Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur

Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-02-2006.
Geldend van 30-12-2005 t/m 30-06-2010

Wet van 23 december 2004 tot wijziging van een aantal wetten in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat een aantal wetten dient te worden aangepast in verband met de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs;

dat het voorts wenselijk is in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en enkele andere onderwijswetten verbeteringen en aanvullingen van overwegend technische aard aan te brengen onder meer in verband met gebleken onvolkomenheden als gevolg van de invoering van accreditatie in het hoger onderwijs en de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 5. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Artikel 5.2

[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

Artikel 5.2a

[Red: Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]

Artikel 5.5a

[Red: Wijzigt de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.]

Artikel 5.8

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek enz. (verbeteringen en aanvullingen van overwegend technische aard).]

Artikel 5.9

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek enz. (verbeteringen en aanvullingen van overwegend technische aard).]

Artikel 5.10

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en Wet op de studiefinanciering (uitvoering van in het hoger onderwijs- en onderzoekplan 1996 aangekondigde maatregelen).]

Artikel 5.11

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet van enkele onderwijswetten in verband met de invoering van persoonsgebonden nummers in het onderwijs.]

Artikel 5.12

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek en de Wet studiefinanciering 2000 (invoering bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs).]

Artikel 5.13

[Red: Wijzigt de Wijzigingswet Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (onder meer ter uitvoering van in de nota «Zicht op kwaliteit» aangekondigde maatregelen).]

Hoofdstuk 8. Overgangsbepalingen

Artikel 8.1

  • 1 Voor de toepassing van de in het tweede lid genoemde artikelen wordt met degene aan wie door een universiteit of de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, de graad Bachelor op het gebied van het recht is verleend, gelijkgesteld degene die:

    • a. in het bezit is van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen in een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs op het gebied van het recht of in het bezit is van een door het instellingsbestuur van een instelling, genoemd in de aanhef, afgegeven bewijsstuk dat daarvoor vrijstelling is verleend, en

    • b. in het bezit is van een door het instellingsbestuur van een instelling, genoemd in de aanhef, afgegeven verklaring waaruit blijkt dat in een van de jaren 2002 tot en met 2006 in de fase na de propedeutische fase van een opleiding als bedoeld in onderdeel a met goed gevolg tentamens zijn afgelegd, verbonden aan onderwijseenheden met een gezamenlijke studielast van ten minste 120 studiepunten.

    Onder het met goed afleggen van een tentamen wordt mede begrepen de verlening van een vrijstelling daarvan.

Artikel 8.2

Voor de toepassing van de artikelen, genoemd in artikel 8.1, tweede lid, wordt met degene aan wie door een universiteit of de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, de graad Bachelor op het gebied van het recht is verleend en tevens de graad Master op het gebied van het recht is verleend, gelijkgesteld degene:

  • a. die in het bezit is van een bewijs van inschrijving voor het studiejaar 2002–2003 of het studiejaar 2003–2004 voor een masteropleiding op het gebied van het recht, en

  • b. aan wie door een universiteit of de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, in 2003 of 2004 de graad Master op het gebied van het recht is verleend.

Hoofdstuk 9. Slotbepalingen

Artikel 9.2

  • 1 De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 9.4

Deze wet wordt aangehaald als: Aanpassingswet invoering bachelor-masterstructuur.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

's-Gravenhage, 23 december 2004

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap ,

M. Rutte

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ,

C. P. Veerman

Uitgegeven de zevenentwintigste januari 2005

De Minister van Justitie ,

J. P. H. Donner