5.3. Handelingen en waarderingen studiefinanciering
5.3.1. Toekenning, stopzetting
(26.)
Handeling: Het toekennen van studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 30; WSF-2000, art. 3.19
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Het betreft de initiële toekenning en de reguliere wijzigingen en overzichten
daarvan.
– Tot de inwerkingtreding van de WSF-2000 kon geen afzonderlijke aanvraag voor aanvullende
beurs, rentedragende lening, enz. worden gedaan. Aanvragen voor meer dan basisbeurs
waren aanvragen voor aanvullende financiering. Een lening kon met terugwerkende kracht
worden omgezet in aanvullende beurs. Vanaf 1 september 2000 kon dit niet meer, aangezien
de WSF-2000 de mogelijkheid geeft om afzonderlijk basisbeurs, aanvullende beurs, basislening
en aanvullende lening aan te vragen.
– Vanaf het cursusjaar 1993/1994 ging het om de tempobeurs, vanaf het cursusjaar 1996/1997
om de prestatiebeurs.
– Onder deze handeling valt ook de lening die aansluitend op de verstrekte beurs kan
worden toegekend.
– Een aparte categorie betreft ook studerenden aan door de minister erkende opleidingen
in EER-landen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(27.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek om omzetting (met terugwerkende kracht) van
een lening in aanvullende beurs
Periode: 1994–2000
Grondslag: Regeling verzoek studiefinanciering, art. 3
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(28.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek om toekenning van een lager leenbedrag of
een nullening
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 31g (Stb. 1996, 226) en art. 106; WSF-2000, art. 8.1, lid 3
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(29.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek om tussen een eerste en tweede studie studiefinanciering
te mogen blijven ontvangen
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 10; lid 6, later lid 3
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(30.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot onderbreking of stopzetting van de studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 10, lid 4; WSF-2000, art. 3.21, lid 4
Product: Beschikkingen
Opmerking: Bijv. wegens ziekte.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(31.)
Handeling: Het beoordelen wanneer het staken van een studie van een studerende tijdelijk
of definitief is
Periode: 1994–1996
Grondslag: WSF, art. 10, lid 4
Opmerking: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(32.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van een lening ten behoeve
van een opleiding in een EER-staat
Periode: 2000–
Grondslag: WSF-2000, art. 2.12
Opmerking: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.2. Tempobeurs
Duur
(33.)
Handeling: Het op verzoek beslissen over verlenging van de tempobeurs met een jaar
in geval van een functiestoornis
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 17a, lid 8, later lid 7; WSF-2000, art. 10.5, lid 6
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Verlenging is mogelijk als het door de functiestoornis niet mogelijk
blijkt om binnen het aantal jaren toegekende prestatiebeurs het afsluitend examen
met goed gevolg af te ronden.
– De lichamelijke, zintuiglijke of andere stoornis moet worden gestaafd met verklaringen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(34.)
Handeling: Het beslissen over verlenging van de tempobeurs in het geval van het gelijktijdig
volgen van meerdere studies
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 17a, lid 8; WSF-2000, art. 10.5, lid 7
Product: Beschikkingen
Opmerking: Deze handeling is gebaseerd op de oude versie van artikel 17a, lid 8, dat
later niet meer in de WSF voorkwam, maar nog wel bleef gelden voor de tempobeursstudenten.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Omzetting tempobeurs in gift
(35.)
Handeling: Het beslissen over de omzetting van een tempobeurs in een rentedragende
lening
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, artt. 17b en 31a; WSF-2000, artt. 10.6 en 10.7
Product: Beschikkingen
Opmerking: Bij onvoldoende studievoortgang wordt de beurs (in de vorm van een gift)
omgezet in een rentedragende lening.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(36.)
Handeling: Het op verzoek beslissen over de omzetting alsnog van een definitief in
rentedragende lening omgezette tempobeurs in een gift
Periode: 1995–
Grondslag: BSF, art. 12a; BSF-2000, art. 18
Product: Beschikkingen
Opmerking: De regeling die hieraan ten grondslag ligt, is de zogenoemde ‘spaarregeling
studiepunten tempobeurs’.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(37.)
Handeling: Het beslissen over omzetting van een integrale lening in een gemengde toelage
Periode: 1995–1996
Grondslag: WSF, art. 31b; WSF-2000, art. 10.8
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Feitelijk gaat het om toekenning achteraf (door omzetting van de eerste
twaalf maanden lening in gift) van een extra jaar tempobeursgift aan studenten aan
een technische opleiding in het wetenschappelijk onderwijs.
– De regeling gold alleen voor het zgn. technocohort 1995/1996.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.3. Prestatiebeurs
Duur
(38.)
Handeling: Het op verzoek beslissen over verlenging van de prestatiebeurs in geval
van een functiestoornis
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 17a, lid 8, later lid 7; WSF-2000, art. 5.6, lid 6, later lid
8
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Verlenging is mogelijk als het door de functiestoornis niet mogelijk
blijkt om binnen het aantal jaren toegekende prestatiebeurs het afsluitend examen
met goed gevolg af te ronden.
– De lichamelijke, zintuiglijke of andere stoornis moet worden gestaafd met verklaringen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(39.)
Handeling: Het op verzoek beslissen over verlenging van de prestatiebeurs bij het
volgen van een masteropleiding leraar voortgezet onderwijs (eerste graad)
Periode: 2002–
Grondslag: WSF-2000, art. 5.6, lid 6
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Omzetting prestatiebeurs in gift
(40.)
Handeling: Het beslissen over de omzetting van de prestatiebeurs (lening) in een gift
bij overstap of stopzetting van studie voor 1 februari
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 17e, lid 2a en 3; WSF-2000, artt. 5.10 en 5.11
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(41.)
Handeling: Het beslissen over de omzetting van de prestatiebeurs (lening) in een gift
na afloop van de eerste twaalf maanden waarin studiefinanciering werd ontvangen
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 17f, lid 1 t/m 4, en art. 31d, lid 1 en 2; WSF-2000, art. 5.12,
lid 1, en art. 5.13
Product: Beschikkingen
Opmerking: Er moeten in de eerste twaalf maanden voldoende studieprestaties zijn behaald.
Is dit niet het geval, dan wordt de prestatiebeurs (niet de aanvullende beurs) van
rechtswege omgezet in een lening.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(42.)
Handeling: Het beslissen over de omzetting van de prestatiebeurs (lening) in een gift
na voltooiing van de opleiding
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 17e, lid 1 en 2, art. 17g, lid 1 en 1a, art. 17h, lid 1, art.
31e en art. 31f; WSF-2000, artt. 5.7 en 5.8
Product: Beschikkingen
Opmerking: In onder meer art. 5.9 van de WSF-2000 staat dat in bepaalde gevallen (bij
bepaalde opleidingen) de afgestudeerde zelf een aanvraag tot omzetting moet indienen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(43.)
Handeling: Het op verzoek beslissen over de omzetting alsnog van een in rentedragende
lening omgezette prestatiebeurs in een gift
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, artt. 17fa en 17fb, art. 31d, lid 3; WSF-2000, art. 5.14
Product: Beschikkingen
Opmerking: De regeling die hieraan ten grondslag ligt, is de zogenoemde ‘herkansingsregeling’.
Het gaat over de prestatiebeurs over de eerste twaalf maanden die eerst wegens onvoldoende
studieprestaties was omgezet in een lening. Bij voltooiing van de studie binnen de
diplomatermijn kan deze omzetting ongedaan worden gemaakt.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(44.)
Handeling: Het beslissen over de omzetting van een rentedragende lening in een gift
bij arbeidsongeschiktheid of ten gevolge van bijzondere omstandigheden
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 17e, lid 4; WSF-2000, artt. 5.15 en 5.16
Product: Beschikkingen
Opmerking: – De omzetting vanwege bijzondere omstandigheden is ingevoerd met de WSF-2000.
– Het verzoek tot omzetting kan al betrekking hebben op de eerste twaalf maanden.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(45.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot kwijtschelding van aanvullende studiebeurs
Periode: 2003–
Grondslag: BSF-2000, art. 12f, lid 2
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Overig
(46.)
Handeling: Het wegens langdurige afwezigheid uit het onderwijs omzetten van een beurs
in een rentedragende lening
Periode: 1995–
Grondslag: WSF, art. 17d; WSF-2000, art. 4.3
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(47.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot omzetting van een rentedragende lening
in een aanvullende beurs in geval van weigerachtige of onvindbare ouders
Periode: 1994–
Grondslag: WSF-2000, art. 3.14
Product: Beschikkingen
Opmerking: De regeling is uitgewerkt in BSF-2000, art. 6 e.v. Overigens bestonden
er al veel langer verschillende beleidslijnen betreffende regelingen in geval van
weigerachtige ouders.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.4. Verrekening, terugvordering
(48.)
Handeling: Het toekennen van voorschotten voor de kosten van de onderwijsbijdrage
en het verrekenen daarvan met de studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: BSF, art. 12; WSF-2000, art. 8.2, lid 1
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(49.)
Handeling: Het verrekenen van studiefinanciering met de kinderbijslag indien deze
tegelijk zijn uitgekeerd
Periode: 1995–
Grondslag: WSF, art. 150
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(50.)
Handeling: Het terugvorderen van het meerinkomen van een studerende die studiefinanciering
heeft ontvangen
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 26; WSF-2000, art. 3.17
Product: Beschikkingen
Opmerking: Per 1 januari 1995 is de maandsystematiek verlaten en nu wordt uitgegaan
van het jaarinkomen. Ook is overgegaan van een korting naar betaling achteraf.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.5. Reisvoorzieningen (OV-studentenkaart, geld)
Toekenning, vervanging, inname
(51.)
Handeling: Het toekennen van een reisvoorziening in de vorm van geld of een OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32a; WSF-2000, art. 3.7; Regeling studiefinanciering 2000, art.
4.12
Product: Beschikkingen, OV-jaarkaartcontracten met studenten
Opmerking: – Ook een combinatie is mogelijk (WSF-2000).
– Per 1 september 1999 toegekend in de vorm van een voorlopige lening reisvoorziening.
Omzetting van de lening prestatiekaart in definitieve lening of gift gebeurt gelijktijdig
met de omzetting van de prestatiebeurs.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(52.)
Handeling: Het kwijtschelden van de lening prestatiekaart
Periode: 2000–
Grondslag: WSF-2000, art. 5.3, lid 3
Product: Beschikkingen
Waardering V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(53.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot toekenning van een reisvoorziening aan
studerenden in het buitenland in de vorm van een OV-studentenkaart in plaats van in
de vorm van geld of vice versa
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32d, lid 2; WSF-2000, art. 3.25, lid 2; Regeling verzoek studiefinanciering,
art. 3a; Regeling studiefinanciering 2000, artt. 2.4 en 2.5
Product: Beschikkingen
Opmerking: Standaard is de toekenning van geld als reisvoorziening. Studenten in het
buitenland mogen onbeperkt wisselen tussen geld en OV-kaart. Zo kan er worden gewisseld
tussen beide vormen van reisvoorziening wanneer een studerende tijdens de studie een
stage in het buitenland volgt.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(54.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot omzetting van de OV-studentenkaart van
weekend- naar weekkaart en vice versa
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32e, lid 2; WSF-2000, art. 3.26, lid 2; Regeling studiefinanciering
2000, artt. 4.5 en 4.6
Product: Beschikkingen
Opmerking: Voor de omzetting worden kosten in rekening gebracht.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(55.)
Handeling: Het beslissen op een aanvraag tot verstrekking van een duplicaat van de
OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32g, lid 1; WSF-2000, art. 3.28, lid 1; Regeling studiefinanciering
2000, art. 4.11
Product: Beschikkingen
Opmerking: Voor een duplicaatkaart worden kosten in rekening gebracht.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(56.)
Handeling: Het toekennen van vindersloon voor gevonden OV-studentenkaarten
Periode: 1994–
Bron: Bijv. OV-studentenkaart: vraag en antwoord (2003) (internet)
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(57.)
Handeling: Het beslissen over toekenning van een vergoeding aan studerenden die ten
onrechte geen OV-studentenkaart hebben ontvangen
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32h, lid 1 en 2; WSF-2000, art. 3.29, lid 1 en 2
Product: Beschikkingen
Opmerking: Het niet beschikken over de kaart kan ook het gevolg zijn van een feitelijke
handeling, zoals het onjuist lamineren van de kaart.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(58.)
Handeling: Het beslissen over oplegging van een te betalen bedrag bij niet-tijdige
inlevering van de OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 32f, lid 3; WSF-2000, art. 3.27, lid 3
Product: Beschikkingen
Opmerking: – In geval van ontheffing van de inleververplichting kunnen toch administratiekosten
in rekening worden gebracht.
– In bepaalde gevallen wordt het te laat inleveren van de OV-studentenkaart niet toegerekend
(bijv. opname in psychiatrische inrichting, overlijdensgevallen in de eerste graad).
In alle gevallen zijn duidelijke officiële schriftelijke verklaringen vereist.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(59.)
Handeling: Het verwerken van aangiftes van verlies of diefstal van OV-studentenkaarten
Periode: 1994–
Grondslag: Regeling OV-studentenkaart 1994, art. 10; Regeling OV-studentenkaart 1999,
art. 12
Opmerking: Met een afzonderlijk formulier kan aangifte worden gedaan (inzending van
een proces-verbaal van aangifte is onvoldoende). Er dient tevens een bedrag te worden
voldaan op het postkantoor.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Herziening
(60.)
Handeling: Het herzien van beschikkingen betreffende de OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, artt. 55 en 56; WSF-2000, art. 7.2, lid 1
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Herziening gebeurt op IB-Groep-initiatief of op verzoek van de studerende.
– De herziening kan leiden tot het verrekenen of doen terugbetalen van teveel uitbetaalde
bedragen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
OV-Studentenkaart B.V.
(61.)
Handeling: Het voeren van overleg met de OV-Studentenkaart B.V. over zaken betreffende
de OV-studentenkaart
Periode: 1994–1995
Product: Overlegverslagen
Waardering: B (5)
(62.)
Handeling: Het verstrekken van gegevens aan de OV-Studentenkaart B.V. over rechthebbenden
op een OV-studentenkaart
Periode: 1994–1995
Grondslag: Overeenkomst van 11 november 1988 tussen de Staat en het Openbaar Vervoer
(Stcrt. 1989, 2), art. 8, lid 1
Waardering: V 2 jaar
OVSK-contractszaken: aanlevering cijfers, productie, logistiek, enz.
(63.)
Handeling: Het maandelijks aan de Staat en de openbaar vervoerbedrijven verstrekken
van gegevens die van belang zijn voor het bepalen van de definitieve afrekening tussen
die twee partijen
Periode: 1994–
Grondslag: Overeenkomst van 28 oktober 1993 tussen de Staat en het Openbaar Vervoer
(Kamerstukken II, 1993–1994, 23 145, nr. 4), art. 9, lid 2; Overeenkomst van 28 april
1994 tussen de Staat, het Openbaar Vervoer en de Informatie Beheer Groep, art. 2
Product: Rapportages
Waardering: V 2 jaar
(64.)
Handeling: Het in overleg met de Stuurgroep uitvoering OV-studentenkaart beslissen
over niet contractueel geregelde aspecten van de uitvoering van de taken met betrekking
tot de OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Grondslag: Overeenkomst van 28 april 1994 tussen de Staat, het Openbaar Vervoer en
de Informatie Beheer Groep, art. 7, lid 1
Product: Overlegverslagen
Waardering: B (5)
(65.)
Handeling: Het maken van afspraken met derden over de productie en logistiek van de
OV-studentenkaart
Periode: 1994–
Bron: O.a. Intranet IB-Groep
Product: Contracten en overige correspondentie
Opmerking: Onder meer met postkantoren (voor ophalen en inleveren kaart), Enschede/Sdu
(producent OV-studentenkaart, halffabrikaat = weekkaart, afhaalbewijs en weekendkaart),
Geldnet Services Warehousing (vervoer kaarten van producent naar postkantoren), Cendris
Document Presentment (personalisering enz. afhaalberichten), PTT/TPG Post (o.a. bezorging
afhaalberichten)
Waardering: V 7 jaar
(66.)
Handeling: Het verwerken van gegevens en documenten betreffende de OV-studentenkaart
die door de logistieke OVS-kaartpartners en betrokkenen aan de IB-Groep worden aangeleverd
Periode: 1994–
Product: Bijv. correspondentie, batch- en scanbestanden, ongebruikte OV-kaarten
Opmerking: – Bijv.: niet-gekozen kaart en scanbestanden afgehaalde kaart idem.
– Ook ingeleverde OV-kaarten vallen hieronder.
Waardering: V 5 jaar
5.3.6. Inning en invordering studieschuld, kwijtschelding
Inning
(67.)
Handeling: Het vaststellen van de omvang van de studieschuld van een debiteur
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 34a; WSF-2000, art. 6.9
Product: Beschikkingen
Opmerking: Het betreft overzichten van de omvang van de opgebouwde studieschuld en
daarna ook van de aflossingen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(68.)
Handeling: Het vaststellen van de termijnbedragen voor terugbetaling van de studieschuld
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 41, lid 2, en art. 49, lid 1; WSF-2000, art. 6.9, lid 2, en art.
6.17
Product: Beschikkingen
Opmerking: Het betreft ook wijziging van de termijnbedragen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(69.)
Handeling: Het vaststellen van de draagkracht van de debiteur en/of diens partner
in het kader van terugbetaling van WSF-studieschuld
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 42, lid 1, en art. 45; WSF, art. 46, lid 1; WSF-2000, art. 6.10,
lid 1, en art. 6.14
Product: Beschikkingen
Opmerking: Hierbij kan ook een verzoek tot het niet meetellen van de draagkracht van
de partner van de debiteur worden betrokken.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(70.)
Handeling: Het teniet verklaren van het schuldrestant studiefinanciering aan het einde
van de aflosfase of bij overlijden van de debiteur
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 50; WSF-2000, art. 6.18
Product: Beschikkingen, afhandelingsbrief
Opmerking: In geval van overlijden zorgt de afdeling Centraal Meldpunt Overledenen
(CMPO) voor de afhandeling. Overigens moet in bepaalde gevallen toch worden overgaan
tot terugvordering van bepaalde te lang doorgelopen betalingen bij de nabestaanden.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(71.)
Handeling: Het omzetten van een niet meer verrekenbare studiefinancieringsschuld in
een rentedragende lening
Periode: 1996–
Grondslag: WSF, art. 58a; WSF-2000, art. 6.19
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(72.)
Handeling: Het in het kader van terugbetaling van studieschuld treffen van betalingsregelingen
Periode: 1994–
Grondslag: Regeling studiefinanciering 2000, art. 6.1, lid 6
Product: Beschikkingen, incassomachtigingen, schuldvoorwaardenverklaringen (betreffende
renteloze voorschotten)
Opmerking: Het gaat hier om ‘reguliere’ terugbetalingsregelingen, onder meer incassomachtigingen,
maar ook om bijzondere inningsacties (bijv. middels telefonische benadering), nog
voordat wordt overgegaan naar het invorderingstraject.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Invordering
(73.)
Handeling: Het invorderen van niet tijdig voldane bedragen die verschuldigd zijn uit
hoofde van enige bepaling betreffende studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 107; WSF-2000, art. 8.3
Product: Aanmaningen, beschikkingen, correspondentie met deurwaarders
Opmerking: – Na aanmaning volgt bij niet-betaling een dwangbevel, waarbij een deurwaarderstraject
kan worden ingegaan. Een aspect hiervan is ook de paspoortsignalering (Agentschap
BPR van het Ministerie van Binnenlandse Zaken).
– Onder deze handeling kunnen ook schuldsanering en –bemiddeling vallen, alsook invordering
bij faillissementen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Kwijtschelding
(74.)
Handeling: Het beslissen op een verzoek tot kwijtschelding van schulden ingevolge
de regelingen op het gebied van de studiefinanciering
Periode: 1994–
Bron: Leidraad Kwijtscheldingsbeleid
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
Financiële afhandeling
(75.)
Handeling: Het voeren van de financiële administratie betreffende alle aspecten van
de studiefinanciering
Periode: 1994–
Product: Declaraties (deurwaarders), bankafschriften e.d.
Opmerking: Deze handeling betreft de feitelijke financiële geldstromen en de registratie
daarvan. Ook inzake de OV-studentenkaart.
Waardering: V 7 jaar
5.3.7. Inning van gelden ingevolge oude wet- en regelgeving (STB-dossiers)
Voor en ook nog tijdens de looptijd van de WSF was er nog sprake van de uitloop van
een aantal oude regelingen betreffende toekenning van studietoelagen, voor de inning
waarvan de IB-Groep verantwoordelijk was. Het betreft met name renteloze voorschotten,
promotietoelagen (uitloop tot medio 1996) en door studenten getekende promessen voor
betaling van collegegeld.
De dossiers van de inning en invordering van de ‘pre-WSF-zaken’ worden ook wel ‘STB-dossiers’
genoemd, naar het Systeem Terug Betalingen, dat voor deze categorieën werd gebruikt.
Het bestand STB-dossiers neemt jaarlijks af. In de geautomatiseerde systemen werden
eind 1991 de toen 160.000 debiteuren geconverteerd van STB naar ILS (systeem Inning
Langlopende Schulden). De STB-dossiers worden binnen de IB-Groep blijvend gezien als
aparte categorie, los van de WSF-dossiers.
(76.)
Handeling: Het innen van schulden ontstaan uit toekenning van gelden op basis van
‘oude’ (pre-WSF) regelingen
Periode: 1994–
Grondslag: Managementcontracten, Algemeen Protocol, prestatiecontracten
Product: ‘STB-dossiers’
Opmerking: Te denken valt aan renteloze voorschotten, promotietoelagen en door studenten
getekende promessen voor betaling van collegegeld.
Waardering: V 2 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.8. Herziening van beschikkingen
(77.)
Handeling: Het herzien van beschikkingen betreffende de toekenning van studiefinanciering
en terugbetaling van studieschuld
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, artt. 55 en 56; WSF-2000, art. 7.1, lid 1
Product: Beschikkingen
Opmerking: – Herziening gebeurt op IB-Groep-initiatief of op verzoek van de studerende.
– De herziening kan leiden tot het verrekenen of doen terugbetalen van teveel uitbetaalde
bedragen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.9. Gegevensverstrekking
Verstrekking van gegevens door de IB-Groep
(78.)
Handeling: Het verstrekken van ten behoeve van de studiefinanciering geregistreerde
gegevens aan (vertegenwoordigers van) geregistreerden en de onderwijsminister
Periode: 1994–
Product: O.a. verzoeken om gegevensverstrekking
Waardering: V 5 jaar
Opmerking: Volledig onder het regime van de WPR, nu WBP.
(79.)
Handeling: Het verstrekken van ten behoeve van de studiefinanciering geregistreerde
gegevens aan derden
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 130a; BSF, art. 16i; WSF-2000, art. 11.4; BSF-2000, art. 28
Product: O.a. verzoeken om gegevensverstrekking
Opmerking: Het betreft bijv. ziektekostenverzekeraars, gemeentelijke sociale diensten,
het CBS.
Waardering: V 5 jaar
Verstrekking van gegevens aan de IB-Groep
(80.)
Handeling: Het verwerken van door geregistreerden, onderwijsinstellingen en andere
publiekrechtelijke instanties toegezonden gegevens die nodig zijn in het kader van
uitvoering van de studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: O.a. WSF, artt. 122a, 122b en 123; WHW, artt. 7.9a, 7.9b en 7.9d; WSF-2000,
artt. 9.5 en 9.6
Opmerking: – Het betreft registratie in het studiefinancieringssysteem van onder meer
gegevens van onderwijsinstellingen betreffende de studievoortgang en afsluiting van
de studie (geregistreerd in het CRI-HO, van daaruit geleverd aan het WSF-systeem),
langdurige afwezigheid van leerlingen, de aangeboden opleidingstrajecten e.d.
– De handeling behelst alle papieren en digitale bescheiden die ter uitvoering van
deze handeling zijn ontvangen (brondocumenten), alsook de vastlegging ervan in systemen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
(81.)
Handeling: Het opleggen van administratieve sancties aan onderwijsinstellingen die
niet hebben voldaan aan de plicht tot levering van gegevens
Periode: 1994–
Grondslag: O.a. WSF, art. 123a t/m 123c; WSF-2000, artt. 9.7 t/m 9.9
Product: Beschikkingen
Opmerking: Het betreft bijvoorbeeld een vordering ter grootte van een bepaald percentage
van de aan de studenten van de instelling toegekende studiefinanciering.
Waardering: V 5 jaar
(82.)
