Regeling inburgering oudkomers G30 2005

Geraadpleegd op 22-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 15-06-2007.
Geldend van 01-06-2005 t/m heden

Regeling van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie van 12 mei 2005, nr. DDS 5334453/05

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;

Gelet op de artikelen 6, tweede lid, en 14 van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en doel

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Artikel 2

Deze regeling heeft ten doel:

  • a. te bevorderen dat oudkomers die in een maatschappelijke achterstandssituatie verkeren, waaronder in het bijzonder diegenen die behoren tot de groep werklozen, opvoeders of geestelijke bedienaren, deelnemen aan een traject en dit traject afronden teneinde hun maatschappelijke positie te verbeteren; en

  • b. te bevorderen dat gemeenten aan oudkomers een traject aanbieden.

Hoofdstuk 2. Verstrekking prognose; vaststelling van de factor T

Artikel 3

Het gemeentebestuur verstrekt binnen acht weken na inwerkingtreding van deze regeling aan de Minister een prognose conform het in bijlage 2 opgenomen model indien het gemeentebestuur in aanmerking wenst te komen voor verlening van een aandeel in de middelen voor de inburgering van oudkomers als bedoeld in artikel 10 van het Besluit.

Artikel 4

  • 2 In bijlage 1 van deze regeling is een indicatie opgenomen van het aantal in 2005 in te burgeren aantal oudkomers per gemeente. Dit aantal is berekend naar evenredigheid van het totaal van de in alle gemeenten woonachtige leden van etnische minderheidsgroepen uit de eerste generatie die behoren tot de groep niet-westerse allochtonen.

  • 3 De hoogte van de factor T voor een gemeente is afhankelijk van de prognose en wordt als volgt berekend:

    • a. indien de prognose gelijk is aan het aantal oudkomers als genoemd in bijlage 1, vierde kolom, is de factor T het in de vierde kolom genoemde getal;

    • b. indien de prognose lager is dan het in de bijlage 1, vierde kolom, genoemde aantal oudkomers, wordt de hoogte van de factor T naar evenredigheid verlaagd;

    • c. indien de prognose hoger is dan het in de bijlage 1, vierde kolom, genoemde aantal oudkomers, wordt de hoogte van de factor T:

      • 1°. in het geval het beschikbare budget toereikend is, naar evenredigheid verhoogd;

      • 2°. in het geval het beschikbare budget niet toereikend is, vastgesteld conform het in de vierde kolom genoemde getal, welk getal wordt verhoogd met een getal dat afhankelijk is van de verdeling van de resterende middelen uit het beschikbare budget naar evenredigheid van het aantal oudkomers als genoemd in bijlage 1, vierde kolom.

Hoofdstuk 3. Verplichtingen gemeentebestuur

Artikel 5

  • 1 Het gemeentebestuur sluit een overeenkomst met de oudkomer die een traject zal aanvangen.

  • 2 Een traject omvat tenminste 300 contacturen.

  • 3 De overeenkomst bevat tenminste bepalingen met betrekking tot:

    • a. het doel van het traject;

    • b. de onderdelen van het traject;

    • c. het aantal lesuren van het traject;

    • d. de aard en de omvang van de individuele begeleiding;

    • e. de verplichtingen van het gemeentebestuur;

    • f. de verplichtingen van de oudkomer;

    • g. de informatieoverdracht tussen het gemeentebestuur, de instellingen betrokken bij het aanbieden van het traject en de oudkomer over de voortgang van die oudkomer in het traject;

    • h. de gevolgen welke zijn verbonden aan niet-nakoming van de overeenkomst door de oudkomer.

  • 4 Het gemeentebestuur sluit op grond van deze regeling met een oudkomer slechts één overeenkomst.

Artikel 6

  • 1 Het gemeentebestuur waaraan ingevolge artikel 13 van de Uitvoeringsregeling een voorschot op het inburgeringsdeel is verleend, draagt er zorg voor dat de oudkomer met wie een overeenkomst als bedoeld in artikel 5 is gesloten een begintoets en een eindtoets aflegt aan de hand waarvan het niveau Nederlands als tweede taal van de oudkomer wordt vastgesteld.

  • 2 Voor de begintoets en de eindtoets, bedoeld in het eerste lid, wordt uitsluitend gebruik gemaakt van de hierna volgende combinaties van toetsen:

    • a. de Intaketoets NT2 als begintoets met de NT2-Profieltoets, NT2-Cat of Itemdito als eindtoets; of

    • b. de Intaketoets Alfabetisering NT2 als begintoets met de NT2-Profieltoets Alfabetisering als eindtoets.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M.C.F. Verdonk

Bijlage 1

G30 gemeente

# oud-komers

% G30 deel

In 2005 in te burgeren oudkomers (T indicatief)

Alkmaar

7.019

1,09%

103

Almelo

5.520

0,86%

81

Amersfoort

10.426

1,62%

153

Amsterdam

153.290

23,77%

2.257

Arnhem

15.207

2,36%

224

Breda

9.930

1,54%

146

Deventer

7.557

1,17%

111

Dordrecht

11.609

1,80%

171

Eindhoven

18.752

2,91%

276

Emmen

3.129

0,49%

46

Enschede

13.389

2,08%

197

Groningen

10.805

1,68%

159

Haarlem

10.761

1,67%

158

Heerlen

4.714

0,73%

69

Helmond

5.856

0,91%

86

Hengelo (O.)

5.043

0,78%

74

Leeuwarden

5.653

0,88%

83

Leiden

10.542

1,64%

155

Lelystad

6.869

1,07%

101

Maastricht

6.090

0,94%

90

Nijmegen

12.606

1,96%

186

Rotterdam

128.544

19,94%

1.892

Schiedam

10.114

1,57%

149

’s-Gravenhage

90.845

14,09%

1.337

’s-Hertogenbosch

7.974

1,24%

117

Tilburg

16.056

2,49%

236

Utrecht

32.846

5,09%

484

Venlo

6.078

0,94%

89

Zaanstad

12.070

1,87%

178

Zwolle

5.472

0,85%

81

       

Totaal G30

644.766

100,00%

9.489