Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst 2005

[Regeling vervallen per 09-02-2007.]
Geraadpleegd op 27-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-12-2006 en zichtdatum 23-11-2024.
Geldend van 19-02-2005 t/m 08-02-2007

Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst 2005

De Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst,

Gelet op artikel 4 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging VROM 2005;

Besluit:

Artikel 1. Definities

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • b. staatssecretaris: Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  • c. functionaris: natuurlijk persoon bij de Rijksgebouwendienst tewerkgesteld;

  • d. directeur-generaal: functionaris belast met de leiding van de Rijksgebouwendienst;

  • e. directie: directie van de Rijksgebouwendienst zoals genoemd in bijlage 3 van deze regeling;

  • f. stafafdeling: stafafdeling van de Rijksgebouwendienst zoals genoemd in bijlage 3 van deze regeling;

  • g. afdeling: afdeling van een directie van de Rijksgebouwendienst;

  • h. directeur: functionaris belast met de leiding van een directie van de Rijksgebouwendienst, dan wel belast met de leiding van een deel van de werkzaamheden van een directie van de Rijksgebouwendienst;

  • i. stafafdelingshoofd: functionaris belast met de leiding van een stafafdeling;

  • j. afdelingshoofd: functionaris belast met de leiding van een afdeling;

  • k. projectbevoegde: functionaris die bij een besluit overeenkomstig bijlage 4 of 5 van deze regeling door de directeur-generaal, een directeur of een stafafdelingshoofd is benoemd als verantwoordelijke voor de uitvoering van een project bij de Rijksgebouwendienst;

  • l. mandaat: bevoegdheid om in naam van de minister of de staatssecretaris besluiten te nemen;

  • m. volmacht: bevoegdheid om in naam van de minister of staatssecretaris privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • n. machtiging: bevoegdheid om in naam van de minister of de staatssecretaris handelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

Artikel 2. Bevoegdheden door mandaat, volmacht en machtiging aan plaatsvervangend directeur-generaal

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De plaatsvervangend directeur-generaal is – met inachtneming van artikel 8 – gemandateerd, gevolmachtigd en gemachtigd om de aan de directeur-generaal op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging VROM 2005 verleende bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 3. Bevoegdheden voorbehouden aan directeur-generaal en plaatsvervangend directeur-generaal

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal blijft voorbehouden het uitoefenen van:

  • a. de bevoegdheden op het terrein van Personeel & Organisatie, genoemd in bijlage 1;

  • b. de bevoegdheid tot het benoemen van een externe tot projectbevoegde;

  • c. de bevoegdheid tot het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten die zijn genomen door de directeuren en de stafafdelingshoofden;

  • d. de bevoegdheid tot het beslissen omtrent het oprichten van een rechtspersoon;

  • e. de bevoegdheid tot het beslissen omtrent de vertegenwoordiging van de minister of de staatssecretaris in het orgaan van een rechtspersoon;

  • f. de bevoegdheid tot het beslissen omtrent de vertegenwoordiging van de Staat der Nederlanden, de minister/staatssecretaris of de Rijksgebouwendienst in rechte;

  • g. de bevoegdheid tot het vaststellen van vaststellingsovereenkomsten;

  • h. de bevoegdheid tot het vaststellen van beleidsregels;

  • i. de bevoegdheid tot het beslissen omtrent het verlenen van subsidie.

  • j. de bevoegdheid tot het inhuren van externen op het terrein van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 4. Bevoegdheden door mandaat aan directeuren en stafafdelingshoofden en plaatsvervangend directeuren en stafafdelingshoofden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directeuren, stafafdelingshoofden en plaatsvervangers van de directeuren en stafafdelingshoofden zijn – met inachtneming van de artikelen 7 en 8 – gemandateerd om de aan de directeur-generaal op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging VROM 2005 verleende bevoegdheden uit te oefenen.

Artikel 5. Bevoegdheden door volmacht en machtiging aan directeuren, stafafdelingshoofden, afdelingshoofden, plaatsvervangers van deze functionarissen en projectbevoegden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 De directeuren, stafafdelingshoofden, afdelingshoofden, plaatsvervangers van de hiervoor genoemde functionarissen en projectbevoegden zijn – met inachtneming van de artikelen 7 en 8 en met inachtneming van de per functie vastgestelde begrenzing in financieel belang als genoemd in bijlage 2 – gevolmachtigd en gemachtigd om de aan de directeur-generaal op grond van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging VROM 2005 verleende bevoegdheden uit te oefenen.

  • 2 Bij afwezigheid van een projectbevoegde worden de aan deze toegekende bevoegdheden uitgeoefend door de functionaris onder wie de projectbevoegde rechtstreeks ressorteert.

Artikel 6. Bevoegdheden voorbehouden aan directeuren en stafafdelingshoofden en plaatsvervangend directeuren en stafafdelingshoofden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeuren en stafafdelingshoofden blijft voorbehouden de bevoegdheid tot het inhuren van externen, met uitzondering van de externen als genoemd in artikel 3, sub j. van deze regeling.

Artikel 7. Algemene begrenzing van gebruik van bevoegdheden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 De directeuren, stafafdelingshoofden, afdelingshoofden en projectbevoegden maken van de aan hen verleende bevoegdheden uitsluitend gebruik voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein.

  • 2 Met het werkterrein van de in het eerste lid bedoelde functionarissen wordt bedoeld het werkterrein van het desbetreffende organisatieonderdeel zoals genoemd in bijlage 3 en het werkterrein zoals schriftelijk is vastgelegd in functieomschrijvingen en projectopdrachten.

  • 3 De directeur-generaal blijft bevoegd de in het eerste lid bedoelde functionarissen per geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van de aan hen toegekende bevoegdheden. Daarnaast blijft de directeur-generaal bevoegd om de toegekende bevoegdheden zelf uit te oefenen en heeft hij de bevoegdheid om toegekende bevoegdheden te allen tijde te beëindigen.

Artikel 8. Begrenzing van gebruik van bevoegdheden door plaatsvervangers

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 De plaatsvervangend directeur-generaal, de plaatsvervangend directeur, het plaatsvervangend stafafdelingshoofd en het plaatsvervangend afdelingshoofd maken van de aan hen verleende bevoegdheden uitsluitend gebruik bij afwezigheid van de functionaris onder wie zij rechtstreeks ressorteren en voor zover het aangelegenheden betreft die behoren tot hun werkterrein.

  • 2 Met het werkterrein van de in het eerste lid bedoelde functionarissen wordt bedoeld het werkterrein van het desbetreffende organisatieonderdeel zoals genoemd in bijlage 3 en het werkterrein zoals schriftelijk is vastgelegd in functieomschrijvingen en projectopdrachten.

  • 3 De directeur-generaal blijft bevoegd de in het eerste lid bedoelde functionarissen per geval of in het algemeen instructies te geven ter zake van de uitoefening van de aan hen toegekende bevoegdheden. Daarnaast blijft de directeur-generaal bevoegd om de toegekende bevoegdheden zelf uit te oefenen en heeft hij de bevoegdheid om toegekende bevoegdheden te allen tijde te beëindigen.

Artikel 9. Ondertekening

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 Een document waarmee een besluit wordt vastgelegd door een daartoe op grond van deze regeling bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

    voor deze:

    de Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst,

    voor deze:

    (functieaanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris).

  • 2 Een document waarmee een privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd door een daartoe op grond van deze regeling bevoegde functionaris vermeldt aan het slot:

    De Staat der Nederlanden, te dezen vertegenwoordigd door

    de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

    voor deze:

    de Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst,

    voor deze:

    (functieaanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris).

  • 3 Een document waarin geen besluit of privaatrechtelijke rechtshandeling wordt vastgelegd, vermeldt aan het slot functieaanduiding, handtekening en naam van de betrokken functionaris.

Artikel 10. Inzage

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 Deze regeling inclusief de bijlagen ligt ter inzage bij de centrale bibliotheek van het Ministerie van VROM.

  • 2 De directeuren en stafafdelingshoofden dragen er zorg voor dat de besluiten tot benoeming tot projectbevoegde van de onder hun gezagsbereik werkzame projectbevoegden ter inzage liggen in het centrale competentieregister van de Rijksgebouwendienst.

Artikel 11. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 12. Citeertitel

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst 2005.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan de Algemene Rekenkamer, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de directeur Juridische Zaken, de directeur Financiële en Economische Zaken, de directeur Personeel, Organisatie en ICT, de directeur van de Auditdienst en aan de in dit besluit genoemde functionarissen.

Den Haag, 9 februari 2005

De

Minister

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
voor deze:

Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst

,

P.F.M. Jägers

Bijlage 1. Aangelegenheden op het terrein van Personeel & Organisatie die op grond van artikel 3, onderdeel a, voorbehouden zijn aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

1. Rechtspositie en arbeidsvoorwaarden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is voorbehouden de besluitvorming op basis van de volgende artikelen van het Algemeen Rijksambtenarenreglement:

  • 9 leden 7 en 8: inzake het aanvragen van een veiligheidsonderzoek;

  • 9a: inzake het aanvragen van een veiligheidsonderzoek;

  • 14: inzake inhouding van bezoldiging in verband met opzettelijke nalatigheid om dienst te verrichten;

  • 43 en 44: inzake het vervallen van de aanspraak op betaling van bezoldiging;

  • 57 lid 2 sub b: inzake de verplichting een andere betrekking te aanvaarden;

  • 62: inzake deelname aan aannemingen en leveringen ten behoeve van openbare diensten;

  • 66: inzake vergoeding van door de dienst geleden schade;

  • 77: inzake maatregelen van orde;

  • 94a: inzake ontslag wegens flexibel vervroegd uittreden;

  • 96b: inzake ontslag van ambtenaren die lid van een publiekrechtelijk college zijn geweest;

  • 98a: inzake ontslag wegens niet passende arbeid.

Voor alle duidelijkheid volgt hieronder een opsomming van de artikelen van het Algemeen Rijksambtenarenreglement, waarvan de toepassing aan de algemene leiding is voorbehouden:

  • 6a: inzake aanstelling met – op aanvraag – individuele arbeidsvoorwaarden;

  • 34: inzake buitengewoon verlof van lange duur;

  • 34e: inzake ontslag bij niet hervatten van de werkzaamheden na afloop van buitengewoon verlof van lange duur;

  • 49a t/m 49q: inzake rechten en plichten bij reorganisaties;

  • 80 t/m 84: inzake disciplinaire straffen;

  • 91 en 92: inzake schorsing

  • 96: inzake ontslag wegens opheffing zijner betrekking of verandering in de inrichting van het dienstvak;

  • 96a: inzake ontslag wegens verplaatsing van zijn functie;

  • 98 lid 1 sub g: inzake het verlenen van ontslag wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid anders dan op grond van ziels- of lichaamsgebreken;

  • 99: inzake ontslag op andere gronden dan die van artikel 98;

  • 113, 114, 116, 117: inzake het departementaal overleg met de centrales van verenigingen van ambtenaren.

2. Financiële verplichtingen jegens functionarissen

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is voorbehouden het beslissen over het aangaan van (juridische) verplichtingen ten aanzien van functionarissen die erop gericht zijn de medewerker aanspraak te verlenen op enige financiële tegemoetkoming, schadeloosstelling, schadevergoeding of overigens enige geldelijke bijdrage te verlenen anders dan waar personeelsleden volgens vast gebruik aanspraak op kunnen maken.

3. Buitenlandse dienstreizen

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is voorbehouden het beslissen omtrent deelname aan buitenlandse dienstreizen door functionarissen van de Rijksgebouwendienst. De directeur-generaal is aan te merken als bevoegd gezag in de zin van de aanvraagprocedure voor buitenlandse dienstreizen.

4. Formatie

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is voorbehouden het vaststellen van de formatie tot schaal 13, met dien verstande dat functiewaarderingsbesluiten met betrekking tot de functionarissen rechtstreeks vallend onder de directeur-generaal en die van functies die niet zijn opgenomen in de formatie zijn voorbehouden aan de algemene leiding.

5. Reorganisatie

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

1. Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is voorbehouden het beslissen over de vaststelling van de structuur van de dienst en van de structuur van de organisatieonderdelen van de Rijksgebouwendienst. Voor alle duidelijkheid zij vermeld dat voor inzetten van organisatie- en formatieveranderingen vooraf toestemming van de algemene leiding noodzakelijk is.

2. Aan de directeur-generaal en de plaatsvervangend directeur-generaal is tevens voorbehouden het beslissen over de vaststelling van de overige fasen van het veranderingsproces bij een directie- of stafafdelingoverstijgende organisatieverandering, dan wel bij een organisatieverandering die gevolgen kan hebben voor overige organisatieonderdelen.

Bijlage 2. Begrenzing volmacht en machtiging aan de hand van het financieel belang

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Naast de algemene begrenzing van de bevoegdheden, die uit de artikelen 7 en 8 volgt, bestaat een begrenzing in de verleende bevoegdheden aan de hand van het financieel belang dat met de desbetreffende (rechts)handeling gemoeid is. Als grens aan de bevoegdheid van een op grond van artikel 5 bevoegde functionaris om bedoelde (rechts)handelingen te verrichten is een absoluut bedrag opgenomen, exclusief BTW. Deze grens is afhankelijk van de functie, van de vraag of de (rechts)handeling verricht wordt op het terrein van werken of van leveringen en diensten en in enkele gevallen van de directie of de stafafdeling waar men te werk is gesteld.

Directeur

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de aan een directeur verstrekte volmacht en machtiging is geen financiële begrenzing gesteld.

Stafafdelingshoofd/Afdelingshoofd

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Een hoofd van een (staf)afdeling is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van werken die strekken tot een financieel belang van € 6.000.000.

Een hoofd van een (staf)afdeling is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van leveringen en diensten die strekken tot een financieel belang van € 150.000.

Projectbevoegde van de directie Projecten

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Een projectbevoegde van de directie Projecten is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van werken die strekken tot een financieel belang van € 600.000.

Een projectbevoegde van de directie Projecten is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van leveringen en diensten die strekken tot een financieel belang van € 75.000.

Projectbevoegde van de stafafdeling CFZ voor het verstrekken van betaalopdrachten

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Aan de aan een projectbevoegde van de stafafdeling Concern Financiële Zaken verstrekte volmacht voor het verstrekken van betaalopdrachten is geen financiële begrenzing gesteld.

Overige projectbevoegden

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Een projectbevoegde van de overige directies en de stafafdelingen (uitgezonderd een projectbevoegde van CFZ voor het verstrekken van betaalopdrachten) is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van werken die strekken tot een financieel belang van € 60.000.

Een projectbevoegde van de overige directies en de stafafdelingen (uitgezonderd een projectbevoegde van CFZ voor het verstrekken van betaalopdrachten) is ge(vol)machtigd om (rechts)handelingen te verrichten op het terrein van leveringen en diensten die strekken tot een financieel belang van € 25.000.

Bijlage 3. Omschrijving van de werkterreinen van de organisatieonderdelen van de Rijksgebouwendienst, bedoeld in de artikelen 7, tweede lid en 8, tweede lid

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Directie Frontoffice

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directie Frontoffice denkt proactief mee met de klant en zorgt ervoor dat vroegtijdig inzicht bestaat in de behoeften en wensen van de klant, zodat maatwerk kan worden geleverd en de overige directies daarop kunnen inspelen. Het Frontoffice is het ‘gezicht’ van de Rijksgebouwendienst. Het onderhoudt contacten met de klant, draagt uit wat de Rijksgebouwendienst te bieden heeft, verwerft opdrachten van de klant en ziet erop toe dat de opdrachten conform de gemaakte afspraken worden uitgevoerd.

Taken van de directie Frontoffice:

  • het organiseren van een netwerk van contacten bij de klanten, op alle relevante niveaus, teneinde geïnformeerd te zijn en mee te denken over relevante ontwikkelingen bij de klant en de klant te kunnen informeren over producten en diensten van de Rijksgebouwendienst;

  • het opstellen van strategische plannen per klantgroep (account);

  • het aanbieden (op grond van samen met de klant gespecificeerde vraag) van adequate, marktconforme huisvestingsoplossingen gericht op de lange termijn;

  • het opstellen en uitbrengen van offertes conform de wensen van de klant, daarbij zorgdragen voor afstemming met de andere directies;

  • het na akkoord van de klant overdragen van de werkzaamheden aan de overige directies;

  • het verrichten van onderzoek naar klanttevredenheid;

  • het verzorgen van de communicatie voor en de infolijn van de Rijksgebouwendienst.

Directie Vastgoed

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directie Vastgoed fungeert als economisch eigenaar en projectontwikkelaar. Zij voert een pro-actief portefeuillemanagement vanuit een lange termijn visie op de vastgoedportefeuille. Een diepgaand inzicht in (potentiële) ontwikkelingen bij klanten, lokale overheden en markten is daarvoor de basis. Kansen in gebieden die voor de huisvesting van de rijksdienst interessant zijn, worden tijdig onderkend en benut. Via innovatieve huisvestingsoplossingen speelt de directie Vastgoed in op de behoeften van klanten, verhoogt zij de gebruikswaarde van het vastgoed voor de klanten en verlengt daarmee de economische levensduur van het vastgoed. Hierbij speelt zij in op de beleids- en bedrijfsstrategie van individuele klanten en de rijksoverheid als totaal.

Taken van de directie Vastgoed:

  • het ontwikkelen van een op de klant en de voorraad gerichte landelijke en lokale portefeuillestrategie;

  • het ontwikkelen van huisvestingsalternatieven en nieuwe huisvestingsconcepten;

  • het ontwikkelen van nieuwe contract- en financieringsvormen (PPS);

  • het inhuren van huisvesting, het initiëren van projectontwikkeling, het deelnemen aan gebiedgericht ontwikkelen en PPS-projecten en het aan- en verkopen van vastgoed;

  • het voorbereiden van investeringsvoorstellen;

  • het beheren en exploiteren van de voorraad en het fungeren als opdrachtgever voor de directie Beheer.

Directie Projecten

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directie Projecten zorgt voor een vlekkeloos verloop van het bouwproces bij nieuw- of verbouwprojecten. Zij zorgt ervoor dat deze projecten worden afgerond binnen de afspraken die daarover met de klant zijn gemaakt ten aanzien van geld, projectorganisatie, tijd, informatie-uitwisseling en kwaliteit. De taak van de directie Projecten is het leveren van managementcapaciteit voor de voorbereiding en uitvoering van:

  • huisvestingsprojecten;

  • opstelling van programma’s van eisen bij huisvestingsvragen;

  • planning en voortgangsbewaking;

  • juridische bewaking en begeleiding van geschilprocedures;

  • financiële bewaking;

  • advisering op het gebied van aanbesteding.

Directie Beheer

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directie Beheer biedt de rijksoverheidsdiensten een integraal en ongestoord gebruiks- en huurgenot van hun huisvesting. Integraal wil zeggen inclusief services die niet in de huur zijn inbegrepen, waaronder facility management. De directie Beheer onderhoudt met de gebruikers van panden een duurzame relatie over alle pandgebonden zaken. Storingen en ongemakken worden snel en adequaat opgelost. De directie Beheer zorgt voor volledige en betrouwbare informatie over de vastgoedvoorraad op pandniveau voor de externe en de interne klant. Zij draagt tevens bij aan een vanuit beheersoogpunt exploitabel gebouw door de inzet van haar kennis en expertise in het ontwerpproces van bouw- en verbouwprojecten.

Taken van de directie Beheer:

  • het technische beheren, gericht op het instandhouden en garanderen van het gebruik van de huisvesting, mede op basis van onderhoudsinspectie;

  • het administratief beheren, gericht op het beheer van onderhoudscontracten en het leveren van vastgoedinformatie over de voorraad;

  • het sluiten van onderhoudscontracten met (markt)partijen en het begeleiden van onderhoudswerkzaamheden;

  • het sluiten van contracten op het gebied van services met de gebruikers;

  • het leveren van advies en het verrichten van werkzaamheden op het gebied van facility management, met name voor inkoop, procedures en beleid;

  • het in de ontwerpfase anticiperen op consequenties van het ontwerp in de beheerfase en het terugkoppelen van beheerervaringen naar de overige directies.

Directie Advies & Architecten

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De directie Advies & Architecten geeft advies over en vorm aan wensen van externe en interne klanten. Zij doet dat op een richtinggevende en integrale wijze. Vanuit een eigentijdse visie en gebaseerd op het regeringsbeleid op het gebied van stedenbouw, monumenten, architectuur en kunst (SMAAK) ligt daarbij vanaf de initiatieffase van nieuw- of verbouwprojecten de nadruk op integrale vormgeving van openbare ruimte én gebouwde omgeving. Multidisciplinaire engineering op het gebied van bouwtechniek, constructie, installatietechniek en bouwfysica wordt in dit proces ingezet in de vorm van integrale en gedegen adviezen. Toparchitecten en topadviseurs overstijgen daarbij de grenzen van hun eigen vakgebied, op zoek naar het voor de klant best denkbare resultaat.

Taken van de directie Advies en Architecten:

  • het analyseren en adviseren op het gebied van huisvesting (haalbaarheidsstudies, stedenbouwkundige verkenningen, e.d.);

  • het adviseren in de meest brede zin ten aanzien van klantvragen (huisvestingsadvisering en hoogwaardige, specialistische advisering op terreinen als monumenten, kunst, telematica, beveiliging, klimaat en energie);

  • het verrichten van onderzoek, gericht op innovatie;

  • het opstellen van de Architectuurnota en de Monumentennota.

Stafafdeling Concerncontrol

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Concerncontrol draagt zorg voor het ondersteunen van het management van de Rijksgebouwendienst bij het sturen en beheersen van de organisatie, gericht op het realiseren van de strategische doelstellingen en ontwikkelt en adviseert het management over de inrichting van de planning- en controlfunctie.

Taken van de stafafdeling Concerncontrol:

  • het organiseren van de planning- en controlcyclus;

  • het opstellen van management rapportages en de jaarverantwoording;

  • het doorlichten van de bedrijfsvoering;

  • het adviseren en informeren van het management over financieel en control-aspecten op het gebied van beleid en uitvoering;

  • het onderhouden van een passende administratieve organisatie;

  • het opstellen en uitvoeren van het Interne controleprogramma.

Stafafdeling Beleid en Strategie

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Beleid en Strategie zorgt ervoor dat de Rijksgebouwendienst strategisch en consistent opereert, als bedrijf en als beleids-Directoraat-Generaal van VROM. De afdeling levert zowel vraaggestuurd als (impliciet in opdracht van de dienstleiding) ongevraagd en proactief beleidsadviezen op terreinen van bedrijfsstrategie en rijkshuisvestingsbeleid. De afdeling ontwikkelt op proactieve wijze in opdracht van de dienstleiding kaderstellende documenten met betrekking tot bedrijfsstrategie en rijkshuisvestingsbeleid. Daarnaast biedt Beleid en Strategie diensten aan de directies op verzoek van de desbetreffende directeuren. Die diensten kunnen zowel het karakter hebben van beleidsprojectmanagement als van het aanbieden van kennis binnen projecten.

Stafafdeling Concern Financiële Zaken

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Concern Financiële Zaken consolideert de begrotings- en verantwoordingsinformatie van de onderdelen van de Rijksgebouwendienst. De afdeling verwerkt de te consolideren gegevens en stelt op basis hiervan de begroting van de Rijksgebouwendienst samen. Ook verzorgt de stafafdeling Concern Financiële zaken de rapportages op concernniveau en stelt zij de verantwoording van de Rijksgebouwendienst samen. De stafafdeling Concern Financiële zaken richt de administratie in op basis van de informatiebehoefte van het management en de kaders van de stafafdeling Concerncontrol en geeft boekingsaanwijzingen door middel van het Financieel ABC. Verder verzorgt de afdeling de facturering namens de onderdelen van de Rijksgebouwendienst en beheert zij de stamgegevens in IRIS en de debiteuren-, crediteuren- en kasadministratie van de Rijksgebouwendienst. Ook voert de stafafdeling Concern Financiële zaken de administratie van de leenfaciliteit en is zij verantwoordelijk voor de administratie ten behoeve van de stafonderdelen. De afdeling verzorgt bij wijze van shared service administratieve en verificatietaken voor de onderdelen van de Rijksgebouwendienst.

Stafafdeling Personeel en Organisatie

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Personeel en Organisatie heeft de taak om het management te adviseren, te stimuleren en te ondersteunen bij het uitoefenen van haar verantwoordelijkheden op het terrein van personeel en organisatie. Personeel en Organisatie wil de doelen bereiken via de volgende activiteiten:

  • advisering;

  • administratie en managementinformatie;

  • beleids- en organisatieontwikkeling;

  • ambtelijke ondersteuning Ondernemingsraad Rijksgebouwendienst.

De stafafdeling Personeel en Organisatie is voorts verantwoordelijk voor de Arbo-coördinatie.

Stafafdeling Informatievoorziening

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Informatievoorziening heeft als missie het op een betrouwbare wijze binnen de door haar klanten gestelde normen en randvoorwaarden en met behulp van ICT, ontwikkelen, faciliteren en innoveren van de voor de besturing, beheersing en verantwoording van de strategische en operationele bedrijfsprocessen van de Rijksgebouwendienst noodzakelijke geachte informatievoorziening alsmede de advisering daaromtrent. De Informatievoorziening richt zich op de functionele aspecten (toepassingsprogrammatuur) en op de technische aspecten (hardware, systeemprogrammatuur en infrastructuur) van de informatievoorziening.

Onderscheiden worden de volgende producten en diensten:

  • advies en projectmanagement;

  • contractondersteuning;

  • beheer (systeem- en netwerkbeheer, inclusief hardware-, applicatie- en netwerkbeheer);

  • systeeminnovatie;

  • gebruikersondersteuning;

  • opleidingen.

Stafafdeling Juridische Advisering

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Juridische Advisering helpt de dienst op efficiënte wijze te voldoen aan het vereiste van juridisch verantwoord opereren door tenminste te zorgen voor een duidelijke juridische positie van die producten en activiteiten. De stafafdeling Juridische Advisering levert, primair vraaggestuurd, maar waar nodig ongevraagd en proactief, juridische ad-hocadviezen op tal van uiteenlopende terreinen: zowel aan alle (onderdelen van de) directies, als rechtstreeks aan de dienstleiding. De stafafdeling Juridische Advisering is bovendien proactief ontwikkelaar van juridische modellen en standaards voor onderwerpen die herhaaldelijk aan de orde komen. Een en ander betreft niet de juridische aspecten van P&O-aangelegenheden.

Stafafdeling Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

De stafafdeling Bedrijfsvoering schept voor de eigen huisvesting, de services en de middelen de condities waaronder de directies en de stafafdelingen zich op hun primaire werkzaamheden kunnen richten. Documentaire Informatievoorziening ondersteunt de bedrijfsvoering van de dienst door zorg te dragen voor juiste en volledige documentaire informatie tijdens het werkproces en voor de reconstrueerbaarheid van uitgevoerde werkzaamheden (waaronder verantwoordingsbelang). Daarnaast dient Documentaire Informatievoorziening het cultuurhistorisch belang door documentaire informatie beschikbaar te kunnen stellen voor studie en geschiedschrijving. De stafafdeling Bedrijfsvoering werkt met servicelevels waarin inzicht wordt gegeven in een basispakket (veelal de gebouwgerelateerde functies) en de producten die vraaggestuurd (optioneel) kunnen worden aangeboden. Het basispakket zal in de regel vrijwel het gehele terrein van bedrijfsvoering omvatten en de in te zetten capaciteit is daarop gebaseerd.

Algemeen

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Naast bovenstaande specifieke werkterreinen heeft elke directie en stafafdeling een eigen taak op het gebied van apparaatszorg, waarvoor afzonderlijke budgetten beschikbaar zijn. Dit betreft:

  • salariskosten;

  • incidentele beloning;

  • externe inzet;

  • opleidingskosten;

  • overige personele lasten;

  • communicatie/voorlichting;

  • materiële kosten;

  • huisvesting;

  • automatisering.

Enkele specifieke onderdelen hiervan zijn exclusief toebedeeld aan één directie of stafafdeling:

– Voorlichting

Directie Frontoffice

– Juridisch advies

Stafafdeling Juridische Advisering

– ARBO

Stafafdeling Personeel en Organisatie

– Automatisering

Stafafdeling Informatievoorziening

– Huisvesting

Stafafdeling Bedrijfsvoering

– Materiële kosten als kantoorbenodigdheden, druk- en verzendkosten, concernkosten, gemeenschappelijke diensten, overig materieel, doorbelaste kosten en telefonie

Stafafdeling Bedrijfsvoering

Bijlage 4

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Ministerie van Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Rijksgebouwendienst

Benoeming interne tot projectbevoegde

De Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst

Besluit:

De heer/Mevrouw ...................., werkzaam in de functie van .................... bij de directie/stafafdeling ...................., met ingang van de datum als vermeld op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst te benoemen tot projectbevoegde voor het project/de projecten als omschreven op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst onder de naam van de heer/mevrouw .................... voornoemd.

Voor de uitvoering van bovenbedoeld project/bovenbedoelde projecten zijn aan de heer/mevrouw .................... voornoemd, verder te noemen projectbevoegde, bevoegdheden toegekend op grond van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst 2005 (Staatscourant 17 februari 2005, nr. 34). Met inachtneming van de beperkingen en begrenzingen als opgenomen in de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst, is de projectbevoegde bevoegd om in het kader van de uitvoering van bovenbedoeld project/bovenbedoelde projecten de Staat der Nederlanden te binden.

De projectbevoegde wordt aangestuurd door en legt verantwoording af aan de directeur/het hoofd van de stafafdeling .................... Als aanvullende instructies gelden de instructies als omschreven op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst.

Een exemplaar van dit besluit wordt onderaan voorzien van handtekening en paraaf van de projectbevoegde en opgeslagen in het competentieregister van de Rijksgebouwendienst.

Den Haag, ....................

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

voor deze,

de Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst,

voor deze,

de directeur/het hoofd van de stafdeling ....................,

.................... (naam van directeur of hoofd stafafdeling)

De projectbevoegde:

........................................ (handtekening)

........................................ (paraaf)

........................................ (naam)

Afschrift te zenden aan belanghebbenden.

Tegen dit besluit kunt u binnen 6 weken na datum van verzending hiervan, op grond van de Algemene wet bestuursrecht, een bezwaarschrift indienen bij de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, ter attentie van de ondertekenaar van dit besluit, postbus 20952, 2500 EZ Den Haag. Het bezwaarschrift moet van een datum en van uw naam zijn voorzien. U moet duidelijk aangeven waarom u tegen dit besluit bezwaar maakt en zo mogelijk een kopie van dit besluit meezenden.

Bijlage 5

[Regeling vervallen per 09-02-2007]

Ministerie van Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Rijksgebouwendienst

Benoeming externe tot projectbevoegde

De Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst

Besluit:

De heer/Mevrouw ...................., werkzaam in de functie van .................... bij de directie/stafafdeling .................... met ingang van de datum als vermeld op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst te benoemen tot projectbevoegde voor het project/de projecten als omschreven op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst onder de naam van de heer/mevrouw .................... voornoemd.

Voor de uitvoering van bovenbedoeld project/bovenbedoelde projecten zijn aan de heer/mevrouw ..................... voornoemd, verder te noemen projectbevoegde, bevoegdheden toegekend op grond van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst 2005 (Staatscourant 17 februari 2005, nr. 34). De projectbevoegde moet in dit verband worden aangemerkt als ‘functionaris’ in de zin van de zojuist genoemde regeling. Met inachtneming van de beperkingen en begrenzingen als opgenomen in de Regeling mandaat, volmacht en machtiging Rijksgebouwendienst, is de projectbevoegde bevoegd om in het kader van de uitvoering van het bovenbedoelde project/bovenbedoelde projecten de Staat der Nederlanden te binden.

De projectbevoegde wordt aangestuurd door en legt verantwoording af aan de directeur/het hoofd van de stafafdeling .................... Als aanvullende instructies gelden de instructies als omschreven op de meest recente door het bevoegd gezag vastgestelde lijst aanwijzing projecten Rijksgebouwendienst.

Een exemplaar van dit besluit wordt onderaan voorzien van handtekening en paraaf van de projectbevoegde en opgeslagen in het competentieregister van de Rijksgebouwendienst.

Den Haag, ....................

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

voor deze,

de Directeur-Generaal van de Rijksgebouwendienst,

.................... (naam van directeur-generaal)

De projectbevoegde::

........................................ (handtekening)

........................................ (paraaf)

........................................ (naam)

Afschrift te zenden aan belanghebbenden.