4. Controle en administratieve verantwoording
[Regeling vervallen per 30-06-2009]
De mogelijkheid om een politietransactie aan te bieden houdt in dat de politie een
gedegen registratie voert van de betreffende zaken.
Gegevens zijn immers noodzakelijk ten behoeve van:
-
a. het alsnog inzenden van het proces-verbaal, indien niet wordt betaald;
-
b. de mogelijkheid van controle c.q. toetsing door het OM op het gebruik van de verleende
bevoegdheid;
-
c. de registratie in het HKS;
-
d. de registratie in de justitiële documentatie;
-
e. een eventuele toepassing van artikel 12 WvSv;
-
f. de positie van de benadeelde.
Ad a: vastleggen en bewaren van gegevens
Het onder a gestelde brengt met zich dat in ieder geval die gegevens dienen te worden
vastgelegd en bewaard die nodig zijn voor het uiteindelijke bewijs van de zaak, te
weten de persoonsgegevens van betrokkene, alsmede een toedracht van het gebeurde.
Mede gelet op het hierna volgende, betekent dit dat de politie altijd een (verkort)
proces-verbaal zal moeten opmaken.
Ad b: controle door het OM
Op grond van artikel 10 van het Transactiebesluit 1994 dient de opsporingsambtenaar aantekening te houden van elke zaak waarin een transactie
is aangeboden. Daarnaast heeft de officier van justitie, hoofd van het arrondissementsparket,
de bevoegdheid periodiek rapport in te winnen. Teneinde aan dit laatste uitvoering
te kunnen geven, dient aantekening te worden gehouden van de volgende gegevens:
-
• het aantal zaken waarin een transactie is aangeboden en waarin de aangeboden transactie
is voldaan. Dit is vast te stellen aan de hand van het verkorte proces-verbaal;
-
• het aantal en de aard van de klachten dat ter zake van het gebruik van de transactiebevoegdheid
is ontvangen, alsmede de wijze waarop op de klachten is gereageerd;
-
• een overzicht van deze gegevens dient ter beschikking te worden gesteld voor elk overleg
tussen OM en politie(c.q. Koninklijke Marechaussee) over de wijze waarop de transactiebevoegdheid
wordt uitgeoefend, en verder op elk gewenst moment. Een dergelijk overleg dient ten
minste eenmaal per jaar te worden gehouden.
Voor het vaststellen van recidive door het OM, met het oog op het strafvorderingsbeleid,
is juiste registratie in de justitiële documentatie van belang. Nu ook de politie
gegevens zal aanleveren in de justitiële documentatie (zoals hierna is beschreven
onder d), is steekproefsgewijze controle door het OM hierop in de justitiële documentatie
aangewezen. Controle door het OM zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden door aan de
hand van overzichtslijsten met betaalde politietransacties bij de justitiële documentatie
na te vragen of inderdaad meldingen zijn binnengekomen.
Ad c: registratie in het HKS
Registratie in het HKS blijft van belang voor het vaststellen van specifieke recidive.
Gegevens kunnen alleen in het HKS worden opgenomen indien een proces-verbaal is opgemaakt.
Hiervoor kan het verkorte proces-verbaal dienen. Alvorens registratie kan plaatsvinden,
dienen de persoonsgegevens bij de gemeentelijke basisadministratie (Gba) te zijn gecontroleerd
en verwerkt.
Ad d: registratie in de justitiële documentatie
Artikel 2, lid 12 van het Besluit registratie justitiële gegevens regelt dat tot stand gekomen politietransacties moeten worden opgenomen in de justitiële
documentatie. Het Besluit registratie justitiële gegevens legt de politie de verplichting op tot stand gekomen transacties te melden aan de
justitiële documentatiedienst te Almelo. Bij de melding dienen de volgende gegevens
te worden opgegeven:
-
– personalia van de verdachte:
-
• naam
-
• voorna(a)m(en) voluit
-
• geboortedatum
-
• geboorteplaats
-
– gegevens van het korps;
-
– pleegplaats van het feit;
-
– pleegdatum van het feit;
-
– nummer van het proces-verbaal;
-
– aanduiding van het wetsartikel;
-
– datum waarop de betaling is ontvangen (bij directe betaling);
-
– transactiebedrag;
-
– aanduiding politietransactie.
Indien het transactievoorstel niet wordt aanvaard, zendt de politie het proces-verbaal
naar het arrondissementsparket. Het OM verzorgt dan de mededeling (OM-transactie,
etc.) aan de justitiële documentatiedienst.
Ad e: toepassing artikel 12 Sv en positie van het slachtoffer
In geval van winkeldiefstal en/of -verduistering is de voorwaarde dat het gestolen
goed moet zijn teruggegeven of de schade moet zijn vergoed alvorens een transactievoorstel
kan worden gedaan. Het lijkt dan ook reëel om te veronderstellen dat de benadeelde
in de praktijk zelden of nooit van de mogelijkheid van beklag gebruik zal maken. Toch
moet de mogelijkheid niet uitgesloten worden geacht dat een winkelier, pas nadat het
transactievoorstel is gedaan, merkt dat er toch nog schade is veroorzaakt. In die
gevallen moet hij de mogelijkheid hebben bezwaar te maken. Mede met het oog hierop
is het van belang over voldoende gegevens te kunnen beschikken. De regels in de Wet
Terwee en de daarop gebaseerde aanwijzing met betrekking tot het informeren van slachtoffers
zijn van toepassing. Concreet betekent dit dat de politie in geval van een politietransactie
het slachtoffer moet vragen of hij op de hoogte wil worden gehouden van het verloop
van de zaak. Bij een bevestigend antwoord dient relevante informatie te worden verstrekt,
zoals het aanbieden, alsmede het tot stand komen van een politietransactie. Indien
de transactie niet tot stand komt, dient het OM in kennis te worden gesteld van de
wens van het slachtoffer om op de hoogte te worden gehouden van het verloop van de
zaak.