Handeling: Het uitvoeren van een proefproject betreffende het gebruik van een studenten-chipcard
Periode: 1994–1996
Grondslag: Regeling proefproject studenten-chipcard 1995–1996
Product: Uitvoeringsdocumenten
Opmerking: Het vaststellen van de onderhavige beleidsregel en de evaluatie van het
proefproject vallen onder handeling 4: het vaststellen van het beleid betreffende
de uitvoering van de wet- en regelgeving op het werkterrein van de IB-Groep.
Waardering: V 5 jaar
5.3.10. Hardheidsclausule
(83.)
Handeling: Het beslissen over toepassing van de hardheidsclausule in zaken betreffende
de studiefinanciering (inclusief OV-studentenkaart)
Periode: 1994–
Grondslag: WSF, art. 131; Richtlijn toepassing hardheidsclausule op toekenning OV-Studentenkaart
van 12 juli 1990, Uitleg OenW-Regelingen, nr. 1990-18c; WSF-2000, art. 11.5
Product: Beschikkingen, regelingen van de hoofddirecteur van de IB-Groep
Opmerking: Bijv. in geval van vaststelling van toetsingsinkomen van Olympische prijswinnaars
(Uitleg OCenW-Regelingen, nr. 2000-21), de aanwijzing van Arubaanse of Nederlands-Antilliaanse
opleidingen (Uitleg OCenW-regelingen, nr. 2003-10/11) of de toewijzing van een aanvullende
voorziening OV-studentenkaart (Uitleg OCenW-regelingen, nr. 2000-11). Het kan hierbij
ook gaan om gevallen waarbij een ouder vermoedelijk overleden of onvindbaar is.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.11. Inning, overig
(84.)
Handeling: Het innen van door de minister gegarandeerde rentedragende leningen, afgesloten
bij derden
Periode: 1994–
Bron: Rijksbegrotingen, managementcontracten
Product: Beschikkingen
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie
5.3.12. Buitenlandse studenten
(85.)
Handeling: Het toekennen van een tegemoetkoming in de kosten voor het college- of
lesgeld aan studerenden uit EG/EU/EER-landen die onderwijs volgen aan een Nederlandse
onderwijsinstelling
Periode: 1994–
Grondslag: Beleidsregels internationale aspecten WSF, 1e fase, van 16 juni 1993, Stcrt.
1993, 121; Beleidsregel Vergoeding les- en collegegelden aan studerenden uit de Europese
Unie in Nederland
Product: Beschikkingen
Opmerking: Voor Nederlandse studenten die in een EER-staat volledig hoger onderwijs
willen volgen, is anno 2003 nog geen ‘meeneemregeling’ tot stand gebracht. Op grond
van de VISIE-beursregeling kan een student echter wel bij het Nuffic een aanvraag
voor een beurs indienen (cf. Uitleg OCenW-regelingen, nr. 2002-31).
Waardering: V 5 jaar
5.3.13. Controle op rechtmatigheid van beschikkingen
(86.)
Handeling: Het controleren van de rechtmatigheid van beschikkingen op het terrein
van de studiefinanciering
Periode: 1994–
Grondslag: Managementcontracten, Algemeen Protocol, prestatiecontracten
Product: Rapporten, lijsten
Waardering: V 5 jaar
5.3.14. Werk voor derden: innen van vorderingen
Het Besluit verzelfstandiging Informatiseringsbank machtigt de IB-Groep om ook voor
derden werkzaamheden uit te voeren, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan.
Een van de activiteiten die de IB-Groep in het kader van ‘werk voor derden’ heeft
ondernomen, is het innen van vorderingen voor derden. In de loop van de tijd zijn
hiervan de volgende voorbeelden te noemen:
-
– innen van schulden voor OVSK BV;
-
– innen van rentedragende leningen die uit een afstudeerfonds (auditorenfonds) zijn
verstrekt, bijv. in het kader van de auditorenregeling voor de Universiteit van Amsterdam
(jaarverslag 1994);
-
– innen van renteloze voorschotten op grond van de Regeling Surinaamse Studerenden.
(87.)
Handeling: Het innen van vorderingen voor derden
Periode: 1994–
Bron: Jaarverslagen IB-Groep, prestatiecontracten
Product: Vorderingen
Opmerking: Bijv. op grond van Regeling Surinaamse Studerenden, leningen uit afstudeerfondsen
of OVSK-leningen.
Waardering: V 5 jaar na het beëindigen van de actieve relatie