Toelichting op het Beoordelingskader Individuele Reïntegratieovereenkomst UWV 2006
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Algemene voorwaarden
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
In dit deel van het beoordelingskader is vermeld wie voor de IRO in aanmerking komt.
Dit is in principe de cliënt die een uitkering ontvangt van UWV.
De cliënt moet een afstand tot de arbeidsmarkt hebben en daardoor zijn aangewezen
op ondersteuning door inzet van reïntegratie-instrumenten. Beoordeeld wordt of de
cliënt aangewezen is op een volledig reïntegratietraject. Een ander reïntegratie-instrument
is mogelijk effectiever. Als dat het geval is wordt een aanvraag om een IRO afgewezen
en wordt de cliënt voor dat andere reïntegratie-instrument in aanmerking gebracht.
Het is dan ook verstandig om voordat een aanvraag voor een IRO wordt ingediend, eerst
met de reïntegratiecoach van UWV te overleggen of een IRO wel het meest voor de hand
liggende reïntegratie-instrument is, dan wel dat er andere mogelijkheden zijn.
De cliënt moet ook onder de reïntegratieverantwoordelijkheid vallen van UWV. Een werknemer
die nog onder de reïntegratie-verantwoordelijkheid van de werkgever valt komt niet
voor een IRO in aanmerking. Dit is het geval bij ziekte gedurende de eerste twee jaar.
Als een cliënt door UWV bij een reïntegratiebedrijf is gemeld voor een regulier traject,
kan de cliënt niet meer in aanmerking komen voor een IRO.
Beoordeling reïntegratiebedrijf
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Elk reïntegratiebedrijf dat een IRO voor een cliënt wil afsluiten moet aan een aantal
voorwaarden voldoen. De voorwaarden bestaan enerzijds uit een aantal voorwaarden dat
betrekking heeft op de liquiditeit en solvabiliteit van het reïntegratiebedrijf. Anderzijds
worden voorwaarden gesteld aan de kwaliteit van het bedrijf.
Ten aanzien van de uitsluitingsgronden zal in eerste instantie een verklaring worden
gevraagd van het reïntegratiebedrijf dat de uitsluitingsgronden niet van toepassing
zijn. UWV kan echter om nadere verklaring en onderbouwing vragen.
Bij de toetsing of een bedrijf aan de kwaliteitseisen voldoet streeft UWV naar zo
min mogelijk administratieve lasten. De toetsing zal dan ook in principe bestaan uit
een audit waarin met het reïntegratiebedrijf gesproken wordt of het kan voldoen aan
de gestelde voorwaarden. Wanneer UWV gerede twijfels heeft dat het bedrijf niet aan
de voorwaarden voldoet kan om een nadere schriftelijke onderbouwing worden gevraagd.
Bijvoorbeeld: wanneer de financiële draagkracht van het bedrijf wordt getoetst, kan
gevraagd worden om een jaarrekening te overleggen.
Wanneer is vastgesteld dat een reïntegratiebedrijf voldoet aan de voorwaarden, blijft
deze vaststelling gedurende één jaar geldig. Bij nieuwe aanvragen hoeft niet opnieuw
getoetst te worden of het bedrijf voldoet aan de voorwaarden. UWV kan echter tussentijds
toetsen of het bedrijf nog steeds aan de voorwaarden voldoet.
Ten aanzien van de kwaliteitseisen heeft UWV nog geen normen vastgesteld in dit beoordelings-kader.
Aan de hand van de individuele situatie van het reïntegratiebedrijf toetst UWV of
het bedrijf voldoende kwaliteit heeft. Mogelijk dat in de toekomst wel normen worden
vastgesteld.
Het reïntegratieplan/aanvraag IRO
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Het reïntegratieplan moet aan een aantal voorwaarden voldoen, zodat UWV het reïntegratieplan
goed kan toetsen. Zo moet in het reïntegratieplan beschreven worden welke werkzaamheden
worden verricht om de cliënt duurzaam in betaalde arbeid te laten hervatten. Het reïntegratie-traject
moet altijd de kortste weg naar werk vormen. In het reïntegratieplan moet worden vermeld
welke stappen worden gezet op weg naar werk. Uitgangspunt is dat altijd een volledig
reïntegratieplan wordt ingediend. De weg naar werk moet op basis hiervan helder beschreven
worden zonder dat producten opgevoerd worden in het reïntegratieplan waarvan gezegd
wordt dat die nog nader ingevuld worden.
