Wet van 28 juni 2006 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op
de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de beroepen in
het onderwijs onder meer in verband met het aanbrengen van enkele verbeteringen in
de regels over de bekwaamheid van onderwijspersoneel zoals deze komen te luiden door
de Wet op de beroepen in het onderwijs (aanpassing regels bekwaamheidseisen onderwijspersoneel)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is om in de Wet op het primair onderwijs en de Wet op de expertisecentra zoals deze zullen luiden na inwerkingtreding van de Wet op de beroepen in het onderwijs, bijzondere regels te handhaven over de bekwaamheid tot het geven van onderwijs in
zintuiglijke en lichamelijke oefening in de bovenbouw van het primair onderwijs, en
voorts om in die wetten een onvolkomenheid weg te nemen in de regels over de bekwaamheid
van de directeur in het primair onderwijs;
dat ook overigens nog enkele aanpassingen in deze wetten en in de Wet op het voortgezet onderwijs moeten worden aangebracht in verband met de bekwaamheid van onderwijspersoneel;
dat het noodzakelijk is een aantal wijzigingswetten op het terrein van het primair
en voortgezet onderwijs beter op elkaar af te stemmen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: