Beleidsregels baggerspecieverklaring Wet belastingen op milieugrondslag

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 13-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 11-07-2008 en zichtdatum 10-11-2024.
Geldend van 09-07-2005 t/m 30-06-2010

Besluit van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 15 juni 2005, nr. BWL/2005051331, houdende beleidsregels en enige andere bepalingen met betrekking tot de afgifte van verklaringen als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 12, eerste lid, onder d, en artikel 17, tweede lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede op de artikelen 3:2, 4:2, 4:4, 4:5, 4:13, 4:81 en 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

§ 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 1

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In deze regels wordt verstaan onder:

Artikel 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Als baggerspecie wordt niet aangemerkt baggerspecie die voor meer dan 50% (gewichtsprocenten) is vermengd met ander materiaal, al dan niet met een korrelgrootte van meer dan 2 millimeter.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Als baggerspecie wordt niet aangemerkt baggerspecie die voor ten hoogste 50% (gewichtsprocenten) is vermengd met ander materiaal, al dan niet met een korrelgrootte van meer dan 2 millimeter, indien de betrokken partij niet als zodanig is ingedeeld overeenkomstig de richtlijnen die zijn opgenomen in bijlage 1.

§ 2. De aanvraag van een verklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Voor het indienen van een aanvraag van een baggerspecieverklaring wordt het formulier met toelichting vastgesteld, dat is opgenomen in bijlage 2.

  • 2 Bij de aanvraag van een baggerspecieverklaring worden de gegevens en bescheiden verstrekt die zijn aangegeven in bijlage 3.

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De termijn, bedoeld in artikel 4:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, voor het aanvullen van de aanvraag, bedraagt twee weken, voor zover door of namens de Minister geen andere termijn is bepaald.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een partij zowel steekproefsgewijs als in specifieke gevallen onderzocht ter controle van de juistheid en volledigheid van de verstrekte gegevens.

§ 3. De beslistermijn

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Het besluit inzake het afgeven van een baggerspecieverklaring wordt genomen binnen vier weken na de datum van ontvangst van de aanvraag.

§ 4. Het wijzigen en intrekken van een verklaring

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een baggerspecieverklaring kan op verzoek van de houder van de verklaring in elk geval worden gewijzigd:

  • a. indien hij de desbetreffende partij wil splitsen in deelpartijen;

  • b. indien de omvang of de samenstelling van de partij na het ontgraven is gewijzigd.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een baggerspecieverklaring kan worden ingetrokken indien:

  • a. de verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, indien bij de beoordeling daarvan de juiste gegevens bekend waren geweest;

  • b. de omvang of de samenstelling van de partij zodanig is gewijzigd dat een hernieuwde beoordeling noodzakelijk is;

  • c. gedurende ten minste twee jaren van de verklaring geen gebruik is gemaakt.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 10

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regels treden in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 11

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regels worden aangehaald als: Beleidsregels baggerspecieverklaring Wet belastingen op milieugrondslag.

Deze regels zullen met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 15 juni 2005

De

Staatssecretaris

van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P.L.B.A. van Geel

Bijlage 1. Indelen in partijen voorafgaand aan het baggeren

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een aanvraag voor een baggerspecieverklaring in het kader van de Wet belastingen op milieugrondslag wordt aangevraagd heeft betrekking op een bepaalde hoeveelheid die de ontdoener wil aanbieden aan een stortplaats. Zo’n hoeveelheid wordt aangeduid als een ‘partij’.

De aangevraagde hoeveelheid zal doorgaans zijn gebaseerd op het volume aan materiaal dat de ontdoener voornemens is te verwijderen uit de waterbodem. Dit volume wordt gevormd door de ontgravingscontour, ofwel de afmetingen van het te baggeren deel van de waterbodem in de breedte, de lengte en de diepte. Deze ontgravingscontour wordt in de baggerspecieverklaring opgenomen.

De aanvraag van een baggerspecieverklaring moet zijn gebaseerd op onderzoek naar de aard van het materiaal dat de ontdoener uit de waterbodem wil verwijderen. In veel gevallen zal dit onderzoek uitwijzen dat de partij baggerspecie betreft. In enkele gevallen kunnen echter ook substantiële hoeveelheden bodemvreemd materiaal in de waterbodem aanwezig zijn. Het kan bijvoorbeeld gaan om stortingen van gebroken puin en dergelijke. Indien bodemvreemd materiaal in substantiële hoeveelheden aanwezig is in (een deel van) de waterbodem en het materiaal uit het betrokken deel van de waterbodem met de gangbare baggertechnieken gescheiden is te ontgraven, dan dient dit deel van de waterbodem apart in de beschouwing te worden betrokken. Dat wil zeggen dat het materiaal uit dit deel van de waterbodem wordt beschouwd als een afzonderlijke partij. Dit materiaal mag dus niet worden meegenomen in de aanvraag van de baggerspecieverklaring voor het overige deel van de waterbodem. Indien de baggerspecie uit een ontgraving naar twee of meer verschillende stortplaatsen gaat, dient de waterbodem om administratieve redenen (toekennen afvalstroomnummers per partij) te worden opgedeeld in partijen.

Bijlage 2

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Bijlage 168983.png
Bijlage 168984.png

Toelichting

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Formulier aanvraag baggerspecieverklaring

Versie maart 2005

Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Een baggerspecieverklaring geeft aan dat de desbetreffende partij baggerspecie betreft en leidt voor die partij tot vrijstelling van de afvalstoffenbelasting krachtens de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm).

Een aanvraag voor een baggerspecieverklaring bij Bodem+ is kosteloos. De wettelijke termijn van een beoordeling bedraagt maximaal vier weken, indien de gegevens volledig en correct zijn aangeleverd. Vergeet u niet om de gevraagde begeleidende documenten (als een projectkaart van de partij, de inpeilingsgegevens of een kopie van bestekposten t.a.v. de omvang partij) met dit formulier mee te sturen.

A. Gegevens aanvrager

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

01 Onder aanvrager verstaat Bodem+ de opdrachtgever voor de verwijdering van de baggerspecie. Bodem+ kent aan de aanvrager een blijvend relatienummer toe. Bij volgende aanmeldingen volstaat vermelding van dit relatienummer. De nummers 02 t/m 10 kunt u dan open laten mits er geen veranderingen zijn opgetreden.

02 t/m 08 Algemene gegevens van de aanvrager.

9 en 10 Contactpersoon van de aanvrager voor algemene zaken / hoofd van de afdeling.

B. Projectgegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

11 Het projectnummer wordt door Bodem+ toegekend. Als dit nummer bekend is, kunt u het hier invullen. De gegevens bij 12 t/m 19 hoeft u dan niet in te vullen mits er geen veranderingen zijn opgetreden.

12 De naam die door de aanvrager aan het project is gegeven.

13. Geef hier aan of de verwijdering van de baggerspecie plaats vindt in het kader van sanering of onderhoud.

14 Geef hier een verwijzing aan naar een mee te zenden kaart van het betreffende oppervlaktewater met daarop ingetekend de geografische ligging van de locatie alsmede de geografische ligging van de partijen binnen de locatie. Geef op of bij deze kaart aan wat de huidige (nautische) diepte en de beoogde (nautische) diepte is op de locatie.

15 t/m 19 De naam en gegevens van de projectleider van de aanvrager (dus niet van de projectadviseur die de aanvraag verzorgt).

Projectadviseur

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

20 t/m 25 Onder projectadviseur verstaat Bodem+ de persoon/instantie/het adviesbureau die namens de aanvrager de aanvraag verzorgt en al dan niet als correspondentieadres fungeert. Bodem+ kent aan de projectadviseur een blijvend relatienummer toe. Bij volgende aanmeldingen volstaat vermelding van dit relatienummer. De gegevens bij 21 t/m 25 kunt u dan open laten mits er geen veranderingen zijn opgetreden.

26 t/m 28 De contactpersoon, het toestelnummer en het e-mail adres van de projectadviseur die de aanvraag verzorgt.

29 Hier kunt u aangeven of de projectadviseur de correspondentie wenst te ontvangen.

Aanvullende informatie en toelichting

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

30 Geef een volledig overzicht van de uitgevoerde onderzoeken op de locatie voorzover deze betrekking hebben op de baggerspecie waarvoor de aanvraag wordt ingediend. Bodem+ vraagt steekproefsgewijze en bij onduidelijkheden ter controle van de juistheid van de aanvraag deze onderzoeken op.

31 Hier vermeldt u op basis van welk protocol, richtlijn of voorschrift de bij vraag 30 uitgevoerde onderzoeken zijn uitgevoerd.

32 Bij de toelichting verstrekt u algemene achtergrondinformatie met betrekking tot historie, verontreinigingsbronnen, enzovoort. Daarnaast verstrekt u informatie over de wijze waarop de locatie is ingedeeld in partijen (bijvoorbeeld op basis van verontreinigingsgraad of zandgehalte) of de watergang waaruit de partij zal worden/is gebaggerd onder het regime van de Wvo valt en of in het verleden al/dan niet bodemvreemde materialen in de waterbodem zijn aangebracht (en zo ja welke materialen en in welke mate).

C. Partijgegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Dit onderdeel (kopiëren en) invullen per te onderscheiden partij.

33 en 34 Naast het partijnummer van de aanvrager, kent Bodem+ aan elke partij een eigen uniek partijnummer toe.

35 Hier geeft u de indicatie van de totale hoeveelheid baggerspecie inclusief puin en afval zo goed mogelijk aan, zowel in tonnen als in kubieke meters (in situ, met uitzondering van (doorgangs)depots). Geef tevens de lengte, breedte en oppervlakte van de partij aan alsmede de gehanteerde omrekenfactor van tonnen naar kubieke meters. Worden puin en afval voorafgaand aan de afvoer op een bepaalde diameter afgezeefd, dan het afgezeefde deel niet aanmelden. Eventueel bij 43 de gebruikte zeefdiameter aangeven. Geef hier, met separate onderbouwing, aan wat de oppervlakte en de dikte van de te baggeren partij betreft.

36 Geef hier aan wanneer de partij vermoedelijk wordt gebaggerd. In geval van een doorgangsdepot waar de partij uiteraard reeds is gebaggerd, dient van iedere partij die in het doorgangsdepot is gebracht in een aparte bijlage de herkomst, hoeveelheid en aanvoerdatum te worden aangegeven.

37 Geef hier een verwijzing aan naar een mee te zenden kaart van het Wvo-gebied met daarop ingetekend de geografische ligging van de locatie alsmede de geografische ligging van de partijen binnen de locatie.

38 Geef het gemiddelde lutumgehalte en de fractieverdeling van de minerale delen (0–00 μm) aan. Het lutumgehalte (uitgedrukt in % d.s.) bepalen volgens NEN 5753. De fractieverdeling eveneens bepalen volgens NEN 5753 (met destructie, met behulp van zeef en pipet, inclusief de fractie > 2 mm) en berekenen als massapercentage van de som van de minerale delen (zie bijlage C.3 van NEN 5753). Per uitgevoerde analyse op chemische parameters één fractieverdeling bepalen.

39 Dit betreft de minerale delen samen met humus en CaCO3; dit is een bepaald percentage van de totale hoeveelheid droge stof.

40 Bodem+ gaat ervan uit dat de partij zo mogelijk wordt gezeefd op 32 mm en in ieder geval op 80 mm. Vermeld derhalve op basis van visuele waarnemingen, de zeefcurve en boorstaten een schatting van de gehaltes voor de fracties van 2–32, 32–80 en > 80 mm. Met puin wordt het gehalte aan steenachtig materiaal bedoeld. Overleg bij de melding alle boorstaten inclusief de plaatsing van de boringen in de partij.

41 en 42 Onder afval verstaat Bodem+ bodemvreemde stoffen (uitgezonderd puin) zoals slakken, sintels en kooldeeltjes, ijzerdelen, boomstronken, begroeiingsresten, plastics, huisvuil e.d.

Het percentage bodemvreemd materiaal (b) kan worden aangegeven door sommatie van het percentage puin en afval. Als het percentage bodemvreemd materiaal is aangegeven, dan is de totale partij bestaande uit baggerspecie (a) en bodemvreemd materiaal (b) voor 100% benoemd.

43 Bij de omschrijving afval geeft u een beschrijving van het afval, bijvoorbeeld soort, verspreiding, grootte, uitzeefbaarheid e.d. Eventueel de gebruikte zeefdiameter aangeven.

44 Per partij ondertekenen. Bodem+ neemt alleen volledig ingevulde en ondertekende formulieren in behandeling. Formulieren kunnen per post of fax worden verstuurd aan Bodem+, Postbus 93144, 2509 AC, Den Haag. Fax: 070-3735 100.

Naast het ingevulde formulier ‘Aanvraag verklaring baggerspecie’ dient u bij iedere partij standaard een aantal begeleidende documenten mee te sturen, te weten:

  • Projectkaart met geografische situering van de partij;

  • Kopieën van de analysecertificaten van de fractiegrootteverdeling(en) van het laboratorium;

  • (Overzicht van de) Inpeilingsgegevens;

  • Kopie van bestekposten t.a.v. de omvang partij.

Bijlage 3. Bij de aanvraag voor een baggerspecieverklaring te verstrekken gegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

A. Gegevens saneerder

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • Relatienummer van Bodem+ of:

  • Naam, afdeling

  • Adres, postcode, plaats

  • Provincie

  • Telefoon en faxnummers, e-mail adres

  • Contactpersoon en toestelnummer

B. Projectgegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • Projectnummer van Bodem+ of:

  • Projectnaam

  • Projectfinanciering door overheid of anders

  • Projectcode met adres, postcode en plaats

  • X- en Y-coördinaat

  • Projectleider met telefoon en faxnummer en e-mail adres

  • Overzicht van uitgevoerde in-situ bodemonderzoeken en partijkeuringen

  • Een beschrijving van de historie van de locatie en het ontstaan van de verontreiniging op de locatie

  • Een beschrijving van het uitgevoerde grondverzet op de locatie

  • Een kaart van het Wvo-gebied waaruit de partij vrijkomt

  • Toelichting

C. Partijgegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • Partijnummer saneerder

  • Geraamde hoeveelheid in ton en m3 inclusief onderbouwing

  • Vermoedelijke afvoerdatum

  • Percentage puin en afval

  • Korrelverdeling van de minerale delen tot 2 mm (NEN 5753)

  • Gehalten aan vocht (NEN 5748), humus (NEN 5754), lutum (NEN 5753), CaCO3 (NEN 5757) en de pH (KCl) (NEN 5750)

D. Aanvullende gegevens

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Op verzoek van Bodem+ worden aanvullende gegevens verstrekt op voet van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht