Wet van 8 september 2005 tot aanpassing van enkele onderdelen van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met het nieuwe procesrecht
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat enige aanpassingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten nodig zijn;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: