Stcrt. 2007, 20, datum inwerkingtreding 31-01-2007, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2007.
1 Na ommekomst van het budgetjaar stelt het CVZ, met toepassing van de artikelen 3 tot
en met 5, de budgetten nader vast op basis van de werkelijke inwoneraantallen onderscheidenlijk
eigen bijdrageplichtigen intramuraal en budgethouders per de desbetreffende peildatum.
De werkelijke inwoneraantallen en budgethouders baseert het college op gegevens van
dezelfde instanties als die aan wier gegevens de ramingen zijn ontleend.
2 Bij gelegenheid van de nadere vaststelling, bedoeld in het eerste lid, is boven het
totaalbedrag, bedoeld in artikel 2, een bedrag van € 10,056 miljoen besteedbaar.
3 Na toepassing van artikel 5, eerste lid, verdeelt het college het bedrag, genoemd
in het voorgaande lid, als volgt:
-
a. € 3,666 miljoen naar rato van de in artikel 5, eerste lid, berekende bedragen per
regio;
-
b. € 6,000 miljoen over verbindingskantoren met een negatieve reserve uitvoering AWBZ,
die groter is dan 20 procent van hun nader vastgestelde budget beheerskosten AWBZ
2005. Het college verdeelt het bedrag van € 6,000 miljoen over de in de vorige volzin
bedoelde verbindingskantoren tot maximaal het verschil tussen hun negatieve reserve
uitvoering AWBZ en 20 procent van hun budget beheerskosten AWBZ 2005. Indien de hiervoor
bedoelde verhoging van de budgetten in totaliteit leidt tot een hoger bedrag dan het
in de eerste volzin genoemde bedrag, verlaagt het college de verhoging van de budgetten
met een voor alle verbindingskantoren gelijk percentage zodanig, dat geen overschrijding
plaatsvindt.
-
c. € 0,140 miljoen over verbindingskantoren die, volgens opgave van Zorgverzekeraars
Nederland, coördinerende activiteiten verrichten voor maatschappelijke opvang in de
vier grote steden. Het college verdeelt het in de vorige volzin vermelde bedrag in
een bedrag per verbindingskantoor, vermeerderd met eenzelfde bedrag per regio, waarvoor
de betreffende verbindingskantoren zijn aangewezen.
-
d. € 0,250 miljoen over verbindingskantoren die, volgens opgave van Zorgverzekeraars
Nederland, extra kosten hebben moeten maken in het kader van release 2.1 van de AWBZ
brede zorgregistratie om het bericht zorgtoewijzing op functieniveau gelijk te schakelen
aan het bericht melding aanvang zorg.
4 Het college bepaalt de nadere budgetten per verbindingskantoor door de resultaten
van het derde lid voor de regio’s waarvoor het verbindingskantoor is aangewezen, te
sommeren met de in artikel 5, eerste lid, berekende bedragen per regio.