Wet van 22 november 2006 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband
met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter, alsmede
van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen teneinde een herschikking aan te brengen in de bevoegdheidsverdeling
tussen rechtbank en kantonrechter en voorts de reikwijdte van artikel 12 van dat Boek te beperken en in verband daarmee artikel 268 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: