2. Toestemmingsvereiste
[Regeling vervallen per 25-12-2015 met terugwerkende kracht tot en met 15-12-2015]
In artikel 2, derde lid, onderdeel c, van de AWR wordt het begrip open commanditaire vennootschap gedefinieerd. Er is sprake van een
open commanditaire vennootschap als de toetreding of vervanging van commanditaire
vennoten, buiten het geval van legaat of vererving, plaats kan hebben zonder toestemming
van alle vennoten, zowel beherende als commanditaire.
Om het besloten karakter van een commanditaire vennootschap (of een daarmee vergelijkbare
buitenlandse vennootschap) te waarborgen moeten alle vennoten, zowel de beherende
als de commanditaire, afzonderlijk toestemming verlenen, waarbij het verlenen van
een volmacht aan de beherende vennoot onvoldoende is. Deze toestemming hoeft echter
niet meer actief te worden verleend. Indien voor een toetreding of een vervanging
aan alle vennoten schriftelijk toestemming is gevraagd en die toestemming niet binnen
vier weken wordt geweigerd, mag er van worden uitgegaan dat de toestemming unaniem
is verleend. De genoemde termijn gaat lopen op de dag na die waarop aan alle participanten
schriftelijk toestemming is gevraagd.
Daar waar in dit besluit het begrip toestemmingsvereiste gehanteerd wordt, wordt bovenstaande
uitleg aan het begrip gegeven.
Ten slotte vereist iedere wijziging, ook de vervanging van vennoten waarbij de participaties
binnen de kring van bestaande vennoten blijven, de toestemming van alle vennoten,
tenzij de onderlinge verhouding niet wijzigt. Het besloten karakter van de commanditaire
vennootschap moet zowel blijken uit de statutaire bepalingen als uit de feitelijke
gedragingen.
De beoordeling van de vraag of er al dan niet sprake is van het verlenen van toestemming
is van feitelijke aard. In de hierna opgenomen voorbeelden moet door alle vennoten
toestemming worden verleend om het besloten karakter van de vennootschap te waarborgen.
-
– Het vestigen van een vruchtgebruik op een commanditaire participatie. Door het vestigen
van het vruchtgebruik wordt een deel van het economische belang in de commanditaire
vennootschap vervreemd.
-
– Het plaatsen van extra kapitaal binnen de kring van zittende vennoten waarbij de onderlinge
belangen worden gewijzigd.
-
– De overdracht van een participatie aan een door de overdrager opgerichte irrevocable
discretionary trust. Bij overdracht aan een irrevocable discretionary trust heeft
de overdrager na de overdracht van de participatie geen invloed meer.
-
– De overdracht van een participatie aan een vervangende of toetredende vennoot die
tot dezelfde groep behoort. Bij overdracht van een participatie aan een gelieerde
partij verliest de overdrager zijn invloed op de participatie ondanks het feit dat
zowel overdrager als overnemer tot hetzelfde concern behoren.
-
– De verkrijging van een participatie als gevolg van een juridische fusie ex artikel 2:309 van het BW. Ondanks het feit dat zowel juridische fusie als erfopvolging verkrijgingen onder
algemene titel zijn, worden ze verschillend behandeld. Bij de invoering van de juridische
fusie in Boek 2 van het BW in 1984 is er bewust voor gekozen om artikel 2, derde lid, onderdeel c, van de AWR niet te wijzigen. De verkrijger is een nieuwe participant.
-
– Het op eigen naam van de beherend vennoot verwerven van alle nog niet bij derden geplaatste
commanditaire participaties bij oprichting van de commanditaire vennootschap en deze
participaties binnen zes maanden na de totstandkoming van de commanditaire vennootschap
aan derden overdragen. De beherend vennoot krijgt door de verwerving van de nog niet
uitgegeven commanditaire participaties tevens de status van commanditair vennoot.
-
– Het delegeren of contractueel overdragen van het toestemmingsvereiste aan een ander
orgaan dan alle vennoten gezamenlijk. De overdrager verliest door de overdracht of
de delegatie zijn invloed op het verlenen van toestemming tot toetreding of vervanging.
Een voorbeeld van een dergelijk orgaan is de Beirat zoals deze voorkomt bij sommige
Duitse Kommandit Gesellschaften.
In de volgende situaties is de toestemming van alle vennoten niet vereist om het besloten
karakter van de vennootschap te waarborgen.
-
– Een commanditaire participatie wordt aan een stroman overgedragen die voor rekening
en risico van de overdrager handelt. Omdat er materieel geen wijziging optreedt in
de onderlinge verhouding tussen de vennoten is er geen toestemming nodig van alle
vennoten. Deze situatie doet zich met name voor bij sommige Duitse CV-achtigen waarbij
de rechtsfiguur van de Treuhand een rol speelt.
-
– De toelating van nieuwe participanten door de initiatiefnemer van het samenwerkingsverband
als er bij het aangaan van een besloten personenvennootschap, die tot doel heeft het
voor gezamenlijke rekening en risico beleggen van gelden, onvoldoende participanten
zijn om het beoogde beleggingskapitaal bijeen te brengen. De participaties dienen
in dat geval binnen zes maanden na de totstandkoming van het samenwerkingsverband
te worden geplaatst. De nog niet geplaatste participaties worden door de initiatiefnemer
gehouden voor rekening en risico van de toekomstige participanten.