Wijzigingswet Boek 1 Burgerlijk Wetboek, enz. (herschikking bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2006. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 04-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 28-02-2017 en zichtdatum 03-12-2024.
Geldend van 01-05-2007 t/m heden

Wet van 22 november 2006 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met herschikking van de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter, alsmede van artikel 12 van dat Boek en van artikel 268 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen teneinde een herschikking aan te brengen in de bevoegdheidsverdeling tussen rechtbank en kantonrechter en voorts de reikwijdte van artikel 12 van dat Boek te beperken en in verband daarmee artikel 268 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

[Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2006. Zie het overzicht van wijzigingen]

[Red: Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 1.]

Artikel VI

  • 1 Ten aanzien van rechtsgedingen, die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds bij de kantonrechter aanhangig zijn en die na de inwerkingtreding van deze wet tot de kennisneming van de rechtbank komen, blijft de kantonrechter bevoegd.

  • 2 Ten aanzien van rechtsgedingen, die bij de inwerkingtreding van deze wet reeds bij de rechtbank aanhangig zijn en die na de inwerkingtreding van deze wet tot de kennisneming van de kantonrechter komen, blijft de rechtbank bevoegd.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage, 22 november 2006

Beatrix

De Minister van Justitie

,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de dertigste november 2006

De Minister van Justitie

E. M. H. Hirsch Ballin