In deze regeling wordt verstaan onder:
Er is binnen een samenwerkingsgebied van regionale politiekorpsen, genoemd in de bijlage bij deze regeling, een aanhoudings- en ondersteuningseenheid, die als herkenbare
organisatorische en bedrijfsmatige eenheid deel uit maakt van het centrumkorps.
De korpsbeheerder van het centrumkorps stelt de termijn vast gedurende welke een ambtenaar
van politie ononderbroken deel uit maakt van een aanhoudings- en ondersteuningseenheid,
tot een maximum van 6 jaar.
-
3 De korpsbeheerder van een centrumkorps alsmede het regionale college van de desbetreffende
regio, maken bij het opstellen van de stukken, bedoeld in artikel 28 van de Politiewet 1993, onderscheidenlijk bij het vaststellen van de stukken, bedoeld in artikel 31 van de Politiewet 1993, een onderscheid tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheid en de overige onderdelen
van het desbetreffende centrumkorps.
De korpsbeheerders van de centrumkorpsen maken afspraken over beheersmatige samenwerking
tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheden. De afspraken hebben in ieder geval
betrekking op:
-
a. de gezamenlijke aanschaf van middelen;
-
b. het gezamenlijk ontwikkelen van operationele procedures;
-
c. het leveren van onderlinge assistentie.
De korpsbeheerders van de centrumkorpsen en de Minister van Defensie maken afspraken
over beheersmatige samenwerking tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheden en
de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van de Koninklijke marechaussee. De afspraken
hebben in ieder geval betrekking op:
De korpsbeheerders van de centrumkorpsen, de Minister van Defensie en de korpsbeheerder
van het Korps landelijke politiediensten maken afspraken over beheersmatige samenwerking
tussen de aanhoudings- en ondersteuningseenheden, de aanhoudings- en ondersteuningseenheid
van de Koninklijke marechaussee en de Dienst Speciale Interventies. De afspraken hebben
in ieder geval betrekking op:
-
a. de opleiding, uitrusting en beschikbaarheid van personeel van de aanhoudings- en ondersteuningseenheden
en de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van de Koninklijke marechaussee, ten behoeve
van het gezamenlijk optreden met de Dienst Speciale Interventies;
-
b. stages door het personeel van de Dienst Speciale Interventies bij de aanhoudings-
en ondersteuningseenheden en de aanhoudings- en ondersteuningseenheid van de Koninklijke
marechaussee.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanhoudings- en ondersteuningseenheid
en samenwerking speciale eenheden.
Indeling samenwerkingsgebieden en aanwijzing centrumkorpsen (behorende bij artikel
2 van deze regeling)
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps IJsselland, behoren de volgende
politieregio’s:
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps Utrecht, behoren de volgende
politieregio’s:
-
– Utrecht
-
– Gelderland Midden
-
– Gelderland Zuid
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps Amsterdam-Amstelland, behoren
de volgende politieregio’s:
-
– Amsterdam-Amstelland
-
– Noord-Holland Noord
-
– Zaanstreek-Waterland
-
– Kennemerland
-
– Gooi- en Vechtstreek
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps Haaglanden, behoren de volgende
politieregio’s:
-
– Haaglanden
-
– Hollands Midden
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps Rotterdam-Rijnmond, behoren
de volgende politieregio’s:
-
– Rotterdam-Rijnmond
-
– Zuid Holland Zuid
Tot het samenwerkingsgebied, behorend bij centrumkorps Brabant Zuidoost, behoren de
volgende politieregio’s: