Circulaire bezoldiging commissaris van de Koningin, vergoeding en onkostenvergoeding [...] gedeputeerde staten en gevolgen Zorgverzekeringswet

Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013.
Geldend van 01-01-2006 t/m heden

Circulaire bezoldiging commissaris van de Koningin, vergoeding en onkostenvergoeding statenleden, commissieleden, leden gedeputeerde staten en gevolgen Zorgverzekeringswet

1. Bezoldiging commissaris van de Koningin

De bezoldiging van commissarissen van de Koningin wijzigt overeenkomstig de wijziging van de bezoldiging van het personeel in de sector Rijk.

De laatste algemene salarisverhoging daarvan was in mei 2003. Indien er een volgende wijziging van het salaris wordt vastgesteld, wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de commissaris van de Koningin.

Het bovenstaande houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de bezoldiging die is vastgesteld per 1 mei 2003.

2. Nominale en procentuele eindejaarsuitkering commissaris van de Koningin

De nominale eindejaarsuitkering bedraagt € 45,88 per maand. U bent daarover geïnformeerd bij circulaire van 4 september 2003, nr. BK03/76642. Voor nadere informatie verwijs ik u naar genoemde circulaire.

Bij circulaire van 9 juni 2005, nr. BK05/57905, bent u geïnformeerd over de procentuele eindejaarsuitkering. Op dit moment is niet bekend of de procentuele eindejaarsuitkering voor 2005 wijziging ondergaat. Als deze eindejaarsuitkering wijziging ondergaat, wordt u daarover door mij geïnformeerd.

De procentuele eindejaarsuitkering is structureel vastgesteld op 0,8%. Dat houdt in dat u voor 2005 vooralsnog een procentuele eindejaarsuitkering voor commissarissen kunt hanteren van 0,8%.

3. Gevolgen Zorgverzekeringswet commissaris van de Koningin

Indien de commissaris momenteel deelneemt aan een publiekrechtelijke ziektekostenverzekering zijn op hem van toepassing de provinciale regelingen met betrekking tot ziektekosten die gelden voor provinciepersoneel. Indien de commissaris niet deelneemt of niet kan deelnemen, geniet de commissaris ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering op grond van de Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (Btzr). De huidige aanspraken op deze regelingen komen met ingang van 1 januari 2006 van rechtswege te vervallen als gevolg van de invoering van de Zorgverzekeringwet.

De Zorgverzekeringwet kent naast een nominale premie ook een inkomensafhankelijke bijdrage van de verzekeringsplichtige. Met ingang van 1 januari 2006 zal een bijdrage van 6,5% worden ingehouden op het loon. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt echter geheven over maximaal € 30.015 van het loon. De inhoudingsplichtige (de gemeente) vergoedt deze bijdrage als werkgever volledig. Deze vergoeding is echter belast.

In het geval van neveninkomsten is het bijdrage-inkomen samengesteld uit bestanddelen waarover mogelijk een verschillend bijdragepercentage van de inkomensafhankelijke bijdrage (6,5% of 4,4%) is verschuldigd. In dat geval worden de bestanddelen zodanig toegerekend dat het bijdragepercentage van 6,5% het eerste in aanmerking wordt genomen en vervolgens het bijdragepercentage van 4,4% tot de maximale bijdrage is bereikt.

Door samenloop van verschillende inkomsten kan het voorkomen dat in totaal over een hoger bijdrage-inkomen inkomensafhankelijke bijdragen zijn ingehouden dan het maximum bijdrage-inkomen. Wat meer is ingehouden wordt na afloop van het jaar door de Belastingdienst in de inhoudingssfeer automatisch teruggegeven via een voor bezwaar vatbare beschikking.

Bij de berekening van de teruggaaf wordt – anders dan bij de heffing – eerst het percentage van 4,4 in aanmerking genomen en daarna het percentage van 6,5.

Teveel ingehouden premie tegen het tarief van 4,4% wordt teruggegeven aan de werknemer, terwijl teveel ingehouden premie van 6,5% aan de werkgever wordt teruggegeven.

Voor het rijkspersoneel worden momenteel arbeidsvoorwaardenonderhandelingen gevoerd die onder andere betrekking hebben op het vervallen van de aanspraken van de huidige ziektekostenregelingen. Aangezien commissarissen de loonontwikkeling en in bepaalde gevallen de ziektekostenregeling van het rijkspersoneel volgen, is het op dit moment nog niet duidelijk welke precieze gevolgen een arbeidsvoorwaardenakkoord voor het rijkspersoneel heeft voor de commissarissen. Na ommekomst van een sectorakkoord voor het rijkspersoneel zal ik u verder inlichten.

4. Vergoeding werkzaamheden statenleden

In artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de bedragen van de vergoedingen voor de werkzaamheden van statenleden per 1 januari van elk jaar worden herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Dit indexcijfer is op dit moment nog niet bekend. De reden daarvan is dat de CAO-onderhandelingen voor het personeel in de sector Rijk nog niet zijn afgerond. Zodra het indexcijfer bekend is wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de vergoeding voor werkzaamheden voor statenleden.

Dat houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de vergoeding die is vastgesteld per 1 januari 2005.

5. Onkostenvergoeding statenleden

In artikel 2, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten genoemd in de leden drie en vier van artikel 2, per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2005 is bepaald op 114,1. Voor 2004 was dat indexcijfer bepaald op 112,1.

Dit betekent dat de bedragen van de onkostenvergoeding per 1 januari 2006 worden verhoogd met 1,8%.

Met ingang van 1 januari 2006 worden de bedragen genoemd in artikel 2, derde en vierde lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden voor de onkostenvergoeding voor aan de uitoefening van het statenlidmaatschap verbonden kosten gewijzigd in € 80,37 resp. € 167,44 (fictieve dienstbetrekking).

6. Gevolgen Zorgverzekeringswet statenleden

De Zorgverzekeringswet kent naast een nominale premie ook een inkomensafhankelijke bijdrage van de verzekeringsplichtige. De inkomensafhankelijke bijdrage is verschuldigd over het loon. Voor werknemers geldt een inkomensafhankelijke bijdrage van 6,5%. Werkgevers zijn verplicht de inkomensafhankelijke bijdrage van hun werknemers te vergoeden.

Volksvertegenwoordigers zoals statenleden zijn geen werknemers omdat er geen sprake is van een dienstbetrekking. Voor statenleden geldt een lagere inkomensafhankelijke bijdrage van 4,4%. De lagere inkomensafhankelijke bijdrage houdt verband met het feit dat er bij inkomen anders dan uit dienstbetrekking, geen aanspraak bestaat op een vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage. Het bijdrage-inkomen dat ten hoogste in aanmerking wordt genomen voor de heffing van de inkomensafhankelijke bijdrage bedraagt € 30 015.

Een statenlid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f van de Wet op de loonbelasting als dienstbetrekking wordt aangemerkt (fictief werknemerschap) heeft op grond van artikel 5.4 van de Regeling zorgverzekeringswet geen recht op vergoeding van de inkomensafhankelijke bijdrage. Als er geen recht bestaat op vergoeding geldt eveneens de inkomensafhankelijke bijdrage van 4,4%. Bij de loonheffing als fictief werknemer wordt de inkomensafhankelijke bijdrage van 4,4% ingehouden op de statenvergoeding.

Als de arbeidsverhouding niet wordt aangemerkt als dienstbetrekking, wordt de inkomensafhankelijke bijdrage – voor zover deze niet reeds op andere wijze over het maximum-bijdrage inkomen is voldaan – door de Belastingdienst op aanslag geheven.

Aangezien het statenlidmaatschap wordt gezien als een nevenfunctie, is er in veel gevallen sprake van nog andere inkomsten. Wanneer het bijdrage-inkomen meer bedraagt dan het maximumbedrag (€ 30.015) en is samengesteld uit bestanddelen waarover mogelijk een verschillend bijdragepercentage van de inkomensafhankelijke bijdrage (6,5% of 4,4%) is verschuldigd, worden de bestanddelen zodanig toegerekend dat het bijdragepercentage van 6,5% het eerste in aanmerking wordt genomen, vervolgens het bijdragepercentage van 4,4 en ten slotte het nihil-bijdragepercentage tot de maximale bijdrage is bereikt.

Door samenloop van verschillende inkomsten kan het voorkomen dat in totaal over een hoger bijdrage-inkomen inkomensafhankelijke bijdragen zijn ingehouden dan het maximum bijdrage-inkomen. Wat meer is ingehouden wordt na afloop van het jaar door de Belastingdienst in de inhoudingssfeer automatisch teruggegeven via een voor bezwaar vatbare beschikking.

Bij de berekening van de teruggaaf wordt – anders dan bij de heffing – eerst het percentage van 4,4 in aanmerking genomen en daarna het percentage van 6,5.

Teveel ingehouden premie tegen het tarief van 4,4% wordt teruggegeven aan de werknemer, terwijl teveel ingehouden premie van 6,5% aan de werkgever wordt teruggegeven.

7. Bezoldiging gedeputeerden

De bezoldiging van gedeputeerden is gerelateerd aan het maximum van schaal 17 van het BBRA 1984.

De laatste algemene salarisverhoging daarvan was in mei 2003. Indien er een volgende wijziging van het salaris wordt vastgesteld, wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de bezoldiging van de gedeputeerden.

Dat houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de bezoldiging die is vastgesteld per 1 mei 2003.

8. Onkostenvergoeding leden gedeputeerde staten

In artikel 21, derde lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden is bepaald dat de onkostenvergoeding voor overige aan de uitoefening van het ambt verbonden kosten (genoemd in artikel 21, tweede lid) voor een gedeputeerde per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van de consumentenprijsindex geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

De consumentenprijsindex voor 2005 is bepaald op 114,1. Voor 2004 was dat indexcijfer bepaald op 112,1.

Dit betekent dat de bedragen van onkostenvergoeding per 1 januari 2006 worden verhoogd met 1,8%.

Met ingang van 1 januari 2006 worden de bedragen genoemd in artikel 21, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit gedeputeerden gewijzigd in € 618,76 (fictieve dienstbetrekking).

Voor uw informatie meld ik u dat de mogelijkheid van een lagere vaste onkostenvergoeding voor gedeputeerden en de daarmee samenhangende mogelijkheid van aftrek van beroepskosten in de inkomstenbelasting is vervallen. Gevolg daarvan is dat het gestelde in artikel 25, eerste lid, Rechtspositiebesluit gedeputeerden per 1 januari 2006 komt te vervallen.

De reden hiervan is dat gedeputeerden thans ambtenaar zijn in de zin van artikel 1 van de Ambtenarenwet, waardoor de belastinginspecteur gedeputeerden niet meer beschouwt als zelfstandigen maar als werknemers. Om praktische redenen gaat deze wijziging op 1 januari 2006 in.

De Staatssecretaris van Financiën heeft daartoe op 14 oktober 2005, nr. DGB2005/5489M, een besluit genomen. U bent over dit voornemen door mij geïnformeerd bij brief van 1 september 2005, kenmerk 2005-0000158381.

9. Nominale en procentuele eindejaarsuitkering gedeputeerden

De nominale eindejaarsuitkering bedraagt € 45,88 per maand. U bent daarover geïnformeerd bij circulaire van 4 september 2003, nr. BK03/76642. Voor nadere informatie verwijs ik u naar genoemde circulaire.

Bij circulaire van 9 juni 2005, nr. BK05/57905, bent u geïnformeerd over de procentuele eindejaarsuitkering. Op dit moment is niet bekend of de procentuele eindejaarsuitkering voor 2005 wijziging ondergaat. Als deze eindejaarsuitkering wijziging ondergaat, wordt u daarover door mij geïnformeerd.

De procentuele eindejaarsuitkering is structureel vastgesteld op 0,8%. Dat houdt in dat u voor 2005 vooralsnog een procentuele eindejaarsuitkering kunt hanteren van 0,8%.

10. Gevolgen Zorgverzekeringswet gedeputeerden

Indien een gedeputeerde momenteel deelneemt aan een publiekrechtelijke ziektekostenverzekering zijn op hem van toepassing de provinciale regelingen met betrekking tot ziektekosten die gelden voor provinciepersoneel. Indien de gedeputeerde niet deelneemt of niet kan deelnemen, geniet de hij ten laste van de provincie een tegemoetkoming in de ziektekostenverzekering op grond van de Besluit tegemoetkoming ziektekosten rijkspersoneel (Btzr). De huidige aanspraken op deze regelingen komen met ingang van 1 januari 2006 van rechtswege te vervallen als gevolg van de invoering van de Zorgverzekeringwet

Met ingang van 1 januari 2006 worden gedeputeerden aangemerkt als werknemers. Voor werknemers geldt het volgende. De Zorgverzekeringwet kent naast een nominale premie ook een inkomensafhankelijke bijdrage van de verzekeringsplichtige. Met ingang van 1 januari 2006 zal een bijdrage van 6,5% worden ingehouden op het loon. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt geheven over maximaal € 30.015 van het salaris. De inhoudingsplichtige (de provincie) vergoedt deze bijdrage als werkgever volledig. Deze vergoeding is echter belast.

Bij een gedeputeerde die de betrekking in deeltijd uitoefent en bij nevenfuncties, kan er naast inkomen van gedeputeerde sprake zijn van andere inkomsten. In dat geval is het bijdrage-inkomen mogelijk samengesteld uit bestanddelen waarover een verschillend bijdragepercentage van de inkomensafhankelijke bijdrage (6,5% of 4,4%) is verschuldigd. De bestanddelen worden dan zodanig toegerekend dat het bijdragepercentage van 6,5% het eerste in aanmerking wordt genomen en vervolgens het bijdragepercentage van 4,4% en ten slotte het nihil bijdrage-percentage tot de maximale bijdrage is bereikt.

Door samenloop van verschillende inkomsten kan het voorkomen dat in totaal over een hoger bijdrage-inkomen inkomensafhankelijke bijdragen zijn ingehouden dan het maximum bijdrage-inkomen. Wat meer is ingehouden wordt na afloop van het jaar door de Belastingdienst in de inhoudingssfeer automatisch teruggegeven via een voor bezwaar vatbare beschikking.

Bij de berekening van de teruggaaf wordt – anders dan bij de heffing – eerst het percentage van 4,4 in aanmerking genomen en daarna het percentage van 6,5.

Teveel ingehouden premie tegen het tarief van 4,4% wordt teruggegeven aan de werknemer, terwijl teveel ingehouden premie van 6,5% aan de werkgever wordt teruggegeven.

Voor het rijkspersoneel worden momenteel arbeidsvoorwaardenonderhandelingen gevoerd die onder andere betrekking hebben op het vervallen van de aanspraken van de huidige ziektekostenregelingen. Aangezien gedeputeerden de loonontwikkeling en deels de ziektekostenregeling van het rijkspersoneel volgen, is het op dit moment nog niet duidelijk welke precieze gevolgen een arbeidsvoorwaardenakkoord heeft voor gedeputeerden. Na ommekomst van een sectorakkoord voor het rijkspersoneel zal ik u verder inlichten.

11. Vergoeding commissieleden

In artikel 13, juncto artikel 2, tweede lid, van het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden is het bedrag bepaald van de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie per 1 januari van elk jaar wordt herzien aan de hand van het indexcijfer CAO lonen overheid voor volwassenen inclusief bijzondere beloningen geldend voor de maand september van het voorafgaande kalenderjaar.

Dit indexcijfer is op dit moment nog niet bekend. De reden daarvan is dat de CAO-onderhandelingen voor het personeel in de sector Rijk nog niet zijn afgerond. Zodra het indexcijfer bekend is wordt u geïnformeerd over de gevolgen daarvan voor de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen voor commissieleden.

Dat houdt in dat u vooralsnog kunt uitgaan van de vergoeding die is vastgesteld per 1 januari 2005.

12. Gevolgen Zorgverzekeringswet voor commissieleden

Voor commissieleden geldt dezelfde inkomensafhankelijke bijdrage over de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen als voor de vergoeding voor statenleden. Voor een nadere toelichting verwijs ik naar onderdeel 6.

13. Informatie op internet

Informatie die betrekking heeft op politieke ambtsdragers, kunt u vinden op de internetsite van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: www.minbzk.nl, openbaar bestuur, politieke ambtsdragers. Informatie over de Zorgverzekeringswet is te vinden op www.denieuwezorgverzekering.nl.

Hoogachtend,
De

Minister

van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
namens deze:
de

directeur-generaal Koninkrijksrelaties en Bestuur

,

L.A.M. van Halder