Stcrt. 2008, 134, datum inwerkingtreding 17-07-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Aan zorgkantoren wordt op aanvraag per kalenderjaar een subsidie verleend die is bestemd
voor het met inachtneming van de artikelen 2.6.4 tot en met 2.6.13 verstrekken van
netto persoonsgebonden budgetten.
2 Het subsidieplafond voor de in het eerste lid bedoelde activiteiten bedraagt € 1.790.000.
3 Voor verleende persoonsgebonden budgetten als bedoeld in het eerste lid wordt een
maximale subsidie in aanmerking genomen, die wordt berekend overeenkomstig de volgende
formule:
(A × B) / C × € 1 700 000 000
waarbij wordt verstaan onder:
A: het aantal verzekerden in de regio van de subsidie-ontvanger waaraan op 31 augustus
van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een persoonsgebonden budget was verleend
op grond van deze paragraaf;
B: het gemiddeld op jaarbasis op 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar
door de subsidie-ontvanger aan de onder A bedoelde verzekerden verleende netto persoonsgebonden
budget;
C: de som van de tellers voor alle subsidie-ontvangers tezamen.
4 € 90.000.000 wordt verdeeld met inachtneming van door het College zorgverzekeringen
vast te stellen beleidsregels.
5 Het zorgkantoor verleent slechts subsidie voor persoonsgebonden budgetten voor verzekerden
woonachtig in zijn regio.
6 In afwijking van het vijfde lid kan het zorgkantoor ook bestedingen door een zorgkantoor
in een andere regio ten laste van het subsidie brengen, na schriftelijke toestemming
van het College zorgverzekeringen.
7 Artikel 1.1.3, eerste lid, onderdelen b en c, zijn niet van toepassing.
8 Voor de toepassing van hoofdstuk I wordt de in het eerste lid bedoelde subsidie beschouwd
als een projectsubsidie, met dien verstande dat de aanvraag van de subsidie in afwijking
van artikel 1.6.1, tweede lid, niet vergezeld gaat van een projectplan.
9 Het College zorgverzekeringen kan bij de subsidievaststelling van enig jaar onbenutte
subsidiegelden overhevelen van het ene zorgkantoor naar het andere zorgkantoor.
Stcrt. 2008, 206, datum inwerkingtreding 25-10-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.
1 Aan zorgkantoren wordt op aanvraag per kalenderjaar een subsidie verleend die is bestemd
voor het met inachtneming van de artikelen 2.6.4 tot en met 2.6.13 verstrekken van
netto persoonsgebonden budgetten.
2 Het subsidieplafond voor de in het eerste lid bedoelde activiteiten bedraagt: € 1
846 000 000.
3 Voor verleende persoonsgebonden budgetten als bedoeld in het eerste lid wordt een
maximale subsidie in aanmerking genomen, die wordt berekend overeenkomstig de volgende
formule:
(A × B) / C × € 1 700 000 000
waarbij wordt verstaan onder:
A: het aantal verzekerden in de regio van de subsidie-ontvanger waaraan op 31 augustus
van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar een persoonsgebonden budget was verleend
op grond van deze paragraaf;
B: het gemiddeld op jaarbasis op 31 augustus van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar
door de subsidie-ontvanger aan de onder A bedoelde verzekerden verleende netto persoonsgebonden
budget;
C: de som van de tellers voor alle subsidie-ontvangers tezamen.
4 € 146 000 000 wordt verdeeld met inachtneming van door het College zorgverzekeringen
vast te stellen beleidsregels.
5 Het zorgkantoor verleent slechts subsidie voor persoonsgebonden budgetten voor verzekerden
woonachtig in zijn regio.
6 In afwijking van het vijfde lid kan het zorgkantoor ook bestedingen door een zorgkantoor
in een andere regio ten laste van het subsidie brengen, na schriftelijke toestemming
van het College zorgverzekeringen.
7 Artikel 1.1.3, eerste lid, onderdelen b en c, zijn niet van toepassing.
8 Voor de toepassing van hoofdstuk I wordt de in het eerste lid bedoelde subsidie beschouwd
als een projectsubsidie, met dien verstande dat de aanvraag van de subsidie in afwijking
van artikel 1.6.1, tweede lid, niet vergezeld gaat van een projectplan.
9 Het College zorgverzekeringen kan bij de subsidievaststelling van enig jaar onbenutte
subsidiegelden overhevelen van het ene zorgkantoor naar het andere zorgkantoor.