[Regeling vervallen per 01-04-2014]
Dit protocol regelt het contact en verder overleg tussen de Arbeidsinspectie en de
officier van justitie belast met de afdoening van economische zaken.
De werkgever is verplicht de Arbeidsinspectie onverwijld melding te doen van een arbeidsongeval
dat ernstig (lichamelijk of geestelijk) letsel of de dood ten gevolge heeft (hierna
te noemen: meldingsplichtig arbeidsongeval). Zo’n arbeidsongeval wordt vervolgens
in onderzoek gegeven aan de inspecteur.
1) Directe melding Arbeidsinspectie aan het OM bij dodelijke arbeidsongeval;
[Regeling vervallen per 01-04-2014]
Is er sprake van een arbeidsongeval met dodelijke afloop dan meldt de inspecteur het
ongeval onverwijld aan het parket binnen welks arrondissement het ongeval plaats heeft
gevonden (het lokale OM – zie hiervoor onder protocol A), waarbij door het OM opdracht
tot een strafrechtelijk onderzoek ex. artikel 32 Arbowet ’98 en/of artikel 307 WvSr kan worden gegeven; daarnaast kunnen slachtoffers, nabestaanden of pers door het
OM geïnformeerd worden.
– Instellen strafrechtelijk onderzoek terzake artikel 32 Arbowet ’98 en/of artikel 307 WvSr.
Bij een meldingsplichtig arbeidsongeval met dodelijk afloop onderzoekt de inspecteur
altijd of er sprake is van overtreding van artikel 32 Arbowet ’98 of artikel 307 WvSr. Het enkele feit, dat een werknemer een ernstig arbeidsongeval overkomt, kan in principe
voldoende aanwijzingen opleveren van overtreding van artikel 32 Arbowet ‘98, aangezien bij een juiste naleving van de arbobepalingen de werknemers voldoende
bescherming wordt geboden tegen ernstige gezondheidsrisico’s (zie in dit verband ook
het arrest van de HR van 9 maart 1993, NJ 1993, 633)Bij handhaving van bepaalde economische
voorschriften kan de opsporing zich niet alleen richten op gevallen waarin sprake
is van een concrete verdenking van een door een bepaalde persoon gepleegd delict.
Zijn er aanwijzingen dat een economisch voorschrift niet is nageleefd, dan brengt
het belang van de opsporing mee dat wordt nagegaan waar zich in concreto een overtreding
voordoet..
Overleg met politie
Zo mogelijk ter plaatse overlegt de inspecteur van de Arbeidsinspectie met de politie
– die doorgaans als eerste bij een ernstig ongeval aanwezig is – en maakt met de politie,
die reeds een strafrechtelijk onderzoek is gestart, afspraken over het vervolg van
het onderzoek. Een en ander uiteraard zonodig in overleg met het OM.
2) Melding Arbeidsinspectie aan het OM bij arbeidsongeval met ernstig/blijvend letsel
[Regeling vervallen per 01-04-2014]
In geval van een arbeidsongeval met ernstig/blijvend letsel voert de inspecteur eerst
de hieronder omschreven eerste inventarisatie uit en bespreekt de resultaten zo nodig
met zijn teamleider en Juridische Zaken van de Arbeidsinspectie. Als de uitkomst van
dat overleg inhoudt dat er vermoedelijk sprake is van overtreding van artikel 32 Arbowet ’98 en/of artikel 308 WvSr, dan meldt de inspecteur het ongeval aan het betreffende parket.
Eerste inventarisatie door inspecteur Arbeidsinspectie
Bij een eerste inventarisatie in het kader van strafrechtelijk of bestuursrechtelijk
onderzoek maakt de inspecteur de antwoorden op de volgende vragen zoveel mogelijk
inzichtelijk:
-
• is er gehandeld in strijd met de Arbowet ’98 of de daarop rustende bepalingen (zo ja, welke bepalingen zijn overtreden);
-
• kan er (redelijkerwijs gesteld worden dat) door bovengenoemd handelen levensgevaar
of ernstige schade aan de gezondheid ontstaat voor werknemers of dat dergelijke schade
te verwachten is;
-
• was het de werkgever bekend dat er door het overtreden van de geconstateerde arbobepalingen
ernstige gezondheidrisico’s bestonden voor zijn werknemers (bijvoorbeeld opgenomen
in de RI&ERisico-inventarisatie en -evaluatie: zie artikel 5 Arbowet ‘98.), of had
hij dat redelijkerwijs kunnen of moeten weten;
-
• zijn de handelingen de werkgever aan te rekenen, of wel is hij verantwoordelijk voor
de overtreding(en).
(vervolg)overleg met officier van justitie belast met de zaak
[Regeling vervallen per 01-04-2014]
– Beslissing over voortzetting strafrechtelijk onderzoek
Zijn er voldoende gronden om een vervolging ex artikel 32 Arbowet ’98 of artikel 307 WvSr of 308 WvSr in te stellen, dan wordt in overleg met de officier van justitie die belast is met
de zaak het strafrechtelijk onderzoek voortgezet. Door middel van een plan van aanpak
worden de vervolgstappen die de inspecteur gaat ondernemen, besproken.
Als het bewijs (te) gering is (en men verwacht dat verder onderzoek evenmin voldoende
bewijs zal opleveren), dan wordt, eveneens in overleg met de officier van justitie,
het strafrechtelijk onderzoek gestaakt. De inspecteur bekijkt vervolgens of de zaak
in bestuursrechtelijk opzicht een vervolg dient te krijgen. De officier van justitie
neemt deze beslissing binnen dertien weken nadat het ongeval aan hem is voorgelegd
en de inspecteur van de Arbeidsinspectie de officier van justitie hierom heeft verzocht.
NB Als binnen dertien weken na het voorleggen van de gedraging geen reactie van het
OM is ontvangen, of het OM inmiddels heeft meegedeeld van strafvervolging af te zien,
dan is het bestuursorgaan i.c. de Arbeidsinspectie, bevoegd tot bestuursrechtelijke
afhandeling van de overtreding (Aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht, vierde
trancheZie artikel 5.4.1.5 van (titel 5.4 bestuurlijke boete van) het wetsvoorstel
29 702.: Waarom hier niet volstaan met aanhaling kamerstukken? Het derde lid bevat
het sluitstuk van de regeling: indien de overtreding aan de officier van justitie
is voorgelegd, wordt de bevoegdheid tot het opleggen van een bestuurlijke boete opgeschort.
De officier van justitie heeft vervolgens dertien weken de tijd om te beslissen of
strafrechtelijke optreden gewenst is. Als de officier van justitie binnen deze dertien
weken mededeelt dat de overtreding strafrechtelijk zal worden afgedaan, kan geen bestuurlijke
boete worden opgelegd. Als het OM niet binnen dertien weken reageert, herleeft de
bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen. Deze bevoegdheid herleeft eveneens,
indien het OM aan het bestuursorgaan mededeelt van strafvervolging af te zien. De
praktische betekenis daarvan zal uiteraard afhangen van de reden waarom het OM van
strafvervolging afziet. Indien het OM om redenen van prioriteitstelling van vervolging
afziet, staat niets er aan in de weg dat het bestuur wel handhavend optreedt. Indien
echter het OM niet vervolgt omdat de overtreding naar zijn oordeel niet kan worden
bewezen of gerechtvaardigd is, zal het bestuursorgaan in de praktijk niet snel tot
het opleggen van een bestuurlijke boete overgaan. Uitgesloten is dit echter niet:
het feit dat de wetgever aan het bestuursorgaan de bevoegdheid heeft toegekend om
een bestuurlijke boete op te leggen, brengt met zich dat het bestuursorgaan zelf verantwoordelijk
is voor de uitoefening van deze bevoegdheid, en derhalve ook bij de beoordeling van
aspecten als bewijsbaarheid en wederrechtelijkheid niet gebonden is aan het oordeel
van het OM.).
– Contact met OM tijdens strafrechtelijk vervolgonderzoek
Gedurende het vervolgonderzoek onderhoudt de inspecteur contact met de officier van
justitie en stelt deze zo veel mogelijk op de hoogte van de ontwikkelingen.
Het is denkbaar dat een inspecteur het bewijs alsnog niet rond krijgt. De inspecteur
neemt hierover contact op met de officier van justitie en bespreekt de zaak.
Inzending proces-verbaal en informatieverschaffing
[Regeling vervallen per 01-04-2014]
Indien de strafrechtelijke weg wordt gekozen, zullen de Arbeidsinspectie en de politie
al dan niet gecombineerd het proces-verbaal inzenden. Indien is gekozen voor bestuursrechtelijke
afdoening zal de politie de eventuele processen-verbaal van bevindingen overdragen
aan de Arbeidsinspectie, zodat deze bij de boeterapporten kunnen worden gevoegd. Bij
dodelijke ongevallen zal de politie in het kader van de Wet op de lijkbezorging de processenverbaal altijd tevens aan de officier van justitie zenden.