8. Pensioenopbouw in de uitkeringssituatie
[Regeling vervallen per 01-01-2010]
Gedurende de tijd dat een uitkering op grond van de Werkloosheidswet is toegekend ter zake van werkloosheid ontstaan door ontslag uit een dienstverhouding
bij een bij ABP aangesloten werkgever wordt de pensioenopbouw tot het bereiken van
de leeftijd van 62 jaar voor 37.5% voortgezet. Het betreft hier de reguliere pensioenopbouw
volgens Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds ABP.
Tot voorheen betrof dit percentage 50%. De burgemeester kan de resterende 12,5% bijsparen
bij ABP. De keuze voor bijsparen moet binnen 6 maanden na ontslag worden gemaakt.
Sinds 1 januari 2001 is voor (herindelings) burgemeesters de Regeling FVP van kracht.
Deze wordt uitgevoerd door de Stichting Financiering Voortzetting Pensioenverzekering
(FVP) te Amsterdam.
Op grond van de Regeling FVP krijgen werknemers, die op de eerste werkloosheidsdag
40 jaar of ouder zijn, na afloop van de loongerelateerde periode van de WW een eenmalige
premiebijdrage van de Stichting FVP ten behoeve van de opbouw van hun ouderdoms- en
nabestaandenpensioen.
Deze bijdrage wordt aan de pensioenuitvoerder, in casu het ABP, overgemaakt. De pensioenuitvoerder
wendt de FVP-bijdrage aan voor de opbouw van ouderdoms- en nabestaandenpensioen.
Het verdient aanbeveling om ingeval van (voorzienbaar) ontslag met recht op uitkering
contact op te nemen met ABP voor nadere informatie over de verdere pensioenopbouw.
Dit geldt eveneens voor de mogelijkheid om van de FPU-regeling gebruik te maken.
Contactpersonen ABP: Nico van Es (045-579 52 35) en Martin van Zanen (045-579 34 74).