Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2005

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006.]
Geraadpleegd op 11-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2006 en zichtdatum 21-09-2024.
Geldend van 22-07-2005 t/m 31-05-2006

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 11 juli 2005, nr. 2005/3542, houdende de toedeling van taken en de doorverlening van vertegenwoordigingsbevoegdheden aan de onder de inspecteur-generaal ressorterende functionarissen van de Inspectie Werk en Inkomen (Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2005)

Hoofdstuk 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 1. Begrippen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Organisatie

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 2. De plaatsvervangend inspecteur-generaal

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Onder de inspecteur-generaal ressorteert de plaatsvervangend inspecteur-generaal.

Artikel 3. Organisatie Inspectie

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Onder de inspecteur-generaal ressorteert de algemeen directeur.

  • 2 Onder de algemeen directeur ressorteren:

    • a. de afdeling Communicatie;

    • b. de afdeling Informatiebeheer & Informatisering;

    • c. de afdeling Strategie & Beleid;

    • d. het Bureau Bedrijfsvoering;

    • e. de directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen;

    • f. de directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen.

Hoofdstuk 3. Verantwoordelijkheden

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

§ 3.1. Verantwoordelijkheden algemeen directeur, directeuren en hoofden

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 4. Verantwoordelijkheden plaatsvervangend inspecteur-generaal

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De plaatsvervangend inspecteur-generaal vervangt de inspecteur-generaal bij diens afwezigheid of verhindering en treedt alsdan in de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de inspecteur-generaal.

Artikel 5. Verantwoordelijkheden algemeen directeur

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De algemeen directeur is verantwoordelijk voor:

  • a. het door tussenkomst van de inspecteur-generaal adviseren van de bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de Inspectie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten;

  • b. het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet;

  • c. het zorgdragen voor een betrouwbare, effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, met uitzondering van de vaststelling van de formatie, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de Inspectie;

  • d. de personeelsaangelegenheden, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder hem ressorterende functionarissen, voorzover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal of de inspecteur-generaal;

  • e. de personeelsaangelegenheden van functionarissen die niet meer onder hem ressorteren en ten aanzien van wie geen andere functionaris binnen het ministerie (meer) kan worden aangewezen, maar die op 31 december 2002 of later onder de inspecteur-generaal ressorteerden;

  • f. de werkgeversverplichtingen die voortvloeien uit wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden ten aanzien van de inspectie, voor zover het niet gaat om centraal georganiseerde werkgeversverplichtingen als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, onder b, van het Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit SZW 2004;

  • g. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • h. de strategie en de beleidsontwikkeling van de Inspectie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • i. het voorbereiden en uitvoeren van jaarplannen en meerjarenplannen voor de Inspectie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • j. het vaststellen van de jaarplannen van de directies;

  • k. het vaststellen van de jaarplannen van het Bureau Bedrijfsvoering, de afdeling Communicatie en de afdeling Strategie & Beleid na overleg met de inspecteur-generaal;

  • l. de deskundigheidsbevordering en het kwaliteitsmanagement bij de Inspectie;

  • m. het vaststellen van het opleidingsplan IWI na overleg met de inspecteur-generaal;

  • n. het informatiebeleid en de informatisering van toezichtprocessen en ondersteunende processen;

  • o. het vergaren en gestructureerd beschikbaar stellen van reguliere, kwantitatieve gegevensstromen (toezichtinformatie) ten behoeve van de toezichtprocessen;

  • p. het afleggen van verantwoording en het rapporteren aan de inspecteur-generaal over de uitvoering van het jaarplan en het meerjarenplan van de Inspectie en de jaarplannen van de directies;

  • q. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hem ressorterende functionarissen;

  • r. het inzake de Inspectie optreden als bestuurder in de zin van artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden.

Artikel 6. Verantwoordelijkheden directeuren

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Elk van de directeuren is verantwoordelijk voor:

  • a. het leiding geven aan de eigen directie;

  • b. het coördineren van het toezicht op de uitvoering van de sociale verzekeringen en voorzieningen, en op de werking van het stelsel daarvan, en van andere taken, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet, in samenspraak met de andere directeuren;

  • c. het door tussenkomst van de algemeen directeur en de inspecteur-generaal adviseren van bewindspersonen ten aanzien van het werkterrein van de eigen directie en het hen attenderen op politiek of maatschappelijk gevoelige aspecten daarvan;

  • d. het zorgdragen voor een effectieve en efficiënte bedrijfsvoering, binnen door de inspecteur-generaal vastgestelde kaders, voor periodieke evaluatie daarvan en voor planning en bewaking van de productie van de eigen directie;

  • e. de personeelsaangelegenheden, met inbegrip van het arbeidsomstandigheden- en ziekteverzuimbeleid, van de onder elk van hen ressorterende functionarissen, voorzover dit niet is voorbehouden aan de secretaris-generaal, of de inspecteur-generaal, of de algemeen directeur;

  • f. het op orde hebben van de administratieve organisatie en informatiebeveiliging;

  • g. het voorbereiden van jaarplannen voor de eigen directie binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • h. het uitvoeren van het door de algemeen directeur vastgestelde jaarplan voor de eigen directie;

  • i. het vaststellen van jaarplannen van de afdelingen binnen de eigen directie;

  • j. het afleggen van verantwoording en het rapporteren over de uitvoering van het jaarplan van de eigen directie aan de algemeen directeur;

  • k. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder hen ressorterende functionarissen.

Artikel 7. Verantwoordelijkheden hoofd Bureau Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

  • a. het leiding geven aan het Bureau Bedrijfsvoering;

  • b. het leveren van een bijdrage aan het opstellen en uitvoeren van het jaarplan en meerjarenplan van de Inspectie;

  • c. het voorbereiden van het jaarplan voor het Bureau Bedrijfsvoering binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

  • d. het uitvoeren van het door de algemeen directeur vastgestelde jaarplan voor het Bureau Bedrijfsvoering;

  • e. het afleggen van verantwoording en het rapporteren over de uitvoering van het jaarplan van het Bureau Bedrijfsvoering aan de algemeen directeur;

  • f. het doen van voorstellen met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel.

Artikel 8. Verantwoordelijkheden afdelingshoofden

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Elk van de hoofden van een afdeling is verantwoordelijk voor de volgende algemene taken:

    • a. het leiding geven aan de eigen afdeling;

    • b. het leveren van een bijdrage aan het opstellen en uitvoeren van het jaarplan en meerjarenplan van de Inspectie en van het directieplan;

    • c. het voorbereiden van jaarplannen voor de eigen afdeling binnen de door de inspecteur-generaal vastgestelde uitgangspunten;

    • d. het uitvoeren van het door de directeur vastgestelde jaarplan voor de eigen afdeling;

    • e. het afleggen van verantwoording en het rapporteren over de uitvoering van het jaarplan van de eigen afdeling aan de directeur;

    • f. het doen van voorstellen met betrekking tot het aantrekken en ontslaan van personeel.

  • 2 In afwijking van het eerste lid geldt voor de hoofden van de afdelingen Communicatie, Informatiebeheer & Informatisering en Strategie & Beleid dat het jaarplan van ieder van deze afdelingen wordt vastgesteld door de algemeen directeur en verantwoording wordt afgelegd aan de algemeen directeur.

  • 3 In afwijking van het eerste lid geldt voor het hoofd van de afdeling Facilitymanagement dat hij geen jaarplan voor de eigen afdeling opstelt, maar bijdragen levert voor het jaarplan van het Bureau Bedrijfsvoering, en verantwoording aflegt aan het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering.

§ 3.2. Verantwoordelijkheden afdeling Communicatie, afdeling Informatiebeheer & Informatisering, afdeling Strategie & Beleid en Bureau Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 9. Verantwoordelijkheden afdeling Communicatie

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Communicatie is verantwoordelijk voor:

  • a. het ontwikkelen en verzorgen van de in- en externe communicatie, met inbegrip van persvoorlichting;

  • b. de afstemming van de externe communicatie met de directie Communicatie van het ministerie.

Artikel 10. Verantwoordelijkheden afdeling Informatiebeheer & Informatisering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Informatiebeheer & Informatisering is verantwoordelijk voor:

  • a. de systeemontwikkeling;

  • b. de helpdesk;

  • c. de data-acquisitie en het gegevensbeheer;

  • d. beleidsontwikkeling met betrekking tot informatievoorziening en informatisering en het opstellen van informatiseringsplannen.

Artikel 11. Verantwoordelijkheden afdeling Strategie & Beleid

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Strategie & Beleid is verantwoordelijk voor:

  • a. de strategie- en beleidsontwikkeling op het terrein van de inspectie;

  • b. de totstandkoming van de programmering en van de planning- en controlcyclus van de toezichtactiviteiten van de Inspectie, alsmede de uitvoering daarvan;

  • c. de deskundigheidsbevordering, waaronder het opstellen van een opleidingsplan in afstemming met de afdeling Personeel & Financiën;

  • d. het kwaliteitsmanagement;

  • e. het relatiebeheer van de Inspectie.

Artikel 12. Verantwoordelijkheden Bureau Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Het Bureau Bedrijfsvoering is verantwoordelijk voor:

    • a. de planning- en controlcyclus op gebied van middelenbeheer, met name op financieel en HRM-gebied;

    • b. de advisering over en ondersteuning bij de uitvoering van het middelenbeheer;

    • c. het voeren van de controlfunctie;

    • d. de ontwikkeling, verzorging en uitvoering van financieel beleid, HRM-beleid en facilitymanagementbeleid;

    • e. het beheer van administratieve systemen;

    • f. de verzorging van administraties;

    • g. de verzorging van de administratieve en financiële afhandeling van de uitvoering van de personeelsaangelegenheden van de Inspectie, voor zover deze niet is opgedragen aan anderen zoals de directie Personeel, Organisatie en Informatie, de directie Financieel-Economische Zaken, de directie Gemeenschappelijke Organisatie Bedrijfsvoering van het ministerie en de Stichting Pensioenfonds ABP;

    • h. de verzorging van het ambtelijk secretariaat van de ondernemingsraad.

  • 2 Onder het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering ressorteren:

    • a. de afdeling Facilitymanagement;

    • b. de afdeling Documentaire Informatievoorziening;

    • c. de afdeling Personeel & Financiën.

  • 3 Het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering geeft rechtstreeks leiding aan de afdeling Documentaire Informatievoorziening en de afdeling Personeel & Financiën.

Artikel 13. Verantwoordelijkheden afdeling Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Facilitymanagement is verantwoordelijk voor:

  • a. de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen met betrekking tot algemene facilitaire voorzieningen;

  • b. de verzorging van de huisvesting van de inspectie en overige facilitaire voorzieningen en het daaraan verbonden budget- en overig beheer.

Artikel 14. Verantwoordelijkheden afdeling Documentaire Informatievoorziening

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Documentaire Informatievoorziening is verantwoordelijk voor:

  • a. het adviseren van het management ten aanzien van vraagstukken op het gebied van documentaire informatievoorziening en bij de ontwikkeling, uitbouw en implementatie van eigentijdse toepassingen op het vakgebied;

  • b. het bevorderen van de toegankelijkheid, vindbaarheid en benaderbaarheid van kwalitatieve informatie in fysieke en digitale vorm door middel van eigentijdse toepassingen ten behoeve van het verwerven, opslaan, ontsluiten en ter beschikking stellen van kwalitatieve informatie;

  • c. het verlenen van gebruiksondersteuning.

Artikel 15. Verantwoordelijkheden afdeling Personeel & Financiën

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Personeel & Financiën is verantwoordelijk voor:

  • a. de advisering over en ontwikkeling van beleid en plannen over besteding van middelen ten aanzien van personeel en financiën van de Inspectie;

  • b. de levering van managementinformatie over de besteding van middelen, bedoeld in onderdeel a;

  • c. het verzorgen van de planning- en controlfunctie en de daarbij behorende administraties en producten;

  • d. uitvoerende werkzaamheden op het gebied van personeels- en salarisadministratie.

