U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
[Regeling vervallen per 01-01-2012.]Geraadpleegd op 24-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-07-2010 en zichtdatum 21-11-2024. Geldend van 14-04-2010 t/m 31-12-2011
Algemeen reglement van de Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+
De Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+,
Gelet op artikel 10 lid 4 van de Wet op het specifieke cultuurbeleid, met goedkeuring van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
Besluit:
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
Het bestuur van het Fonds verstrekt, in overeenstemming met artikel 2 van haar statuten en volgens bepalingen vastgesteld in de wet en dit reglement, subsidies aan natuurlijke personen en rechtspersonen werkzaam op het gebied van de professionele podiumkunsten en toonkunst, ter bevordering van de kwaliteit en diversiteit van het scheppen, produceren en programmeren van muziek, dans en theater en in het opbouwen van een publiek daarvoor.
In dit reglement wordt verstaan onder:
a. het Fonds: De Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+. Het Fonds is een stichting als bedoeld in artikel 9 van de Wet op specifiek cultuurbeleid.
b. Subsidie: subsidie in de zin van artikel 4:21 Awb (Algemene wet bestuursrecht), bestemd voor natuurlijke personen en rechtspersonen werkzaam op het gebied van de professionele podiumkunsten en toonkunst.
c. Uitvoeringsovereenkomst: de overeenkomst die tussen de aanvrager en het bestuur van het Fonds wordt gesloten ter uitvoering van het besluit tot verlening van een subsidie.
d. Subsidieplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies krachtens een deelregeling.
e. Deelregeling: een op basis van dit Algemeen reglement gebaseerde regeling, waarin nadere regels worden gesteld over de aard, omvang en samenstelling van subsidies, alsmede over het aanvragen, beoordelen, verlenen en vaststellen van subsidies.
f. De Minister: De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
g. De Wet: de Wet op het specifieke cultuurbeleid.
h. Adviescommissie: een commissie als bedoeld in artikel 6, lid 2 van de statuten van het Fonds, die aan het bestuur van het Fonds advies uitbrengt over de subsidieaanvraag.
Het Fonds verstrekt op aanvraag in het kader van een deelregeling:
a. Beurzen en stipendia aan natuurlijke personen;
b. Projectsubsidies met een looptijd van maximaal drie jaar aan rechtspersonen en natuurlijke personen;
c. Vierjarige subsidies aan rechtspersonen.
1 Het Algemeen reglement is van toepassing op alle regelingen die het Fonds uitvoert.
2 Het Algemeen reglement is van toepassing naast en in aanvulling op een deelregeling. De regelingen vermeld onder het eerste lid sub a,b en c van dit artikel kennen hun eigen algemene bepalingen verwerkt in een werkwijzer c.q algemeen reglement.
3 Met uitzondering van Afdeling 4.2.8 is titel 4.2 van de Awb van toepassing op de verstrekking van subsidies als bedoeld in artikel 3.
Een subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de Minister voldoende gelden aan het Fonds ter beschikking stelt.
1 Het bestuur van het Fonds kan in een deelregeling een of meer subsidieplafonds opnemen.
2 Het bestuur van het Fonds kan in een deelregeling binnen verschillende sectoren afzonderlijke subsidieplafonds vaststellen.
3 Indien het bestuur van het Fonds toepassing geeft aan het bepaalde in de vorige leden, wordt in de desbetreffende deelregeling tevens bepaald hoe het beschikbare bedrag of de beschikbare bedragen respectievelijk worden verdeeld.
4 Een aanvraag voor een subsidie wordt afgewezen, indien door het verlenen van de subsidie het bedrag of de bedragen, bedoeld in het eerste lid, respectievelijk tweede lid, worden overschreden.
1 Een subsidie wordt op aanvraag slechts verstrekt aan een natuurlijk persoon die geïntegreerd is in de Nederlandse muziek-, theater-, of danswereld of aan een rechtspersoon die in Nederland gevestigd is.
2 Een subsidie wordt slechts verstrekt, indien:
a) de behoefte aan ondersteuning door de aanvrager naar het oordeel van het bestuur van het Fonds voldoende is aangetoond;
b) de aanvrager niet toerekenbaar tekort geschoten is in de nakoming van een eerdere uitvoeringsovereenkomst tussen aanvrager en (de rechtsvoorgangers van) het Fonds;
c) de aanvrager aannemelijk heeft gemaakt dat de voor de activiteiten beschikbare financiële middelen, met inbegrip van de bijdrage van het bestuur van het Fonds en eventuele eigen inkomsten uit entreegelden, sponsoring of anderszins, voldoende zijn om de activiteiten uit te voeren;
d) activiteiten waarvoor een subsidie wordt gevraagd in overeenstemming zijn met de doelstelling als bedoeld in artikel 1 en aan de overige vereisten in het Algemeen reglement en de deelregeling wordt voldaan;
e) (de resultaten van) de activiteiten waarvoor een subsidie wordt verstrekt openbaar toegankelijk zijn;
f) de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd niet reeds in uitvoering zijn of worden uitgevoerd ten tijde van de behandeling van de aanvraag bij het Fonds tenzij bij deelregeling anders is bepaald.
3 Een subsidie wordt slechts aan een rechtspersoon verstrekt, indien zijn statutaire doelstellingen van artistiek-inhoudelijke aard zijn.
1 Een aanvraag voor een subsidie wordt in de Nederlandse taal opgesteld.
2 De aanvraag voor een subsidie wordt uitsluitend ingediend met behulp van een aanvraagformulier.
3 Aanvraagformulieren zijn te downloaden via de website www.nfpk.nl.
4 Op verzoek van de aanvrager zendt het Fonds de aanvrager het formulier per post toe.
5 Aanvragen zijn volledig en volgens de bij het formulier vermelde richtlijnen ingevuld, voorzien van alle gevraagde bijlagen en ondertekend door de aanvrager.
Het Fonds behandelt ingediende aanvragen in subsidierondes, tenzij bij deelregeling anders is bepaald.
1 Het bestuur van het Fonds kan een subsidieaanvraag ter advisering voorleggen aan een adviescommissie of adviseur(s) .
2 In het Huishoudelijk reglement van het Fonds worden nadere regels opgenomen over de samenstelling, benoeming en werkwijze van de adviescommissie of adviseurs.
3 Het bestuur van het Fonds neemt bij zijn beoordeling van de aanvraag in elk geval een advies als bedoeld in het eerste lid in overweging.
4 Het bestuur van het Fonds beslist binnen 13 weken na indiening van de aanvraag op de aanvraag, tenzij in een deelregeling een andere beslistermijn is opgenomen.
5 Indien niet binnen de gestelde termijn op de aanvraag kan worden beslist, stelt het bestuur van het Fonds de aanvrager daarvan in kennis en noemt hij de termijn waarbinnen de beslissing tegemoet kan worden gezien.
1 Een aanvraag voor een subsidie wordt afgewezen, indien niet wordt voldaan aan het bepaalde in het Algemeen reglement en/of de deelregeling.
2 Een aanvraag voor een subsidie wordt voorts afgewezen, indien de aanvrager voor dezelfde activiteiten en binnen hetzelfde tijdvak reeds subsidie ontvangt:
a. van het Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+ op grond van de Deelregeling vierjarige subsidies Podiumkunstinstellingen 2009–2012
b. van de Minister op grond van de Wet .
1 De subsidie kan worden ingetrokken of gewijzigd, indien de activiteiten waarvoor de subsidie is verstrekt, niet binnen een in het besluit tot subsidieverlening genoemde termijn hun aanvang hebben genomen.
2 Een subsidie wordt verleend onder de voorwaarde dat de ontvanger het bestuur toestemming geeft (delen van) de aanvraag of het inhoudelijk en financieel eindverslag of overige op de aanvraag van toepassing zijnde documentatie (inclusief beeldmateriaal) openbaar te maken of anderszins te presenteren of te verveelvoudigen, zonder dat de aanvrager daarvoor een vergoeding ontvangt. Openbaarmaking, presentatie of verveelvoudiging vindt uitsluitend plaats ter verantwoording van de werkzaamheden van het Fonds.
3 Het bestuur van het Fonds kan in het besluit tot verlening van de subsidie bepalen dat de aanvrager verplicht is mee te werken aan de totstandkoming van een uitvoeringsovereenkomst.
4 Het bestuur van het Fonds kan in de deelregeling of in het besluit tot verlening van een subsidie ook andere voorwaarden opnemen.
1 De ontvanger van een subsidie zorgt ervoor dat:
a. de werkzaamheden op een zodanige manier worden geregeld dat een goed beleid en beheer worden gevoerd; en
b. de subsidie op doelmatige wijze wordt gebruikt voor de doeleinden waarvoor het wordt verleend.
c. de administratie op overzichtelijke en doelmatige wijze wordt gevoerd;
d. de administratie een juist, volledig en actueel beeld geeft ;
e. van alle ontvangsten en uitgaven deugdelijke bewijsstukken waaruit de aard en de omvang van de geleverde goederen of van de verrichte diensten duidelijk blijken, aanwezig zijn; en
f. de administratie en de daarbij behorende bewijsstukken ten minste gedurende vijf jaar na de vaststelling van de subsidie worden bewaard.
2 De ontvanger van de subsidie doet zo spoedig mogelijk schriftelijke mededeling aan het bestuur van het Fonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Daarbij worden de relevante stukken overgelegd.
3 In de gevallen, bedoeld in artikel 4:41, tweede lid, van de Awb, is de ontvanger van de subsidie aan het Fonds een door hem te bepalen vergoeding voor vermogensvorming verschuldigd.
4 Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding wordt uitgegaan van de waarde van de goederen en andere vermogensbestanddelen op het tijdstip waarop de vergoeding verschuldigd wordt, met dien verstande dat in geval van ontvangst van schadevergoeding voor verlies of beschadiging van zaken, wordt uitgegaan van het bedrag dat als schadevergoeding door de instelling wordt ontvangen. Indien het onroerende zaken betreft, geschiedt de waardebepaling door één of drie onafhankelijke deskundigen.
5 Het bestuur van het Fonds kan in de deelregeling of in het besluit tot verlening van subsidie verplichtingen als bedoeld in artikel 4:38 van de Awb opnemen.
6 Het bestuur van het Fonds kan in de deelregeling verplichtingen als bedoeld in artikel 4:39 van de Awb opnemen.
1 De ontvanger van een vierjarige subsidie of projectsubsidie zorgt ervoor dat de in zijn beleids- of projectplan gestelde doeleinden en activiteiten op doelmatige wijze worden nageleefd.
2 De ontvanger van een vierjarige subsidie neemt, indien de subsidie aan het einde van de vierjarenperiode nog niet is besteed aan de doeleinden waarvoor de subsidie is verstrekt, dit bedrag op in een bestemmingsfonds. Wanneer de met het Fonds overeengekomen prestaties in die vier jaar kwalitatief en kwantitatief gerealiseerd zijn, kan het Fonds besluiten in te stemmen met de aanwending van het saldo in een volgende periode voor een overeen te komen bestemd doel.
3 De rechtspersoon die een subsidie ontvangt, verzekert zijn roerende en onroerende zaken op afdoende wijze tegen het risico van diefstal en brand, alsmede tegen het risico van wettelijke aansprakelijkheid tegenover derden.
4 De rechtspersoon die een subsidie ontvangt verzekert voor vrijwilligers die werkzaamheden verrichten in het kader van de gesubsidieerde activiteiten, hun wettelijke aansprakelijkheid.
5 De rechtspersoon die een subsidie ontvangt werkt overeenkomstig de richtlijnen van Cultural Governance.
1 De rechtspersoon die een vierjarige subsidie of projectsubsidie ontvangt die zich uitstrekt over meerjaren, dient jaarlijks vóór 1 mei de volgende bescheiden in:
a. een activiteitenverslag;
b. een bestuursverslag en
c. een jaarrekening vergezeld van een toelichting.
2 Het activiteitenverslag geeft inzicht in de aard, duur en omvang van de in het kader van de subsidiëring verrichte activiteiten. Het activiteitenverslag vergelijkt de verrichte activiteiten in het voorafgaande kalenderjaar met de in het beleidsplan voorgenomen activiteiten.
3 Het door het bestuur ondertekende bestuursverslag geeft toelichting op:
a. het exploitatieresultaat van de ontvanger;
b. de financiële positie van de ontvanger;
c. het al dan niet realiseren van de voorgenomen activiteiten;
d. de zaken die nu of in de toekomst van invloed kunnen zijn op het functioneren van de ontvanger
4 De jaarrekening bestaat in ieder geval uit een:
a. balans,
b. exploitatierekening, en
c. prestatieoverzicht.
5 Indien de subsidie minder dan € 50.000 per jaar bedraagt, bestaat de jaarrekening in ieder geval uit een:
a. exploitatierekening, en
b. prestatieoverzicht of activiteitenverslag
6 Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing op de jaarrekening, met dien verstande dat de winst- en verliesrekening vervangen wordt door een exploitatierekening; op deze rekening zijn de bepalingen omtrent de winst en verliesrekening van overeenkomstige toepassing. Bepalingen omtrent winst en verlies zijn van overeenkomstige toepassing op het exploitatiesaldo. De Afdelingen 1, 7, 11, 12, 14 en 15 van titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn niet van toepassing op de jaarrekening.
7 De jaarrekening is voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
8 De ontvanger van een vierjarige subsidie draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan een namens het Fonds in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie. De jaarrekening, het activiteitenverslag en bestuursverslag, voldoen aan de door het bestuur van het Fonds voorgeschreven modellen.
9 Indien het totaal van de door het bestuur van het Fonds verleende subsidie met betrekking tot enig subsidiejaar minder bedraagt dan € 125.000 zijn het zevende en achtste lid van dit artikel niet van toepassing
1 De natuurlijke persoon die een meerjarige subsidie ontvangt, dient jaarlijks, gerekend van het tijdstip van de aanvang van de subsidie, de volgende bescheiden in:
a. een activiteitenverslag en indien het deelregeling dit voorschrijft
b. een financieel verslag.
2 Het activiteitenverslag geeft inzicht in de aard, duur en omvang van de in het kader van de subsidiëring verrichte activiteiten. Het activiteitenverslag vergelijkt de verrichte activiteiten in het voorafgaande kalenderjaar met de in het projectplan voorgenomen activiteiten.
3 Het financieel verslag geeft een overzicht van de gedane uitgaven en de verkregen inkomsten met betrekking tot de subsidieaanvraag, desgevraagd gestaafd met bewijsstukken; de financiële verantwoording is opgesteld overeenkomstig de bij de aanvraag ingediende begroting waarbij majeure afwijkingen worden toegelicht.
1 Het bestuur van het Fonds kan voorschotten verstrekken. In het besluit tot verlening van subsidie worden de hoogte en het tempo van de bevoorschotting geregeld.
2 Het bestuur van het Fonds kan over de bevoorschotting nadere regels stellen in een deelregeling.
1 Binnen vier maanden na afloop van het subsidietijdvak of project dient de rechtspersoon die subsidie ontvangt een aanvraag tot vaststelling in.
2 De aanvraag tot vaststelling gaat vergezeld van ten minste de volgende bescheiden:
a. een activiteitenverslag
b. een jaarrekening en
c. een subsidiedeclaratie.
3 Het activiteitenverslag geeft inzicht in de aard, duur en omvang van de in het kader van de subsidiëring verrichte activiteiten. Het activiteitenverslag vergelijkt de verrichte activiteiten met de in het project- of beleidsplan voorgenomen activiteiten.
4 Een subsidiedeclaratie kan achterwege blijven indien de daarmee te verstrekken informatie reeds in de in te zenden jaarrekening is opgenomen.
5 De subsidiedeclaratie geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de aanwending en de besteding van de subsidie. De subsidiedeclaratie sluit aan op de indeling van de bij de subsidieaanvraag ingediende begroting. Belangrijke verschillen tussen declaratie en begroting worden toegelicht. In de subsidiedeclaratie wordt voorts de aansluiting tussen de subsidiedeclaratie en de jaarrekening toegelicht.
7 De jaarrekening en de subsidiedeclaratie zijn ieder afzonderlijk voorzien van een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.
8 De jaarrekening of de subsidiedeclaratie gaat vergezeld van een rapportage omtrent de naleving van de subsidiebepalingen door de subsidieontvanger, opgesteld door de accountant overeenkomstig een door het bestuur van het Fonds vast te stellen protocol.
9 De subsidieontvanger draagt er zorg voor dat de accountant meewerkt aan door of namens een door het bestuur van het fonds aan te wijzen accountant in te stellen onderzoeken naar de door de accountant verrichte (controle)werkzaamheden. De daaraan verbonden kosten worden geacht te zijn begrepen in de subsidie.
10 Het zevende en achtste lid zijn niet van toepassing, indien:
a. het totaal van de vierjarige subsidie of meerjarige projectsubsidie met betrekking tot het boekjaar minder bedraagt dan € 125.000;
b. het totaal van een projectsubsidie minder bedraagt dan € 75.000.
11 Het bestuur van het Fonds stelt de subsidie uiterlijk zes maanden na de in het eerste lid bedoelde indieningstermijn vast.
1 Binnen vier maanden na afloop van het subsidietijdvak of na voltooiing van het project dient de natuurlijke persoon die subsidie ontvangt een aanvraag tot vaststelling in.
b. een subsidiedeclaratie
3 Het activiteitenverslag geeft inzicht in de aard, duur en omvang van de in het kader van de subsidiëring verrichte activiteiten. Het activiteitenverslag vergelijkt de verrichte activiteiten met de voorgenomen activiteiten.
4 De subsidiedeclaratie geeft een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd omtrent de aanwending en de besteding van de subsidie. De subsidiedeclaratie sluit aan op de indeling van de bij de subsidieaanvraag ingediende begroting. Belangrijke verschillen tussen declaratie en begroting worden toegelicht.
5 Na ontvangst van de in dit artikel vereiste gegevens, stelt het bestuur van het Fonds de subsidie binnen drie maanden vast.
1 De vastgestelde subsidie wordt binnen 8 weken na het besluit tot subsidievaststelling betaald, tenzij in het besluit tot vaststelling anders is bepaald.
1 In alle gevallen waarin de wet, de statuten, het Huishoudelijk reglement, dit reglement of deelregelingen niet voorzien, beslist het bestuur van het Fonds.
2 Dit reglement treedt na goedkeuring van de Minister in werking met ingang van de tweede dag na die waarop het reglement in de Staatscourant is gepubliceerd.
3 Citeertitel: Dit reglement wordt aangehaald als: Algemeen reglement van de Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Algemeen reglement van de Stichting Nederlands Fonds voor Podiumkunsten+", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.