Wet van 3 februari 2005 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling
over de behandeling van klachten over bestuursorganen door een ombudsman, alsmede
daarmee samenhangende wijziging van de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de
Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wet extern
klachtrecht)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging hebben genomen, dat het, gelet op de artikelen 78a, derde lid, en 107, tweede lid, van de Grondwet wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht aan te vullen met bepalingen inzake de behandeling van klachten door een ombudsman,
alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een landelijk dekkend stelsel van externe
klachtvoorzieningen en in verband daarmee wijzigingen aan te brengen in de Wet Nationale ombudsman, de Gemeentewet, de Provinciewet, de Waterschapswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: