Wet van 5 maart 2007, houdende regels in verband met de inwerkingtreding van de Wet
kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (Invoeringswet Wet kenbaarheid
publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken op onderdelen te wijzigen met het oog op een goede uitvoering van die wet, de inwerkingtreding ervan onder het geven van samenloopbepalingen bij wet te regelen
en enkele andere wetten in verband met het voorgaande te wijzigen teneinde uit die
wetten voortvloeiende registratieplichten te doen vervallen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: