Bijlage 3. bij de beschikking tot aanwijzing van de Stichting VAMEX als exameninstelling
klein vaarbewijs: controleprotocol
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Accountantsprotocol Stichting VAMEX
[Regeling vervallen per 01-07-2009]
Artikel 1.
Dit controleprotocol bevat de uitgangspunten die in aanmerking dienen te worden genomen
bij de controle van de verantwoording over de uitvoering van de publieke taken met
betrekking tot de examinering klein vaarbewijs door de Stichting VAMEX.
Artikel 2.
De volgende regelgeving, documenten en begrippen zijn van toepassing:
-
a. de Binnenschepenwet;
-
b. de Regeling examen klein vaarbewijs;
-
c. het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007;
-
d. de kabinetsnotitie ‘Kaderstellende visie op toezicht’ (TK 2000–2001, 27831, nr. 1);
-
e. de toezichtvisie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, opgenomen in de nota
‘Welingericht Toezicht, toezicht op zelfstandige bestuursorganen en rechtspersonen
met een wettelijke taak’ van 28 maart 2003
-
f. de statuten van de Stichting VAMEX;
-
g. g.het jaarverslag, de jaarrekening en de begroting over t-1;
-
h. de externe accountant, te weten de externe accountant die de jaarrekening van de Stichting
VAMEX controleert;
-
i. alle overige van toepassing zijnde niet nader genoemde regelgeving en correspondentie.
Artikel 3.
1. De controle dient de getrouwheid van de verantwoording met betrekking tot de uitvoering
van de publieke taken door de Stichting VAMEX te omvatten.
2. De externe accountant controleert of de besteding en de inning van de publieke
middelen door het de Stichting VAMEX rechtmatig zijn en gaat na of de baten en lasten
uit de publieke taakuitvoering passen binnen het kader van de geldende regelgeving.
3. De externe accountant stelt een verslag op van zijn bevindingen in hoeverre het
beheer en de organisatie van de Stichting VAMEX voldoen aan de daaraan te stellen
eisen conform artikel 3 van het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007. Het verslag bevat
aandachtpunten die naar het oordeel van de externe accountant relevant zijn voor de
oordeelsvorming van de Minister van Verkeer en Waterstaat in relatie tot de publieke
taakuitvoering door de Stichting VAMEX.
4. Ten aanzien van de planning en uitvoering van de jaarrekening geldt voor de controle
door de externe accountant, dat de externe accountant zijn controle zo inricht dat
een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden
of onzekerheden van materieel belang bevat. Bij de beoordeling van de jaarrekening
conform artikel 3, onderdeel c, van het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007 geldt dat de externe
accountant de beoordeling zo inricht dat een dermate zekerheid wordt verkregen die
past bij de aard van de opdracht.
5. Voor de uitvoering van de controle van de jaarrekening door de externe accountant
geldt een algemene tolerantie die gebruikelijk wordt gehanteerd bij de controle van
soort gelijke jaarrekeningen door de externe accountant.
6. Voor de uitvoering van de controle van de relevante passages in het jaarverslag
en de beoordeling conform artikel 3, onderdeel c, geldt een kwalitatieve tolerantie waarbij bepalend is of afwijkingen van belang
zijn voor de oordeelsvorming van de Minister van Verkeer en Waterstaat.
Artikel 4.
1. Bij de uitvoering van de controle van de jaarrekening dient vastgesteld te worden
dat:
-
a. de Stichting VAMEX de tarieven heeft toegepast die door de Minister van Verkeer en
Waterstaat zijn vastgesteld;
-
b. het exploitatiesaldo resulterend uit de uitvoering van publieke taken verwerkt is
in de post egalisatiereserve publieke middelen in de jaarrekening conform artikel 3, onderdeel l, van het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007.
2. Bij de uitvoering van de beoordeling van het jaarverslag dient vastgesteld te worden
dat:
-
a. het jaarverslag de gegevens bevat genoemd in artikel 3, onderdeel c, van het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007;
-
b. de gegevens bedoeld in het jaarverslag controleerbaar en consistent tot stand zijn
gekomen.
3. Ten aanzien van het in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen specifieke aandachtspunt
geldt dat de accountant alle bij de controle geconstateerde en niet gecorrigeerde
fouten en onzekerheden, waarvan het belang individueel of in het totaal groter is
dan 1 % van de lasten uit hoofde van de publieke taakuitoefening, rapporteert.
4. Ten aanzien van de in het eerste lid, onderdeel a en het tweede lid opgenomen specifieke
aandachtspunten geldt dat de accountant alle bij de controle geconstateerde niet-financiële
afwijkingen, niet gecorrigeerde fouten en onzekerheden rapporteert.
Artikel 5.
1. Het model van de accountantsverklaring luidt als volgt:
‘Opdracht
Wij hebben de (in dit rapport/verslag) opgenomen jaarrekening .......... van de Stichting
Vaarbewijzen en Marifoonexamens (hierna te noemen Stichting VAMEX) te Den Haag gecontroleerd.
De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de stichting.
Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening
te verstrekken.
Werkzaamheden
Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen
met betrekking tot controleopdrachten. Volgens deze richtlijnen dient onze controle
zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt
verkregen dat de jaarrekening geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle
omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter
onderbouwing van de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. Tevens omvat
een controle een beoordeling van de grondslagen voor financiële verslaggeving die
bij het opmaken van de jaarrekening zijn toegepast en van belangrijke schattingen
die daarbij zijn gemaakt onder verantwoordelijkheid van het bestuur van de Stichting
VAMEX alsmede een evaluatie van het algemene beeld van de jaarrekening. Voorts hebben
wij het controleprotocol inzake de controle op de verantwoording van de publieke taakuitoefening
door de Stichting VAMEX. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag
vormt voor ons oordeel.’
‘Oordeel
Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en
de samenstelling van het vermogen op ultimo 31 december ..... en van het resultaat
over ..... en dat de jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met in Nederland
algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke
bepalingen inzake jaarrekeningen zoals opgenomen in Titel 9 Boek 2 BW. Voorts hebben wij vastgesteld dat is voldaan aan de verplichtingen die zijn opgenomen
in het besluit Aanwijzing exameninstelling klein vaarbewijs 2007 inzake de publieke
taakuitoefening.’
2. De Stichting VAMEX neemt in zijn jaarrekening het model bedoeld in het eerste lid
op.