§ 3.3. Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 16. Verantwoordelijkheden directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 De directie Toezicht gemeenten en overige bestuursorganenis verantwoordelijk voor:

    • a. het houden van toezicht op de rechtmatigheid van de uitvoering door gemeenten van de WWB, het Bbz, de IOAW, de IOAZ, de Wko, de WSW en de Wwik;

    • b. het houden van toezicht op de doeltreffendheid van (de uitvoering door gemeenten van) de wet- en regelgeving, genoemd in onderdeel a;

    • c. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door het BKWI en het IB;

    • d. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

    • e. het houden van toezicht op de SER, DNB, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

    • f. het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die de Minister om een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben verzocht;

    • g. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering, genoemd in de onderdelen a, b en c, en over de uitkomsten van het toezicht, bedoeld in de onderdelen d en e;

    • h. het opstellen van een oordeel over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering;

    • i. het coördineren en uitvoeren van toezichtbaarheidstoetsen;

    • j. het geven van juridische en wetstechnische ondersteuning aan de ontwikkeling en uitvoering van de toezichtsfunctie door alle afdelingen van de Inspectie;

    • k. het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de Inspectie inzake juridische aangelegenheden;

    • l. de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering van de Inspectie;

    • m. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het ministerie;

    • n. het relatiebeheer met de uitvoerende instanties binnen het gemeentelijk domein en hun vertegenwoordigende organisaties, en met de instanties, genoemd in de onderdelen c tot en met f.

  • 2 Onder de directeur Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen ressorteren:

    • a. de afdeling Beleid, Informatie en Analyse;

    • b. de afdeling Noord;

    • c. de afdeling Zuid;

    • d. de afdeling Juridische Zaken;

    • e. de afdeling Toezicht BKWI en IB;

    • f. de afdeling Toezicht overige bestuursorganen.

Artikel 17. Verantwoordelijkheden afdeling Beleid, Informatie en Analyse

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Beleid, Informatie en Analyse is verantwoordelijk voor:

  • a. het operationaliseren van het toezichtbeleid voor het gemeentelijk domein, waaronder het opstellen van toetsingskaders;

  • b. het monitoren van uitvoeringsinformatie en de opbouw van een actueel inhoudelijk informatiebeeld over gemeenten, ten behoeve van onder andere risico- en trendanalyses;

  • c. kaderstelling, waaronder de noodzakelijkheidvraag en probleemstelling, voor complementair aspectonderzoek;

  • d. het bijdragen aan rapportages over onderzoeken inzake het gemeentelijk domein;

  • e. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel 18. Verantwoordelijkheden afdelingen Noord en Zuid

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 De afdelingen Noord en Zuid zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor:

    • a. het rapporteren over een landelijk beeld van de rechtmatigheid van het werkdeel en het inkomensdeel WWB, en per gemeente, dan wel een samenwerkingsverband van gemeenten, over de rechtmatigheid van het werkdeel WWB, als ook over een landelijk beeld van de doeltreffendheid van de WWB;

    • b. het rapporteren in gevallen van ernstige tekortkomingen als bedoeld in artikel 76, derde lid, van de WWB;

    • c. het rapporteren in gevallen dat een gemeente op grond van artikel 74, eerste lid, van de WWB een aanvullende uitkering heeft aangevraagd;

    • d. het rapporteren per gemeente, dan wel samenwerkingsverband van gemeenten, over de rechtmatigheid en doeltreffendheid van (de uitvoering door gemeenten van) de overige wet- en regelgeving, genoemd in artikel 16, eerste lid, onderdeel a;

    • e. het verzamelen van uitvoeringsinformatie en het opstellen van signalen over de uitvoering ten behoeve van monitoring en risico- en trendanalyses, bedoeld in artikel 17, onderdeel b;

    • f. ontwikkelen en feitelijk uitvoeren van aanvullende aspectonderzoeken als bedoeld in artikel 17, onderdeel c, en het rapporteren daarover;

    • g. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

    • h. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

  • 2 De afdelingen Noord en Zuid richten hun werkzaamheden in beginsel op hun werkgebied en verlenen elkaar, indien nodig, onderlinge bijstand.

Artikel 19. Verantwoordelijkheden afdeling Juridische Zaken

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Juridische Zaken is ten behoeve van de gehele Inspectie verantwoordelijk voor:

  • a. de juridische ondersteuning bij de ontwikkeling en uitvoering van het toezicht;

  • b. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c. de coördinatie en uitvoering van de toezichtbaarheidstoetsen, bedoeld in artikel 41 van de wet;

  • d. het beheren en onderhouden van een wettendocumentatiesysteem en de verzorging van interne kennisoverdracht;

  • e. het fungeren als coördinatie- en aanspreekpunt voor de inspectie inzake juridische aangelegenheden;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie;

  • g. de inbreng van juridische expertise ten behoeve van de bedrijfsvoering.

Artikel 20. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht IB/BKWI

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Het hoofd van de afdeling Toezicht IB/BKWI is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het IB en het BKWI;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het IB en het BKWI;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel 21. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht overige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Toezicht overige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van wettelijke taken door de RWI;

  • b. het houden van toezicht op de SER, DNB, het CTB en cki’s, voor zover dit toezicht is opgedragen aan de Minister;

  • c. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de RWI, de SER, DNB, het CTB en cki’s;

  • d. het uitvoeren van onderzoek naar instellingen die de Minister om een aanwijzing tot cki op een werkveld hebben verzocht;

  • e. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • f. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

§ 3.4. Verantwoordelijkheden directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 22. Verantwoordelijkheden directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 De directie Toezicht zelfstandige bestuursorganen is verantwoordelijk voor:

    • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI, de SVB en het UWV;

    • b. het rapporteren over de resultaten en de kwaliteit van de uitvoering en over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van de uitvoering en de uitvoeringsorganisaties, genoemd in onderdeel a;

    • c. de inbreng van onderzoeksexpertise voor zowel domeinbepaald als domeinoverstijgend toezicht;

    • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming door het ministerie;

    • e. het relatiebeheer met de instanties, genoemd in onderdeel a;

    • f. het binnen de gekozen aansturingslijnen opzetten en uitvoeren van gedragswetenschappelijk onderzoek voor zowel domeinbepaalde als domeinoverstijgende onderwerpen.

  • 2 Onder de directeur Toezicht zelfstandige bestuursorganen ressorteren:

    • a. de afdeling Onderzoek;

    • b. de afdeling Toezicht CWI;

    • c. de afdeling Toezicht SVB;

    • d. de afdeling Toezicht UWV.

Artikel 23. Verantwoordelijkheden afdeling Onderzoek

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Onderzoek is ten behoeve van de gehele inspectie verantwoordelijk voor:

  • a. het ontwikkelen en uitvoeren van gedragswetenschappelijk onderzoek naar de uitvoering door de uitvoerende instanties;

  • b. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • c. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel 24. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht CWI

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Toezicht CWI is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de CWI;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. de coördinatie en afstemming binnen de Inspectie aangaande het toezicht op de samenwerking, bedoeld in artikel 37, onderdeel c, van de wet, van de CWI, het UWV en de SVB met elkaar en met burgemeesters en wethouders van de gemeenten;

  • e. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel 25. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht SVB

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling toezicht SVB is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door de SVB;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door de SVB;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Artikel 26. Verantwoordelijkheden afdeling Toezicht UWV

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

De afdeling Toezicht UWV is verantwoordelijk voor:

  • a. het houden van toezicht op de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV;

  • b. het rapporteren over de resultaten en kwaliteit van de uitvoering van de wettelijke taken door het UWV;

  • c. het bijdragen aan rapportages over de uitvoering op het beleidsterrein werk en inkomen;

  • d. het inbrengen van kennis van de uitvoeringspraktijk in de beleidsvorming van het ministerie.

