b. WIK: Wet inkomensvoorziening kunstenaars;

  • c. WWIK: de Wet werk en inkomen kunstenaars;

  • d. uitkeringskosten: de kosten van uitkeringen, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel a, van de WWIK;

  • e. uitvoeringskosten: de uitvoeringskosten, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel b, van de WWIK onderscheidenlijk artikel 51, eerste lid, van de WWIK;

  • f. de ten laste van de gemeente gebleven kosten: de in een kalenderjaar door het college verleende uitkering, bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel a, van de WWIK, verminderd met alle ontvangsten van het college in dat jaar in verband met de verlening van uitkeringen op grond van de WWIK;

  • g. tekortkoming: het door het college niet hebben voldaan aan de bij of krachtens de WWIK gestelde regels;

  • h. financieel beslag: het verschil tussen het bedrag van de uitkeringskosten bij een onjuiste wetsuitvoering en dat bij een juiste wetsuitvoering;

  • i. financiële fouten: tekortkomingen waarbij met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering onrechtmatig is verstrekt of is teruggevorderd zonder inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen;

  • j. financiële onzekerheden: tekortkomingen waarbij niet met zekerheid kan worden vastgesteld dat de uitkering rechtmatig is verstrekt of is teruggevorderd zonder inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen.

§ 2. Onderzoeken terzake van uitkeringen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 2. Onderzoeken

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 3 De beëindiging van de uitkering, bedoeld in artikel 11, derde lid, van de WWIK, vindt plaats met ingang van de dag volgend op het besluit tot beëindiging van de uitkering, bedoeld in het tweede lid.

§ 3. Vergoeding van uitvoeringskosten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 3. Uitvoeringskosten

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Terzake van de uitvoeringskosten vergoedt het Rijk over een kalenderjaar aan het college € 1.194,– per kunstenaar aan wie door het college op 31 december van dat kalenderjaar uitkering ingevolge de WWIK is verleend.

  • 2 Terzake van de uitvoeringskosten vergoedt het Rijk over een kalenderjaar aan de adviserende instelling € 586,– per kunstenaar ten aanzien van wie in het kalenderjaar op verzoek van het college advies is uitgebracht.

  • 3 De minister herziet de bedragen, bedoeld in het eerste en tweede lid, jaarlijks voor zover de door het kabinet toegekende loon- prijscompensatie daartoe aanleiding geeft.

§ 4. Verslag over de uitvoering, accountantsverklaring en oordeel raad

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 4. Verslag over de uitvoering

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het verslag over de uitvoering, de verklaring van de accountant en het oordeel van de gemeenteraad, bedoeld in artikel 46, eerste lid, van de WWIK, worden uiterlijk op 20 september van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop zij betrekking hebben door de minister ontvangen.

  • 2 Het verslag over de uitvoering wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 1 bij deze regeling.

  • 3 De verklaring van de accountant wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 2 bij deze regeling. Het onderzoek dat resulteert in de verklaring wordt uitgevoerd overeenkomstig het als bijlage 3 bij deze regeling opgenomen controle- en rapportageprotocol.

  • 4 Indien het verslag en de daarop betrekking hebbende verklaring niet op de in het eerste lid genoemde datum zijn ontvangen, kan de minister met ingang van de elfde maand van het lopende vergoedingsjaar de betaling van de maandvoorschotten, bedoeld in artikel 6,vierde lid, opschorten.

§ 5. Wijze en tijdstip van declareren door het college en bevoorschotting door het Rijk

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 5. Voorlopige kostenopgave

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 2 De voorlopige kostenopgave, bedoeld in het eerste lid, wordt uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop zij betrekking heeft door de minister ontvangen.

  • 3 De voorlopige kostenopgave wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 4 bij deze regeling.

  • 4 Op basis van de voorlopige kostenopgave vindt een voorlopige verrekening plaats met het verleende voorschot, bedoeld in artikel 6.

  • 5 Indien de voorlopige kostenopgave niet op de in het tweede lid genoemde datum is ontvangen, kan de minister met ingang van de vierde maand van het lopende vergoedingsjaar de betaling van de maandvoorschotten, bedoeld in artikel 6, vierde lid, opschorten.

Artikel 6. Voorschot

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De minister stelt uiterlijk 1 december van een kalenderjaar een voorschot voor het gehele kalenderjaar vast ten behoeve van:

    • a. de uitkeringskosten in het daaropvolgende kalenderjaar;

    • b. de door het college te maken uitvoeringskosten in het daaropvolgende kalenderjaar;

    • c. de door het college in het jaar 2005 te maken kosten bij de omzetting in een uitkering om niet op grond van de WIK van de geldleningen die voor 1 januari 2005 op grond van de WIK zijn verstrekt.

  • 2 Het voorschot voor het gehele kalenderjaar, bedoeld in eerste lid, onderdeel a, wordt voor het kalenderjaar 2005 bepaald op het aantal personen aan wie door het college op 30 september 2004 uitkering op grond van de WIK is verleend, vermenigvuldigd met het geraamde gemiddelde bedrag van de WWIK-uitkering in het jaar 2005.

  • 3 Het voorschot voor het gehele kalenderjaar bedoeld in eerste lid, onderdeel b, wordt voor het kalenderjaar 2005 bepaald op het aantal personen aan wie door het college op 30 september 2004 uitkering ingevolge de WIK is verleend, vermenigvuldigd met het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag.

