Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2006

[Regeling materieel uitgewerkt per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-02-2017 en zichtdatum 30-09-2024.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Verordening van het Bedrijfschap Horeca en Catering, houdende regels ter zake van de aan de onder het Bedrijfschap Horeca en Catering ressorterende ondernemers van logiesverstrekkende bedrijven op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2006 ten behoeve van de Nederlandse hotelclassificatie (Verordening bestemmingsheffing hotelclassificatie Bedrijfschap Horeca en Catering 2006)

Het bestuur van het Bedrijfschap Horeca en Catering;

Gelet op de artikelen 93, 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 2, 4 en 7 van het Instellingsbesluit Bedrijfschap Horeca en Catering;

Besluit vast te stellen de navolgende verordening:

§ 1. Begripsbepalingen en het toepassingsgebied

Artikel 1

In deze verordening wordt verstaan onder:

onderneming

:

een onderneming waarvoor het bedrijfschap is ingesteld;

ondernemer

:

een natuurlijk of rechtspersoon of een niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschap, die een of meer ondernemingen drijft of heeft gedreven gedurende enige periode in 2006;

logiesverstrekkende onderneming

:

een onderneming waar logies wordt verstrekt, desgewenst voor niet meer dan een nacht;

logieseenheid

:

de daartoe ingerichte kamer of overeenkomstige ruimte, waarin logies wordt verstrekt, met uitzondering van slaapzalen;

heffingsplichtige

:

een ondernemer die een logiesverstrekkende onderneming drijft.

Artikel 2

Deze verordening is van toepassing op ondernemers die een logiesverstrekkende onderneming drijven.

§ 2. De bestemmingsheffing

Artikel 3

  • 1 De heffingsplichtige is voor het jaar 2006 per logiesverstrekkende onderneming een bestemmingsheffing verschuldigd op grondslag van het aantal logieseenheden, waarover de logiesverstrekkende onderneming beschikt. Hiervoor geldt de volgende tabel:

    Aantal logieseenheden

    Bestemmingsheffing (in €)

    van

     

    Tot en met

     

    1

    -

    5

    73,00

    6

    -

    10

    94,00

    11

    -

    20

    115,00

    21

    -

    50

    161,00

    Meer dan

     

    50

    308,00

  • 2 Aan de heffingsplichtige wordt een aftrek van 30% toegekend op de bestemmingsheffing, indien hij over het jaar 2005 contributie heeft betaald als lid van:

    • een organisatie van ondernemers die een of meer leden in het bestuur heeft benoemd of

    • een andere ondernemersorganisatie die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

      • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het bedrijfschap een taak heeft te vervullen,

      • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad,

      • c. tot de werkingssfeer van het bedrijfschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet-onbetekenend is,

      • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

      • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

§ 3. Vaststelling en oplegging van de bestemmingsheffing

Artikel 4

  • 1 De heffingsplichtige wordt in de gelegenheid gesteld per logiesverstrekkende onderneming een opgave te doen van het aantal logieseenheden.

  • 2 De heffingsplichtige doet de in het eerste lid bedoelde opgave binnen vier weken na daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld.

  • 3 Ingeval van wijziging van het aantal logieseenheden is de heffingsplichtige verplicht daarvan binnen een maand opgave te doen.

  • 4 Uitvoering van het eerste lid kan achterwege blijven indien de heffingsplichtige al eens een opgave heeft gedaan van het aantal logieseenheden ten behoeve van de vaststelling van een bestemmingsheffing over een ander jaar.

  • 5 De in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens, zullen - voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald - zonder toestemming van de belanghebbende:

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het bedrijfschap;

    • b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretaris of andere personen van het secretariaat van het bedrijfschap, de directeur van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht of andere personen van het Centraal Registratiekantoor Detailhandel-Ambacht en de met financiële controle op het bedrijfschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 6 Bekendmaking van gegevens, als in het vijfde lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 5

  • 1 De bestemmingsheffing wordt vastgesteld op grond van de meest recente opgave als bedoeld in artikel vier.

  • 2 Indien geen of een kennelijk onjuiste opgave is gedaan, wordt de bestemmingsheffing vastgesteld op basis van een schatting.

§ 4. De betaling van de bestemmingsheffing

Artikel 6

  • 1 De heffingsplichtige voldoet de bestemmingsheffing binnen zes weken na dagtekening.

  • 2 Ingeval de heffingsplichtige ten aanzien van het bepaalde in het eerste lid in gebreke blijft, wordt de heffingsplichtige schriftelijk gemaand om alsnog te betalen.

  • 3 Bij niet tijdige betaling van de bestemmingsheffing:

    • a. kunnen administratiekosten in rekening worden gebracht, welke minimaal 10 % van het openstaande bedrag bedragen, met een minimum van € 25.

    • b. kan rente worden gevorderd over het verschuldigde bedrag van de dag af dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn;

    • c. kan vergoeding worden gevorderd van alle invorderingskosten.

    De rente wordt berekend naar het percentage bedoeld in artikel 6:119 jo 6:120 Burgerlijk Wetboek, dat geldt op de datum waarop de rente wordt gevorderd. De invorderingskosten worden gesteld op 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van € 150.

§ 6. Mandaat

Artikel 8

  • 2 De bevoegdheden, bedoeld in het eerste lid, mogen door de secretaris van het bedrijfschap worden ondergemandateerd.

  • 3 De bevoegdheid tot het nemen van besluiten op bezwaarschriften tegen in ondermandaat genomen besluiten wordt gemandateerd aan de secretaris van het bedrijfschap.

Deze verordening zal worden afgekondigd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

Zoetermeer, 9 november 2005

P.J. Biesheuvel

voorzitter

J.G. Vianen

secretaris

Goedgekeurd door de Bestuurskamer van de Sociaal-Economische Raad bij besluit van 19 december 2005 en door de Minister van Economische Zaken bij beschikking van 4 januari 2006 nr. EP/MW 5725517.