Stcrt. 2008, 171, datum inwerkingtreding 06-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2006.
1 Artikel 7, derde en vierde lid, van de wet blijft op verzoek van de belanghebbende
buiten toepassing ten aanzien van degene bij wie over het berekeningsjaar geen voordeel
uit sparen en beleggen in aanmerking zou worden genomen indien de rendementsgrondslag
als bedoeld in artikel 5.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001 zou worden verminderd
met:
2 Het eerste lid, onderdeel b, onder 4° tot en met 11°, is eveneens van toepassing ingeval
de genoemde uitkeringen zijn verstrekt aan nabestaanden van de gerechtigden.
3 Het in het eerste lid bedoelde verzoek kan worden gedaan tot het tijdstip dat de toekenning
van de tegemoetkoming over het desbetreffende berekeningsjaar onherroepelijk is geworden.
4 Een verzoek als bedoeld in het eerste lid wordt geacht mede te zijn gedaan voor op
het berekeningsjaar volgende berekeningsjaren.