Hoofdstuk 4. Bevoegdheden

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 27. Bevoegdheden algemeen directeur

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 De algemeen directeur is bevoegd om namens een bewindspersoon dan wel de inspecteur-generaal besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten, die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van de Inspectie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de inspecteur-generaal.

  • 2 De bevoegdheden van de algemeen directeur, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval mandaat en machtiging ten aanzien van:

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van € 20.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde van € 500.000,– per overeenkomst:

    • a. overeenkomsten die voortvloeien uit het door de inspecteur-generaal vastgestelde jaarplan;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van de medewerkers van de Inspectie, voor zover deze voortvloeien uit een door de algemeen directeur vastgesteld opleidingsplan;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het management van de inspectie worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek.

Artikel 28. Bevoegdheden directeuren

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Elk van de directeuren is bevoegd om namens een bewindspersoon dan wel de inspecteur-generaal besluiten te nemen, overeenkomsten aan te gaan en handelingen te verrichten die noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn, voor zover zij verband houden met het werkterrein van zijn directie, tenzij deze zijn voorbehouden aan een bewindspersoon, de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal, de inspecteur-generaal of de algemeen directeur.

  • 2 De bevoegdheden van de directeuren, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval mandaat en machtiging ten aanzien van:

    • a. de specifieke taken van de directie, met uitzondering van stukken waarvan, gelet op het belang daarvan, redelijkerwijze kan worden vermoed dat deze door de algemeen directeur moeten worden afgedaan;

    • b. de in artikel 5, onderdeel d, genoemde personeelsaangelegenheden;

    • c. de behandeling van klachten als bedoeld in artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht voor zover deze betrekking hebben op gedragingen van de onder elk van hen ressorterende functionarissen.

  • 3 De in het eerste lid genoemde bevoegdheid om overeenkomsten aan te gaan is beperkt tot overeenkomsten met een waarde van € 20.000,– per overeenkomst, met dien verstande dat de volgende overeenkomsten mogen worden aangegaan tot een waarde per overeenkomst van ten hoogste de laagste drempel voor aanbesteding conform de Europese aanbestedingsrichtlijnen:

    • a. overeenkomsten die voortvloeien uit het door de algemeen directeur vastgestelde directieplan;

    • b. overeenkomsten voor het opleiden van de medewerkers van de directie, voor zover deze voortvloeien uit een door de algemeen directeur vastgesteld opleidingsplan;

    • c. overeenkomsten voor het inhuren van personeel voor de uitvoering van werkzaamheden die onder de directe verantwoordelijkheid van het management van de inspectie worden verricht;

    • d. arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht;

    • e. overeenkomsten met betrekking tot onderzoek.

Artikel 29. Bevoegdheden afdelinghoofden en hoofd bureau Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Aan de afdelingshoofden en het hoofd van het bureau Bedrijfsvoering wordt mandaat en machtiging verleend tot het nemen van besluiten over en het ondertekenen van stukken die betrekking hebben op:

  • a. de specifieke taken van de afdeling respectievelijk het bureau, met uitzondering van de stukken waarvan, gelet op het belang daarvan, redelijkerwijze kan worden vermoed dat deze door de directeur respectievelijk de algemeen directeur moeten worden afgedaan;

  • b. de personeelsaangelegenheden van de afdeling respectievelijk het bureau, voorzover het betreft:

    • 1°. het opmaken, niet zijnde vaststellen, van een beoordeling van medewerkers;

    • 2°. het houden van management-medewerkergesprekken;

    • 3°. werktijdafspraken met of verlof van medewerkers;

    • 4°. kleine beloningen, niet zijnde gratificaties, onder gelijktijdige mededeling daarvan aan de directeur respectievelijk de algemeen directeur.

Artikel 30. Volmacht hoofd afdeling Communicatie

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Aan het hoofd van de afdeling Communicatie wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van maximaal van € 10.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a. de productie en distributie van voorlichtingsmateriaal, gericht op de communicatie van toezichtsbevindingen;

  • b. systeemontwikkeling, licenties en functioneel beheer en onderhoud van applicaties van voorlichtingssystemen.