  • 4 Het jaarvoorschot bedoeld in eerste lid, onderdeel c, wordt voor het kalenderjaar 2005 bepaald op het aantal personen aan wie door het college op 30 september 2004 uitkering ingevolge de WIK is verleend, vermenigvuldigd met het geraamde gemiddelde bedrag van de kosten, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, in het jaar 2005.

  • 5 Iedere kalendermaand wordt op of omstreeks de vijftiende dag van die kalendermaand een twaalfde deel van het voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde jaarvoorschot betaalbaar gesteld.

§ 6. Berekening financieel beslag van tekortkomingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 7. Financieel beslag tekortkomingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Het financieel beslag van tekortkomingen in de uitvoering van de WWIK door het college wordt bepaald op het totaal van de financiële fouten en financiële onzekerheden.

  • 2 Het financieel beslag van financiële onzekerheden wordt bepaald op:

  • 3 Bij samenloop van tekortkomingen als bedoeld in het tweede lid worden de afzonderlijk berekende financiële uitkomsten bij elkaar opgeteld.

§ 7. Wijze en tijdstip van declareren door de adviserende instelling en bevoorschotting door het Rijk

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 8. Kostenopgave adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De adviserende instelling declareert de uitvoeringskosten over een kalenderjaar bij het Rijk door middel van een kostenopgave.

  • 2 De kostenopgave en de verklaring van de accountant, bedoeld in artikel 51, tweede lid, van de WWIK, worden uiterlijk op 1 juli van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop deze betrekking hebben door de minister ontvangen.

  • 3 De kostenopgave wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 5 bij deze regeling.

  • 4 De verklaring van de accountant wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 6 bij deze regeling. Het onderzoek dat resulteert in de verklaring wordt uitgevoerd overeenkomstig het als bijlage 7 bij deze regeling opgenomen controle- en rapportageprotocol.

  • 5 Indien de kostenopgave en de daarop betrekking hebbende verklaring niet op de in het tweede lid genoemde datum zijn ontvangen, kan de minister met ingang van de achtste maand van het lopende vergoedingsjaar de betaling van de maandvoorschotten opschorten.

Artikel 9. Voorlopige kostenopgave adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De adviserende instelling dient voorafgaand aan de kostenopgave, bedoeld in artikel 8, eerste lid, een voorlopige kostenopgave in.

  • 2 De voorlopige kostenopgave, bedoeld in het eerste lid, wordt uiterlijk op 28 februari van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop deze betrekking heeft door de minister ontvangen.

  • 3 De voorlopige kostenopgave wordt ingericht overeenkomstig het model van bijlage 8 bij deze regeling.

  • 4 Op basis van de voorlopige kostenopgave vindt een voorlopige verrekening plaats met het verleende voorschot, bedoeld in artikel 10, tweede lid.

  • 5 Indien de voorlopige kostenopgave niet op de in het tweede lid genoemde datum is ontvangen, kan de minister met ingang van de vierde maand van het lopende vergoedingsjaar de betaling van de maandvoorschotten, bedoeld in artikel 10, vierde lid, opschorten.

Artikel 10. Voorschot adviserende instelling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De adviserende instelling dient uiterlijk op 1 september van het kalenderjaar een gespecificeerde kostenopgave in van het in het daaropvolgende kalenderjaar te verwachten aantal uit te brengen adviezen en van de kosten daarvan.

  • 2 De minister stelt uiterlijk 1 oktober van het kalenderjaar een voorschot voor het gehele kalenderjaar vast ten behoeve van de uitvoeringskosten van de adviserende instelling in het daaropvolgende kalenderjaar, waarbij de in het eerste lid bedoelde opgave wordt betrokken.

  • 3 Het voorschot, bedoeld in het tweede lid, wordt voor de helft als budget toegekend.

  • 4 Iedere kalendermaand wordt op of omstreeks de vijftiende dag van deze kalendermaand een twaalfde deel van het voor het betreffende kalenderjaar vastgestelde voorschot, bedoeld in het tweede lid, betaalbaar gesteld.

§ 8. Wijziging andere regelingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 11. Regeling Wet inkomensvoorziening kunstenaars

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Regeling Wet inkomensvoorziening kunstenaars.]

Artikel 12. Regeling statistiek WWB, IOAW en IOAZ 2005

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Regeling statistiek WWB, IOAW en IOAZ 2005.]

Artikel 13. Regeling inkomenstoets vervoersvoorzieningen REA

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Regeling inkomenstoets vervoersvoorzieningen REA.]

Artikel 14. Regeling SUWI

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Regeling SUWI.]

Artikel 15. Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Tijdelijke stimuleringsregeling Hoogwaardige Handhaving.]

Artikel 16. Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Wijzigt de Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw.]

§ 9. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 17. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.

Artikel 18. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiering en administratieve uitvoeringsvoorschriften WWIK.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De bij deze regeling behorende bijlagen worden uiterlijk 15 januari 2005 ter inzage gelegd in de bibliotheek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te ’s-Gravenhage.

Den Haag, 17 december 2004

De

Staatssecretaris

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

H.A.L. van Hoof

Bijlage 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 3

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 6

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 7

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]

Bijlage 8

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

[Red: Ligt uiterlijk vanaf 15 januari 2005 ter inzage bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid te Den Haag.]