Regeling solvabiliteitsmarge en technische voorzieningen verzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016.]
Geraadpleegd op 17-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 29-12-2011.
Geldend van 01-09-2008 t/m 31-12-2015

Regeling van de Nederlandsche Bank N.V. van 11 december 2006, nr. Juza/2006/02455/IH, houdende uitvoering van de artikelen 97, tweede lid, 98, derde lid, 121, tweede lid, en 124 van het Besluit prudentiële regels Wft (Regeling solvabiliteitsmarge en technische voorzieningen verzekeraars)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Na raadpleging van de betrokken representatieve organisaties;

Gelet op de artikelen 97, tweede lid, 98, derde lid, 121, tweede lid, en 124 van het Besluit prudentiële regels Wft;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 1:1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

In deze regeling wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 2. Suppletiebijdragen als bestanddeel van de aanwezige solvabiliteitsmarge schadeverzekeraars, natura-uitvaartherverzekeraars en herverzekeraars die hun bedrijf uitoefenen in de activiteit schadeherverzekering

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 2:1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Instemming door DNB als bedoeld in artikel 97, eerste lid, aanhef, van het Besluit, vindt plaats indien de verzekeraar, bedoeld in dat eerste lid, onderdeel b, aan de volgende voorwaarden voldoet:

    • a. de statuten van de verzekeraar bepalen dat het bestuur te allen tijde, zonder bijkomende voorwaarden, bevoegd is tot omslaan van een nadelig saldo over enig boekjaar over de leden van de verzekeraar en dat dit besluit onverwijld kan worden uitgevoerd;

    • b. een in de balans opgenomen vordering uit hoofde van de bovengenoemde omslag wordt in mindering gebracht op de suppletiebijdragen die in de aanwezige solvabiliteitsmarge zijn opgenomen;

    • c. de verzekeraar voert een consistent financieel beleid waaruit tenminste zichtbaar wordt hoe premieopbrengsten, beleggingsopbrengsten, kosten en, indien van toepassing, schaden worden toegerekend aan jaren en groepen van verzekeringsnemers.

  • 2 Indien DNB twijfel heeft over de inbaarheid van een suppletiebijdrage die door een verzekeraar als bestanddeel van de aanwezige solvabiliteitsmarge wordt opgevoerd, kan zij van de verzekeraar verlangen dat hij aanvullende zekerheden van zijn leden bedingt en verkrijgt.

  • 3 DNB kan een op grond van het eerste lid verleende instemming intrekken, indien de gegevens die zijn verstrekt ter verkrijging van de instemming onjuist of onvolledig blijken en kennis over de juiste en volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid, dan wel indien zich omstandigheden voordoen of feiten bekend worden op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop de instemming werd verleend zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, de instemming zou zijn geweigerd.

Artikel 2:2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Natura-uitvaartverzekeraars als bedoeld in artikel 97, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit, die met inachtneming van dat onderdeel b, op de datum van inwerking treden van deze regeling suppletiebijdragen meetellen als bestanddeel van de aanwezige solvabiliteitsmarge hebben daarvoor instemming tot de dag na dagtekening van de schriftelijke beslissing van DNB op het verzoek, bedoeld in artikel 97, eerste lid, aanhef, van het besluit.

Hoofdstuk 3. Toereikendheidstoets verzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

§ 3.1. Toereikendheidstoets levensverzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3:1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 2 Een levensverzekeraar hanteert bij de uitvoering van de toets, bedoeld in het eerste lid, prudente grondslagen en rekenprincipes.

  • 3 Onverminderd het tweede lid, hanteert een levensverzekeraar bij de berekening van de toets de volgende grondslagen en rekenprincipes:

    • a. voor overeenkomsten met winstdeling wordt voor de uitvoering van de toets expliciet rekening gehouden met toekomstige winstdelingsverplichtingen;

    • b. in de toets wordt rekening gehouden met de toekomstige kosten voor bestaande verzekeringen;

    • c. de berekening van de toets geschiedt met inachtneming van adequate onzekerheidsmarges.

Artikel 3:2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Een levensverzekeraar voert de toets naar de toereikendheid van de balanswaarde van de voorziening voor levensverzekering, bedoeld in artikel 121, tweede lid, van het Besluit, uit op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur.

  • 2 In afwijking van het eerste lid is het een levensverzekeraar toegestaan om in plaats van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur een door de levensverzekeraar vastgestelde rentetermijnstructuur te hanteren. Daarbij geldt als voorwaarde dat DNB goedkeuring heeft verleend aan de te hanteren methode voor de vaststelling van en de te hanteren grondslagen voor de door de levensverzekeraar vast te stellen rentetermijnstructuur.

  • 3 Het eerste lid is niet van toepassing indien en voor zover de voorziening, bedoeld in het eerste lid, rechtstreeks gekoppeld is aan een waarde, bedoeld in artikel 125, eerste of tweede lid, van het Besluit, en voldaan is aan de voorwaarden in deze leden met betrekking tot de dekking van deze voorziening.

  • 4 In afwijking van het eerste lid, kan DNB op aanvraag van een levensverzekeraar toestaan dat deze de toets, bedoeld in het eerste lid, uitvoert op basis van één enkele, door DNB gepubliceerde disconteringsvoet, of een door de levensverzekeraar vastgestelde en door DNB goedgekeurde, disconteringsvoet die hoort bij de looptijdkarakteristieken van de verzekeringsverplichtingen, indien de levensverzekeraar aantoont:

    • a. dat redelijkerwijs niet kan worden voldaan aan het eerste lid; en

    • b. dat de voorziening ten minste gelijk is aan de voorziening op basis van de rentetermijnstructuur, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3:3

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 De disconteringsvoet, bedoeld in artikel 98, derde lid, van het Besluit, bedraagt maximaal 3 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten van levensverzekering die vanaf 1 augustus 1999 zijn gesloten en maximaal 4 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten van levensverzekering die vóór 1 augustus 1999 zijn gesloten.

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt voor vanaf 1 augustus 1999 gesloten overeenkomsten van levensverzekering ter verzekering van door een werkgever aan zijn werknemers toegezegd pensioen of van aan een pensioenfonds in uitvoering gegeven toezeggingen omtrent pensioen, de in dat lid bedoelde disconteringsvoet maximaal 4 procent.

§ 3.2. Toereikendheidstoets schadeverzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3:5

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3.2, eerste, tweede en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op schadeverzekeraars voor zover discontering is toegepast.

Artikel 3:6

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De disconteringsvoet, bedoeld in artikel 98, derde lid, van het Besluit, bedraagt maximaal 3 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten inzake schadeverzekering die vanaf 1 maart 2000 zijn gesloten en maximaal 4 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten inzake schadeverzekering die vóór 1 maart 2000 zijn gesloten.

§ 3.3. Toereikendheidstoets natura-uitvaartverzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3:7

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 2 In aanvulling op het derde lid van artikel 3:1 hanteert een natura-uitvaartverzekeraar bij de berekening van de toets als rekenprincipe dat in de toets rekening wordt gehouden met de toekomstige ontwikkeling van de pakketwaarde van bestaande natura-uitvaartverzekeringen.

Artikel 3:8

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3:2, eerste, tweede en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing op natura-uitvaartverzekeraars.

Artikel 3:9

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De disconteringsvoet, bedoeld in artikel 98, derde lid, van het Besluit, bedraagt maximaal 3 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten inzake natura-uitvaartverzekering die vanaf 1 maart 2000 zijn gesloten en maximaal 4 procent voor zover de voorzieningen dienen ter dekking van verplichtingen uit hoofde van overeenkomsten inzake natura-uitvaartverzekering die vóór 1 maart 2000 zijn gesloten.

§ 3.4. Toereikendheidstoets herverzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 3:10

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De artikelen 3:1 tot en met 3:3 zijn van overeenkomstige toepassing op herverzekeraars die hun bedrijf uitoefenen in de activiteit levensherverzekering.

Artikel 3:11

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De artikelen 3:4 tot en met 3:6 zijn van overeenkomstige toepassing op herverzekeraars die hun bedrijf uitoefenen in de activiteit schadeherverzekering.

Artikel 3:12

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

De artikelen 3:7 en 3:8 zijn van overeenkomstige toepassing op herverzekeraars die hun bedrijf uitoefenen in de activiteit natura-uitvaartherverzekering.

Hoofdstuk 4. Gebruik van deelnemingen in beleggingsinstellingen tot dekking van de technische voorzieningen van levensverzekeraars en schadeverzekeraars

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 4:1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

  • 1 Een levensverzekeraar of schadeverzekeraar als bedoeld in artikel 122, eerste lid, van het Besluit, kan ten aanzien van deelnemingen in beleggingsinstellingen als bedoeld in artikel 124, onderdeel b, die hij aanhoudt als waarde ter dekking van de technische voorzieningen, rekening houden met de onderliggende activa in het bezit van de beleggingsinstelling:

    • a. onder de voorwaarde dat de rechten van deelneming in de beleggingsinstelling op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden of kunnen worden ingekocht of terugbetaald, en

    • b. ingeval de rechten van deelneming in de beleggingsinstelling niet worden verhandeld op een gereglementeerde markt, de verzekeraar een schriftelijke overeenkomst heeft gesloten met de beleggingsinstelling, houdende inkoop of terugbetaling op de rechten van deelneming op verzoek van de verzekeraar, tegen in de overeenkomst overeengekomen voorwaarden en binnen een overeengekomen termijn.

  • 2 Indien de verzekeraar voor de toepassing van artikel 124, onderdeel b, van het Besluit geen rekening houdt met de onderliggende activa in het bezit van de beleggingsinstelling, bedoeld in het eerste lid, of als de beleggingsinstelling, waarin de verzekeraar rechten van deelneming houdt, niet voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, is het maximum, bedoeld in artikel 123, derde lid, van het Besluit van overeenkomstige toepassing op de verzekeraar gehouden deelneming in de beleggingsinstelling.

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Artikel 5:1

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop het Besluit in werking treedt.

Artikel 5:2

[Regeling vervallen per 01-01-2016]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling solvabiliteitsmarge en technische voorzieningen verzekeraars.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Nederlandsche Bank N.V.

Directeur

,

A. Schilder

Directeur

,

D.E. Witteveen