Wijziging reïntegratieplan
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Nadat het reïntegratietraject is gestart kan het voorkomen dat geconstateerd wordt
dat het reïntegratieplan gewijzigd moet worden. Als de wijziging niet leidt tot een
verhoging van de kosten dient de wijziging in de kwartaalrapportage gemeld te worden.
Als de wijziging wel tot een verhoging van de kosten leidt, dient een aanvullende
aanvraag ingediend te worden. Wordt in afwijking van het reïntegratieplan alsnog scholing
ingezet, dient dit ook gemeld te worden omdat dit gevolgen voor de uitkering kan hebben.
Assessment
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Het kan gebeuren dat eerst een bepaalde vorm van assessment nodig is alvorens de cliënt
het reïntegratieplan kan opstellen. Ook dit assessment kan door middel van de IRO
worden vergoed. De cliënt kan het assessment ook bij een ander reïntegratiebedrijf
laten uitvoeren. Dat reïntegratiebedrijf dient dan als onderaannemer van het bedrijf
dat het traject gaat uitvoeren op te treden. Het assessment dient in het reïntegratieplan
te worden vermeld, zodat ook vergoeding van de kosten van het assessment mogelijk
is. Dat betekent dat de kosten van het assessment onderdeel moeten uitmaken van de
totale kosten van het traject. Als alleen een assessment wordt uitgevoerd en geen
reïntegratieplan wordt opgesteld, worden de kosten van het assessment niet door UWV
vergoed. Er is geen apart budget voor assessment.
Het kan zijn dat de cliënt alleen aan het traject kan deelnemen nadat bepaalde voorzieningen
zijn getroffen. In dat geval dient gelijktijdig met de aanvraag om een IRO, ook een
aanvraag om de voorziening te worden ingediend.
Scholing
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
Als scholing wordt ingezet moet op basis van het scholingsprotocol worden getoetst
of de scholing ook noodzakelijk is voor cliënt om weer aan het werk te komen. Wij
verwijzen naar het scholingsprotocol voor de voorwaarden en wijze van toetsing van
de scholing. Als scholing noodzakelijk is dan worden de kosten van de scholing apart
van de overige trajectonderdelen betaald.
De cliënt moet de aanvraag met het reïntegratieplan binnen 35 kalenderdagen indienen,
nadat de cliënt aan UWV heeft meegedeeld dat hij voor een IRO in aanmerking wil komen.
Als deze termijn te kort is om de aanvraag in te dienen, bijvoorbeeld omdat het opstellen
van het reïntegratieplan meer tijd vergt, kan de cliënt een verzoek om verlenging
indienen. De aanvraagtermijn kan met maximaal 21 kalenderdagen worden verlengd. Als
direct al duidelijk is dat de aanvraagtermijn van 35 kalenderdagen te kort is, kan
direct om verlenging worden verzocht.
De aanvraag moet uiterlijk 4 weken voordat het recht op uitkering eindigt worden ingediend.
Deze bepaling dient er toe cliënten tijdig een aanvraag te laten indienen, zodat het
reïntegratietraject ook kan starten terwijl UWV nog verantwoordelijk is voor de reïntegratie.
De wijze van betalen
[Regeling vervallen per 04-04-2008 met terugwerkende kracht tot en met 01-04-2008]
De kosten van het individuele reïntegratietraject worden tot een bedrag van maximaal
€ 5.000 exclusief BTW vergoed. Als wordt aangetoond dat dit bedrag onvoldoende is
om het werk te komen, kan de cliënt voor een hoger bedrag in aanmerking komen. Kosten
van eventuele scholing maken deel uit van het maximale bedrag van € 5 000.
De kosten zijn inclusief de reiskosten van de cliënt op basis van € 0,12 per kilometer.
Als er sprake is van een medische indicatie voor vervoer per auto, is de vergoeding
€ 0,29 per kilometer. De reiskosten worden door het reïntegratiebedrijf aan de cliënt
vergoed.
De betaling van de kosten aan het reïntegratiebedrijf vindt plaats op basis van zogenaamde
resultaatfinanciering. Dit houdt in dat 50% van de kosten van het traject worden vergoed
op basis van inspanning en 50% op basis van resultaat. Als de cliënt op basis van
het protocol ‘zeer moeilijk plaatsbaren’ als zeer moeilijk plaatsbaar wordt aangemerkt
geldt een resultaatfinanciering in de verhouding 80/20.