Artikel 31. Volmacht hoofd Bureau Bedrijfsvoering

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Aan het hoofd van het Bureau Bedrijfsvoering wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten met een waarde van maximaal € 50.000,– per overeenkomst en voor zover deze betrekking hebben op:

  • a. de levering van goederen en diensten ten behoeve van de Inspectie;

  • b. de tewerkstelling van uitzendkrachten ten behoeve van de Inspectie, binnen de formatie van de Inspectie;

  • c. de verzorging van huisvesting van de inspectie en het daaraan verbonden beheer.

Artikel 32. Volmacht hoofd afdeling Facilitymanagement

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Aan het hoofd van de afdeling Facilitymanagement wordt volmacht verleend tot het aangaan van overeenkomsten voor verzorging van huisvesting van de inspectie en het daaraan verbonden beheer tot een maximum van € 25.000,– per overeenkomst.

Artikel 33. Afdoening, vaststelling en ondertekening van stukken

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 De afdoening van alle stukken waarvan de inspecteur-generaal aangeeft dat hij deze zelf wenst af te doen, geschiedt door de inspecteur-generaal.

  • 2 Rapporten die worden toegezonden aan de minister, worden vastgesteld door de inspecteur-generaal.

  • 3 Brieven, gericht aan een bewindspersoon, worden vastgesteld en ondertekend door de inspecteur-generaal.

  • 4 De vertegenwoordigingsbevoegde is gehouden in de ondertekening van stukken die op basis van mandaat, volmacht of machtiging worden ondertekend, zijn vertegenwoordigingsbevoegdheid tot uitdrukking te brengen door opneming van de volgende formule:

    De inspecteur-generaal van de Inspectie Werk en Inkomen,

    namens deze,

    functie betrokken vertegenwoordigingsbevoegde,

    handtekening van de betrokken vertegenwoordigingsbevoegde,

    naam van de betrokken vertegenwoordigingsbevoegde.

Hoofdstuk 5. Plaatsvervanging

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 34. Plaatsvervanging plaatsvervangend inspecteur-generaal

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Bij afwezigheid of verhindering van zowel de inspecteur-generaal als de plaatsvervangend inspecteur-generaal neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de algemeen directeur, als waarnemend inspecteur-generaal, de taken en bevoegdheden van de inspecteur-generaal waar.

Artikel 35. Plaatsvervanging algemeen directeur

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Bij afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur in de periode van 1 januari tot en met 30 juni neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de directeur Toezicht gemeenten en overige bestuursorganen, als plaatsvervangend algemeen directeur, de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur waar.

  • 2 Bij afwezigheid of verhindering van de algemeen directeur in de periode van 1 juli tot en met 31 december neemt, voor de duur van die afwezigheid of verhindering, de directeur Toezicht zelfstandige bestuursorganen, als plaatsvervangend algemeen directeur, de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur waar.

Artikel 36. Plaatsvervanging directeuren, afdelingshoofden en bureauhoofd

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Plaatsvervangers worden, na schriftelijke instemming van de inspecteur-generaal, benoemd door de directeur, het afdelingshoofd of het bureauhoofd in wiens plaats zij treden.

Artikel 37. Kennisgeving aan WBJA van aanwijzing plaatsvervangers

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Besluiten tot aanwijzing van plaatsvervangers worden door de algemeen directeur toegezonden aan de directeur Wetgeving, Bestuurlijke en Juridische Aangelegenheden als beheerder van het mandaat-, volmacht- en machtigingsregister SZW.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

Artikel 39. Inwerkingtreding en citeertitel

[Regeling vervallen per 14-06-2006 met terugwerkende kracht tot en met 01-06-2006]

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2005.

  • 2 Deze regeling wordt aangehaald als: Organisatie-, mandaat- en volmachtbesluit Inspectie Werk en Inkomen 2005.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 juli 2005

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de

inspecteur-generaal

,

L.H.J. Kokhuis