4. Wat moet worden gemeld bij het CBP?
[Regeling vervallen per 31-01-2013]
De geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerkingen zijn ingevolge de Wbp meldingplichtig, tenzij deze van melding zijn vrijgesteld op grond van het Vrijstellingsbesluit Wbp.
De Wbp verstaat onder persoonsgegevens alle gegevens die informatie kunnen verschaffen over
een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Hierbij kan worden gedacht
aan naam-, adresgegevens, postcodes, woonplaatsgegevens, telefoon- en fax-nummers,
e-mailadressen; leeftijd, opleiding, werkervaring, gezondheid, schulden, vorderingen,
kenmerken, kentekens van eigendommen, videobeelden. Gegevens over rechtspersonen zijn
over het algemeen geen persoonsgegevens. Hebben deze gegevens echter eveneens betrekking
op nog levende natuurlijke personen en kunnen zij mede bepalend zijn voor de wijze
waarop deze in het maatschappelijk verkeer kunnen worden beoordeeld dan is dat wel
het geval.
In de Wjsg worden onder strafvorderlijke gegevens begrepen gegevens over een natuurlijke of
rechtspersoon die zijn verkregen in het kader van een strafvorderlijk onderzoek en
die het OM in een strafdossier of langs geautomatiseerde weg verwerkt.
Onder verwerken van persoonsgegevens verstaat de Wbp elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot persoonsgegevens.
Dat is dus een zeer ruim begrip. Handelingen die er volgens de Wbp in ieder geval onder vallen zijn het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken,
wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, doorzenden, verspreiden, beschikbaar stellen,
samenbrengen, met elkaar in verband brengen, afschermen, uitwissen en vernietigen
van gegevens. Een verwerking kan uit een of meer van deze handelingen bestaan. Het
CBP beschouwt verwerkingshandelingen die in het maatschappelijk verkeer als eenheid
worden beschouwd als een gegevensverwerking en een dergelijk geheel kan dus in een
melding worden opgenomen. Bij een geheel geautomatiseerde verwerking gaat het om het
invoeren van gegevens in de computer. Van een gedeeltelijk geautomatiseerde verwerking
is sprake als gegevens die op papier staan gerelateerd zijn aan in de computer opgenomen
gegevens.
Onder een bestand verstaat de Wbp elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens
gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografische bepaalde wijze,
dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende
personen. De Wbp en de daarin opgenomen meldingsplicht zien ook op handmatig verwerkte persoonsgegevens
die zijn of worden opgenomen in een bestand en die systematisch toegankelijk zijn
(bijvoorbeeld omdat ze zodanig gestructureerd zijn dat ze chronologisch of alfabetisch
worden bewaard; daarbij kan gedacht worden aan een dossierkast waarin dossiers een
naam hebben en op alfabetische volgorde staan).
Gegevensverwerking ten behoeve van de politietaak ex artikel 2 van de Politiewet kent zijn eigen regime en valt niet onder de Wbp. De Wbp is niet van toepassing als de Wjsg van toepassing is (denk hierbij ook aan justitiële documentatie en de verklaring
omtrent het gedrag).
Verwerkingen die moeten worden aangemeld bij het CBP mogen niet eerder worden verricht
dan nadat ze zijn gemeld.
De verantwoordelijke voor de gegevensverwerking is verplicht de melding bij het CBP
te (laten) doen. Zoals reeds vermeld is paragraaf 2 geldt deze verplichting niet voor strafvorderlijke gegevens.