Artikel 2.4:5, eerste lid, ATB-v en artikel 38 ahf sub a, Regeling Controleapparaten
|
|
|
|
Het niet zorgdragen dat het controleapparaat ten minste eenmaal per twee jaar door
erkende installateur wordt onderzocht.
|
24
|
36
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, eerste lid, ATB-v en artikel 38 ahf sub b, Regeling Controleapparaten
|
|
|
|
Het niet zorgdragen dat na verbreking van de verzegelingen, en na bepaalde wijziging
aan het motorrijtuig, het controleapparaat door erkende installateur wordt onderzocht.
|
24
|
36
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 14, eerste lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
- Het niet verstrekken van voldoende registratiebladen.
|
12
|
**
|
|
- Het verstrekken van niet goedgekeurde registratiebladen.
|
12
|
18
|
|
- Het niet op verzoek een afdruk (printout) kunnen maken.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, eerste lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
-Het gebruiken van vuile of beschadigde registratiebladen.
|
12
|
**
|
|
-Het gebruiken van een vuile of beschadigde bestuurderskaart.
|
12
|
**
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, tweede lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
- Het niet gebruik maken van een registratieblad of bestuurderskaart.
|
60
|
90
|
|
- Het voortijdig uit het controleapparaat nemen van het registratieblad/bestuurderskaart.
|
12
|
18
|
|
- Een bestuurderskaart voor een langere periode gebruiken dan waarvoor bestemd.
|
12
|
18
|
|
- Het niet zorgdragen dat het registratieblad tijdig wordt verwisseld.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, derde lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
- Het niet toezien op een juiste tijdaanduiding op het registratieblad.
|
12
|
18
|
|
- Het niet /niet juist bedienen van de schakelorganen.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, vijfde lid a/tm e, EEG-Verordening
3821/85
|
|
|
|
Het niet aanbrengen van bepaalde gegevens zoals ronder naam, datum en kilometerstand
op het juiste registratieblad .
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, vijfde lid bis, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
Het niet invoeren van het landsymbool.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, zevende lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
Het niet op verzoek kunnen tonen van:
|
|
|
|
- registratiebladen;
|
12
|
**
|
|
- bestuurderskaart;
|
12
|
**
|
|
- afdruk (printout) gegevens
|
12
|
**
|
|
Het niet bij zich hebben van registratiebladen van voorgaande dagen.
|
30
|
**
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 15, achtste lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
- Het vervalsen, uitwisselen of vernietigen van op het registratieblad, in het controleapparaat
of op de bestuurderskaart geregistreerde gegevens en van de afdrukken (printouts).
|
a. 72 (werkgever)
b. 30 (bestuurder)
|
**
**
|
|
- Het misbruik maken van het controleapparaat, het registratieblad of de bestuurderskaart
waardoor gegevens of afgedrukte documenten worden vervalst, ontoegankelijk worden
gemaakt of vernietigd kunnen worden.
|
a. 72 (werkgever)
b. 30 (bestuurder)
|
**
**
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 16, eerste lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
Het niet tijdig herstellen van een niet, althans niet deugdelijk functionerend controleapparaat.
|
120
|
180
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.4:5, tweede lid, ATB-v en artikel 16, tweede lid, EEG-Verordening 3821/85
|
|
|
|
- Het niet aantekenen van gegevens bij het niet, althans niet deugdelijk functioneren
van het controleapparaat.
|
30
|
45
|
|
- Het bij verlies, diefstal, beschadiging of slechte werking van de bestuurderskaart
niet aanbrengen van gegevens en handtekening op afdruk (printout)
|
30
|
45
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:1, vierde lid, ATB-v en artikel 8, eerste lid, EEG-Verordening nr. 3820/85
|
|
|
|
Het genieten van een te korte dagelijkse rusttijd bij één bestuurder
|
|
|
|
< 9 uren
< 8 uren
< 7 uren
< 6 uren
< 5 uren
< 4,5 uren
< 4 uren
|
6
12
24
36
48
60
72
elk volgende half uur + 12 punten
|
9
18
36
54
72
90
108
|
minimale norm is 9 uren in een periode van 24 uren
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:1, vierde lid, ATB-v en artikel 8, derde lid, EEG-Verordening nr. 3820/85
|
|
|
|
Het genieten van een te korte wekelijkse rusttijd
|
6 punten eerste uur + 12 punten per elk volgend uur
bij minder dan de helft van de norm + 12 punten per half uur
|
|
Diverse normen van toepassing.
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:1, vierde lid, ATB-v en artikel 8, tweede lid, EEG-Verordening nr. 3820/85
|
|
|
|
Het genieten van een te korte dagelijkse rusttijd bij twee bestuurders.
|
|
|
|
< 8 uren
< 7 uren
< 6 uren
< 5 uren
< 4,5 uren
< 4 uren
|
6
12
24
36
48
60
elk volgende half uur + 12 punten
|
9
18
36
54
72
90
|
minimale norm is 8 uren in een periode van 30 uren
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:3, ATB-v en artikel,6, eerste lid, EEG-Verordening nr. 3820 / 85
|
|
|
|
Het verrichten van een te lange dagelijkse rijtijd.
|
|
|
|
< 1 uur
< 2 uur
< 3 uur
< 4 uur
< 4,5 uur
< 5 uur
|
6
12
24
36
48
60
elk volgend half uur + 12 punten
|
9
18
36
54
72
90
|
10 uur rijden is toegestaan
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:3 ATB-v en artikel 6, tweede lid, EEG-Verordening nr. 3820 / 85
|
|
|
|
Het verrichten van een te lange 2-wekelijkse rijtijd.
|
6 per uur
|
9
|
90 uur rijden is toegestaan
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:4, vierde lid jo 2.5:5, derde lid, ATB-v
|
|
|
|
Het verrichten van meer dan 35 nachtdiensten in periode van 13 weken.
|
12
per meerdienst
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:4, vierde lid jo 2.5:5, derde lid, ATB-v
|
|
|
|
Het verrichten van meer dan 20 uren arbeid tussen 0.00 en 6.00 uur in tijdvak van
2 weken.
|
12 p/u
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:5, derde lid, ahf en onder a, ATB-v
|
|
|
|
Het verrichten van meer dan 42 nachtdiensten in periode van 13 weken of 140 maal in
52 weken.
|
12 per meerdienst
|
18
|
Bij in artikel 2.5:5, eerste lid, ATB-v genoemde branches
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:5, derde lid, ahf en onder b, ATB-v
|
|
|
|
Het verrichten van meer dan 38 uren nachtdienst in periode van 2 weken.
|
12 p/u
|
18
|
Bij in artikel 2.5:5, eerste lid, ATB-v genoemde branches
|
|
|
|
|
Artikel 2.5:6, tweede lid, ATB-v en artikel 7, eerste lid, EEG-Verordening nr. 3820
/ 85
|
|
|
|
Het verrichten van een te lange ononderbroken rijtijd.
|
|
|
toegestaan 4,5 uren
|
> 4,5 uren
> 5,5 uren
> 6,5 uren
> 7,5 uren
> 8,5 uren
> 9 uren
|
6
12
24
36
48
60
elk volgend half uur + 12 punten
|
9
18
36
54
72
90
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.6:1, derde lid, ATB-v
|
|
|
|
Het niet naleven van de aan de vrijstelling verbonden voorschriften betreffende de
vrijstellingen van:
|
|
|
|
a. artikel 2.5.4, vierde lid, ATBv
|
12 punten per meerdienst
|
18
|
|
b. de verplichting tot het installeren van een controlemiddel, voor zover dit niet
in strijd is met EEG-Verordening nr. 3820/85
|
24
|
36
|
|
c. artikel 2.7:2 ATB-v
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.7:1 ATB-v
|
|
|
|
Het belonen van werknemer naar gelang de afgelegde afstand of de hoeveelheid vervoerde
goederen tenzij deze beloningen de verkeersveiligheid niet in gevaar kunnen brengen.
|
120
|
180
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.7:2, eerste lid, ATB-v
|
|
|
|
Het niet bij zich hebben van een getuigschrift van vakbekwaamheid of een gewaarmerkt
afschrift daarvan.
|
a. 6
b. 24
|
**
**
|
a = getuigschrift vergeten
b = niet in het bezit van een getuigschrift
|
|
|
|
|
Artikel 2.7:2, eerste en tweede lid, ATB-v
|
|
|
|
Het als werkgever er niet op toezien dat de bestuurder een getuigschrift van vakbekwaamheid
of een gewaarmerkt afschrift daarvan bezit.
|
24
|
36
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.7:4, eerste lid sub b, ATB-v
|
|
|
|
Het verrichten van arbeid als bijrijder door jeugdige werknemer buiten Nederland.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Artikel 2.7:4, tweede lid, ATB-v
|
|
|
|
Het niet toezien op het bezit van een verklaring, afgegeven door de Stichting landelijk
orgaan Beroepsonderwijs, Transport en Logistiek, waaruit blijkt dat een jeugdige werknemer
welke als bijrijder arbeid verricht aldaar is ingeschreven als leerling.
|
12
|
18
|
|
|
|
|
|
Relevante artikelen Arbeidstijdenwet
|
|
|
|
Artikel 4:3, eerste lid, ATWHet niet voeren van een deugdelijke registratie door een werkgever en een persoon
als bedoeld in artikel 2:7 eerste lid, ATW ter zake van de arbeids- en rusttijden.
|
**
|
360
|
|
|
|
|
|
Artikel 5:4, derde lid,, ATW
|
|
|
|
De arbeid niet zodanig organiseren dat de werknemer 13 vrije zondagen in elke periode
van 52 achtereenvolgende weken geniet.
|
12 punten per zondag
|
18
|
bestuurder en bijrijder van 18 jaar en ouder
art. 2.5:2 ATB-v voor taxivervoer
|
|
|
|
|
Artikel 5:4, vierde lid , ATW
|
|
|
|
Het niet genieten van een vrije dag voorafgaande aan de zondag waarop arbeid wordt
verricht
|
12 punten per niet genoten vrije dag
|
18
|
bijrijder beneden 18 jaar
|
|
|
|
|
Artikel 5:10, zevende lid, ATW
|
|
|
|
De arbeid niet zodanig organiseren dat een dienst wordt afgewisseld met een pauze.
|
6 punten
|
9
|
|